ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Voorstellen ABU voor uitdagingen in zzp-dossier

Voorkom schijnzelfstandigheid en verleng looptijd modelovereenkomsten

In aanloop naar het Algemeen Overleg (AO) van de Tweede Kamer van aanstaande woensdag 17 juni heeft de ABU vorige week voorstellen ingebracht bij de woordvoerders SZW. Het onderwerp in kwestie: het zzp-dossier. De problemen hierover staan niet alleen bij de Tweede Kamer al jaren hoog op de agenda. Ook wij maken ons grote zorgen en komen met twee voorstellen voor oplossingen.

Het aandeel zzp’ers aan de basis van de arbeidsmarkt is explosief gegroeid. De belangrijkste oorzaken zijn de opkomst van platformwerk en de onscherpe afbakening tussen werknemers en zelfstandigen. Door de coronacrisis zijn de gevolgen hiervan pijnlijk duidelijk geworden. Veel werkenden aan de onderkant van de arbeidsmarkt blijken geen vangnet te hebben.

Veel partijen, waaronder de ABU, hebben al vaker gewaarschuwd voor de vlucht naar schijnzelfstandigheid, de oneerlijke concurrentie tussen bedrijven (ongelijk speelveld) en de onhoudbaarheid van ons sociale zekerheidsstelsel. Ook uit de quickscan van het Ministerie van SZW naar de effecten van de Wet arbeidsmarkt in balans blijkt dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden naar zzp.

De Kamer heeft het zzp-dossier dan ook al langere tijd hoog op de agenda staan. Het blijkt echter niet eenvoudig te zijn om effectieve en uitvoerbare oplossingen te vinden. Hierbij doet de ABU twee voorstellen waarmee de huidige problemen (tijdelijk) kunnen worden opgelost.

1. Voorkom schijnzelfstandigheid
Voorkom schijnzelfstandigheid aan de basis van de arbeidsmarkt. De ABU vindt dat de prikkel voor bedrijven om schijnzelfstandigen in te zetten, moet worden weggenomen. Tegelijkertijd moeten bedrijven er zeker van zijn dat zij een opdracht verlenen aan een zelfstandige. Om deze zekerheid te bieden en schijnzelfstandigheid te voorkomen, is een definitie op basis van het beginsel ‘zzp-er als’ noodzakelijk. Wanneer aan een aantal nader te bepalen criteria wordt voldaan, zou sprake moeten zijn van een zelfstandige.

Cruciaal is volgens ons dat de overeengekomen beloning tussen opdrachtgever en opdrachtnemer daarbij als criterium heel zwaar weegt. Dit kan worden geregeld door in de wet op te nemen dat sprake is van een overeenkomst van opdracht wanneer het uurtarief van een zelfstandige hoger ligt dan de integrale loonkosten van een werknemer die vergelijkbare werkzaamheden verricht. Dit kan worden vastgesteld op basis van een loonkostenoverzicht dat de overheid, mede op basis van afgesloten cao’s, jaarlijks kan publiceren. Bij een te laag tarief kan een beroep worden gedaan op het rechtsvermoeden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst.

2. Verleng de looptijd van modelovereenkomsten met twee jaar
Ons tweede voorstel gaat over de looptijd van de huidige modelovereenkomsten. Deze overeenkomsten en de bijbehorende (voorwaardelijke) fiscale vrijstellingen zorgen voor zekerheid voor bedrijven en werkenden. Nu in veel gevallen het einde van de looptijd van de modelovereenkomst in zicht komt, ontstaat onzekerheid in de markt. Om de rust te behouden – zeker in tijden van corona – zou het goed zijn om de looptijd van alle modelovereenkomsten met twee jaar te verlengen.

Gerelateerde artikelen