ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

“Dit akkoord is een goede investering in de toekomst”

Vakbonden bereiken overeenstemming over nieuwe cao met ABU en met NBBU

Na ruim een jaar is er een cao-akkoord bereikt tussen de vakbonden FNV, CNV Vakmensen, De Unie en de ABU. En inmiddels hebben de drie bonden ook een akkoord met de NBBU. Voor uitzendkrachten betekenen deze afspraken meer werk- en inkomenszekerheid. Tevens zijn er afspraken gemaakt om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren.

“De cao-onderhandelingen waren het afgelopen jaar zeker niet makkelijk,” zegt Mark Poort, voorzitter van de ABU-onderhandelingsdelegatie. “Maar ik ben blij dat we in het belang van de uitzendbranche een cao met een breed draagvlak hebben weten te realiseren. Zo kunnen we als sector mede vormgeven aan alle veranderingen op de arbeidsmarkt.” Leonie Belonje – die als adviseur van het ABU-bestuur onderdeel was van de onderhandelingsdelegatie – sluit zich daarbij aan. “Dit cao-akkoord biedt perspectief, waardoor we verdere invulling kunnen gaan geven aan de toekomst van onze branche.” Ook FNV-onderhandelaar Karin Heynsdijk benoemt dat de onderhandelingen niet eenvoudig waren. “Maar ik ben blij dat we toch uiteindelijk in de positie zijn gekomen om goede afspraken te maken en er de bereidheid bij alle partijen is om de komende jaren verder invulling te gaan geven aan het SER-advies. Uitzendkrachten vormen een zeer belangrijke groep arbeidskrachten in Nederland. Zonder hen zou de economie in elkaar storten.” CNV onderhandelaar Marten Jukema is ‘tevreden’ met wat er is bereikt. “We verkeren niet in een hosanna -stemming. Er zijn dingen bereikt, maar zeker niet alles waarmee we de onderhandelingen in zijn gegaan. De komende jaren hebben we nog een stevige uitdaging met elkaar.” Victor Kloos, onderhandelaar namens De Unie vindt de cao-afspraken een grote stap voorwaarts. “Ik vind het een goede zaak dat wij er als sociale partners samen uitgekomen zijn en niet zijn aangewezen op wetgeving door de overheid.”

Belangrijke afspraken op vier thema’s

De cao-afspraken zijn voor uitzendkrachten een aanzienlijke verbetering, vervolgt Poort. “Op vier belangrijke thema’s zijn afspraken gemaakt. Allereerst verbetert de rechtspositie van uitzendkrachten, stelt hij. “De duur van het uitzendbeding wordt bekort van 78 naar maximaal 52 weken. Verder wordt de periode korter dat iemand een contract voor bepaalde tijd mag krijgen: die termijn gaat van vier naar drie jaar.” Daarnaast wordt de inlenersbeloning uitgebreid. “Dat is een eerste stap om in de komende jaren de arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten gelijkwaardig te laten worden aan die van hun collega’s in vaste dienst.” Ook kunnen volgens Poort uitzendkrachten eerder pensioen gaan opbouwen. “En de pensioengrondslag wordt verbreed, waardoor er pensioen opgebouwd wordt over een groter deel van het inkomen.” Tot slot is er gekeken naar de positie van arbeidsmigranten. Poort: “Er komt een inkomensgarantie ter hoogte van het wettelijk minimumloon voor de eerste twee maanden bij de uitzendwerkgever. Verder is afgesproken dat arbeidsmigranten nog vier weken na het einde van de uitzendovereenkomst in de huisvesting kunnen blijven.”

Verbeterde positie uitzendkrachten

Heynsdijk denkt dat er goede afspraken zijn gemaakt over de verbetering van de rechtspositie van uitzendkrachten, maar zal deze kritisch blijven volgen. “Ik hoop dat dit daadwerkelijk leidt tot meer doorstroom naar fase B. Het moet niet zo zijn dat werkgevers uitzendkrachten na 52 in plaats van 78 weken zullen gaan wegsturen.” Positief is ze bovendien over de verbeterde positie van arbeidsmigranten. “Daarmee komt een einde aan een situatie waarbij arbeidsmigranten op onduidelijke voorwaarden naar Nederland komen, vervolgens weinig uren kunnen werken en wel veel geld voor huisvesting moeten betalen. En ook het recht om na einde contract langer in de huisvesting te kunnen blijven, is een groot winstpunt.” Maar bovenal is het voor de bonden wezenlijk dat uitzendkrachten met deze nieuwe cao er in inkomen op vooruit gaan, aldus CNV-onderhandelaar Jukema. “Dat betreft bijvoorbeeld de afspraken over de inlenersbeloning, dat merken uitzendkrachten direct in hun portemonnee. Verder ben ik heel blij dat de pensioenregeling substantieel verbeterd wordt, al zullen er nog veel meer verbeteringen nodig zijn om echt aansluiting te vinden met pensioenregelingen in andere branches.” Tevens wordt met de thuiswerkvergoeding volgens Heynsdijk een belangrijk signaal afgegeven. “Veel uitzendkrachten zijn door corona gedwongen om thuis te werken. Het stak hen dat zij eigen kosten moesten maken om hun werk te kunnen doen, terwijl collega’s in dienst bij de inlener wél een vergoeding kregen. Dat hebben we nu dus rechtgetrokken.” Kloos van vakbond De Unie is blij dat er in 2023 een eindejaarsuitkering voor uitzendkrachten komt. “Daarmee laat je zien dat uitzendkrachten – net als anderen die in dienst zijn bij de inlener – gewoon recht hebben op dit extraatje.”

WW-reparatie

Daarnaast vindt Jukema het zeer positief dat er afspraken over de SPAWW zijn gemaakt. “Ik heb daar jaren voor geknokt. Bij een overstap van een andere branche naar een uitzendbaan behouden werknemers nu hun opgebouwde (extra) WW-rechten En niet de uitzendkracht, maar de uitzendwerkgever gaat de premie betalen. Die reparatie van de WW is goed voor het aanzien van de branche en zorgt er tevens voor dat de uitzendbranche aantrekkelijker wordt voor mensen die van baan willen veranderen.” Naast al deze afspraken was het voor de ABU essentieel dat ook de vakbonden een waterbedeffect op de arbeidsmarkt willen voorkomen. “Want als je uitzendwerk duurder maakt, moet er niet een vlucht naar ongereguleerde flex ontstaan,” benadrukt Belonje. “Het is noodzakelijk om een gelijk speelveld te creëren om concurrentie op arbeidsvoorwaarden en prijs tegen te gaan.” FNV-onderhandelaar Heynsdijk sluit zich daarbij aan: “Het is belangrijk dat het nieuwe kabinet andere flexconstructies reguleert, zodat uitzenden in een betere positie komt, maar wel met goede arbeidsvoorwaarden.”

Ondanks het feit dat het bereiken van dit cao-akkoord een ‘hobbelige weg’ was, zijn de verhoudingen tussen de partijen tijdens het proces verbeterd, constateert Belonje. “Laat deze goede verstandhouding de basis zijn om gezamenlijk de toekomst in te gaan en het verleden achter ons te laten. Want net als de bonden wil de ABU uitzenden een goede plek op de arbeidsmarkt geven. Waarbij niet de prijsprikkel bepalend moet zijn, maar uitzendorganisaties ook voor uitzendkrachten een meerwaarde bieden en hen daardoor een stabiele basis geven.” Daarbij vult Poort aan: “We kunnen als uitzendsector mensen in hun werkzame leven helpen mee te bewegen met alle veranderingen op de arbeidsmarkt.”

“Mark Poort en Leonie Belonje hebben vanuit de ABU geïnvesteerd in de onderlinge relaties, waardoor dit akkoord mogelijk is geworden,” besluit Kloos. “De onderhandelingen zullen de komende jaren zeker niet altijd makkelijk worden, maar door deze nieuwe wijze van met elkaar omgaan, verwacht ik dat de onderhandelingen makkelijker zullen zijn dan in het afgelopen jaar. Ik zie dit akkoord dan ook als een goede investering in de toekomst.”

 

Gerelateerde artikelen