Kansen voor uitzenders na coronacrisis: kijk webinar terug
Er liggen kansen voor uitzenders na de coronacrisis, mits ze aantrekkelijk blijven als werkgevers. De krapte op de arbeidsmarkt komt snel weer terug en dat noopt uitzenders onder andere te investeren in uitzendkrachten. Dat bleek uit het webinar De veerkracht van uitzendwerk: vooruitzichten 2021 en verder, dat de ABU op 29 maart organiseerde.
Rob Witjes, Hoofd arbeidsmarktinformatie bij UWV, adviseerde ABU-leden in te spelen op de behoefte die er nu in de markt is. Met name bij de GGD’s. Ook riep hij op mensen die nu al twijfelen over hun baan op te sporen en te begeleiden van-werk-naar-werk. Hij complimenteerde uitzenders voor hun rol hierbij in het afgelopen jaar. Of de werkloosheid echt zo gaat oplopen als het CPB voorspelt, durfde Witjes niet met zekerheid te zeggen. Hij vreest wel voor een domino-effect nadat de steunmaatregelen zijn afgebouwd: meer faillissementen met effecten in de keten.
Wim Davidse, flexstrateeg, schetste de kwetsbaarheid en kansen voor uitzendkrachten. Door crisis en krapte verliezen ze hun baan, maar post-corona zal er herstel zijn van de economie. En na elke crisis komt de uitzendbranche sterker terug. Uitzenders moeten de wendbaarheid van ondernemingen organiseren. Dat biedt perspectief. Hij adviseerde uitzenders goed notie te nemen van de verschillende overstapberoepen die zijn te vinden op www.werk.nl.
De omzet van de totale flexbranche was vorig jaar 33,5 miljard euro. 17 miljard euro is toe te rekenen aan uitzendwerk, 2 miljard aan payrolling. De rest aan detachering en overige tijdelijke contractvormen. Davidse voorspelt een krimp van de interne flex en daarmee een stijgende vraag naar externe flexibiliteit van bedrijven. Dat wordt nog versterkt door de – ingewikkelde – wet- en regelgeving door de Wab en de mogelijke implementatie van de adviezen van de commissie-Borstlap.
Davidse vond het lastig een voorspelling te doen over de groei van de flexbranche voor 2021. Met een ruime marge ziet hij een groei tussen de 3 en 13% in omzet voor zich. Kanttekeningen daarbij zijn onder andere of de tariefstijging doorzet, idem voor omscholing en wat de effecten zijn van wet- en regelgeving.
