ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Rechtbank: Uber-chauffeurs zijn werknemers

Op 13 september heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat chauffeurs die via Uber werkzaam zijn, moeten worden aangemerkt als werknemers. Dit ondanks het feit dat de chauffeurs en Uber schriftelijk hadden afgesproken dat sprake is van zelfstandig ondernemerschap van de chauffeurs. Bepalend is volgens de rechtbank niet het papier, maar de praktijk: ‘wezen gaat voor schijn’. Feitelijk is sprake van een arbeidsovereenkomst, omdat aan de drie kenmerken daarvan (loon, arbeid en gezag) is voldaan.

Meest interessant is de overweging van de rechtbank dat Uber ‘modern werkgeversgezag’ uitoefent, onder meer omdat haar algoritme financiële prikkels bevat en een ‘instruerende werking’ heeft.

Deze uitspraak van de rechtbank kan veel impact hebben op de discussie over schijnzelfstandigheid. Het criterium ‘gezag’ wordt ruim uitgelegd, waardoor – zeker bij platformbedrijven – eerder sprake is van een arbeidsovereenkomst, met alle rechten voor de werkende van dien. Zo geldt voor Uber dat op de chauffeurs de CAO Taxivervoer moet worden toegepast. Het vonnis over Uber past in een trend van jurisprudentie en wetgevingsadviezen en -initiatieven waarbij “zzp’ers” onder de bescherming van het arbeidsrecht worden gebracht.

Gerelateerde artikelen