ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Nieuwe cijfers ABU-Uitzendmonitor gepubliceerd

Uitzendkrachten steeds duurzamer aan het werk

De nieuwste cijfers van de Uitzendmonitor zijn bekend. We vroegen Rob Witjes (Hoofd Arbeidsmarktinformatie en -advies van UWV) en Paul de Beer (hoogleraar Arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam) wat hen het meest opviel in de cijfers. Een van de conclusies: de opstapfunctie van uitzendwerk blijft voor velen belangrijk.

Uit de Uitzendmonitor blijkt opnieuw dat uitzendwerk een heel belangrijke rol speelt om mensen de opstap naar de arbeidsmarkt te laten maken, licht Rob Witjes toe. “Eenderde van de uitzendkrachten had voorafgaand aan de uitzendbaan een uitkering of helemaal geen baan. Voor hen heeft uitzendwerk dus een essentiële opstapfunctie.” Daarbij gaat het volgens Witjes vooral om mensen die een eigen netwerk ontberen. “Mensen die dat netwerk wel hebben, vinden hun weg wel op de huidige krappe arbeidsmarkt. Maar er is een behoorlijke groep, die dat netwerk mist. Uitzendwerk biedt hen de mogelijkheid om de broodnodige werkervaring op te doen en zo hun entree te maken op de arbeidsmarkt.”

Amsterdam – Rob Witjes van UWV

Statushouders en ouderen

Volgens Paul de Beer geldt dat zeker voor twee moeilijk bemiddelbare groepen: statushouders en ouderen. “Uit de cijfers blijkt dat uitzendorganisaties in toenemende mate een rol hebben om statushouders – uit bijvoorbeeld landen als Syrië en Somalië – naar de arbeidsmarkt toe te leiden. Dat is een groep die vaak moeite heeft om werk te vinden. Dankzij de uitzendbranche vinden ook zij de weg naar werk.” Daarnaast neemt de groep ouderen met een uitzendbaan toe, zo stelt hij vast. “Dat vind ik positief, voor zover het ouderen helpt om werkend hun pensioen te halen.”

Duurzamer aan het werk

Wat volgens Witjes ook eruit springt in de Uitzendmonitor, is dat uitzendkrachten steeds duurzamer aan het werk zijn. “Bijna 70% blijft na de uitzendbaan op een of andere manier aan het werk. Tien jaar geleden werkte 13% van de uitzendkrachten een jaar of langer, inmiddels is dat aantal gestegen tot 22%. Als je naar het aantal uren kijkt, is er tevens vooruitgang: tien jaar geleden werkte 68% van de uitzendkrachten 20 uur of meer, tegenover 74% in 2018. Het zijn dus zeker niet alleen korte contracten. Er worden door uitzendkrachten méér uren gemaakt en ze blijven langer aan de slag. Uitzendwerk is er dus niet alleen meer voor ‘piek en ziek’, maar voorziet echt in een langdurige flexibele personeelsbehoefte van bedrijven.” Die flexibiliseringstrend is al enige tijd gaande en is het gevolg van een complex aan factoren, stelt hij. “Zo is er op het gebied van de werkgeverslasten en -risico’s eigenlijk weinig gebeurd afgelopen jaren. Bovendien heeft de vorige, diepe economische crisis zijn littekens achtergelaten. Het maakt bedrijven terughoudend om mensen en masse een vast contract te bieden.”

Toegangspoort voor arbeidsmigranten

Opmerkelijk in de nieuwe cijfers is volgens De Beer tevens dat het aandeel van arbeidsmigranten uit landen als Polen, Roemenië en Bulgarije binnen de uitzendbranche fors gegroeid is. “Voor arbeidsmigranten is de uitzendbranche een belangrijke toegangspoort tot de Nederlandse arbeidsmarkt. De vraag blijft echter of onze economie al deze arbeidsmigranten nodig heeft, of dat hun banen door Nederlanders zouden kunnen worden vervuld.”

“De uitzendbranche heeft inderdaad een belangrijke rol bij de bemiddeling van arbeidsmigranten,” beaamt Witjes. “Arbeidsmigranten zijn wezenlijk voor veel Nederlandse bedrijven. Doordat de interneteconomie booming is, zie je vooral een sterke toename van banen binnen het transport en de logistiek. Tien jaar geleden werkte 9% van de uitzendkrachten in deze sector en in 2018 was dat gestegen tot 14%. Arbeidsmigranten zijn nodig om vacatures in sectoren als deze te vervullen.”

Maar ondanks het feit dat uitzendwerk diverse sectoren voorziet van het broodnodige personeel, neemt het aandeel van uitzendwerk in de totale flexschil niet toe. De Beer: “De groei van flexwerk zit niet in uitzendwerk. Door de jaren heen schommelt uitzendwerk rond de 2,5 tot 3% van de totale werkgelegenheid. De groei van flex zit vooral in oproepcontracten, min-maxcontracten, nulurencontracten en tijdelijke contracten. Uitzendwerk is geen factor bij de toenemende flexibilisering van de arbeidsmarkt.”

 

Dankzij de uitzendbranche vinden statushouders de weg naar werk. – Paul de Beer

 

Doorstroom naar vast

Paul de Beer. Universiteit van Amsterdam, UvA. ABU Uitzendwerk. FOTO MARCO DE SWART

Wel denkt De Beer dat er voor de uitzendbranche een uitdaging ligt om de doorstroom naar vaste banen te vergroten. “Uit deze Uitzendmonitor blijkt dat het aandeel vaste banen daalt. Dat duidt erop dat werkgevers nog steeds erg huiverig zijn om mensen in vaste dienst te nemen. Dit is zeker een aandachtspunt voor de branche.” Bij die constatering wil Witjes wel een kanttekening plaatsen. “Als je alle uitzendkrachten op één hoop gooit, kun je vaststellen dat de doorstroom naar een vaste baan minder wordt. Maar niet iedereen heeft behoefte aan vastigheid. Denk bijvoorbeeld aan studenten, de professional die er bewust voor kiest om als flexkracht aan de slag te gaan of aan arbeidsmigranten die hier tijdelijk zijn.” Maar niet alle arbeidsmigranten zijn hier tijdelijk, aldus De Beer. “Uit onderzoek van een van mijn promovendi komt naar voren dat eenderde van alle arbeidsmigranten hier meerdere jaren verblijft. Bij deze groep wordt weinig geïnvesteerd in ontwikkeling. Daardoor wordt hun economisch potentieel niet volledig benut. Uitzendorganisaties zouden die ontwikkeling meer kunnen stimuleren.”

 

Uitzendwerk is er niet alleen meer voor ‘piek en ziek’, maar voorziet echt in een langdurige flexibele personeelsbehoefte van bedrijven. – Rob Witjes

 

Investeer in scholing

Ook Witjes heeft nog wel een advies voor de sector: Investeer vooral in scholing. “Uit de Uitzendmonitor blijkt dat scholing vanuit de sector daalt. Terwijl scholing juist essentieel is om mensen op langere termijn aan het werk te houden. Dus laat als branche zien dat je werk maakt van duurzame inzetbaarheid. Zet scholingsarrangementen op in samenwerking met werkgevers en opleiders. En voorkom daarmee dat mensen terugvallen in een uitkering. Want daar is uiteindelijk niemand bij gebaat.”

Dit artikel stond in het blad Uitzendwerk, Nummer 4, december 2019

De factsheet is er ook als pdf:

Factsheet: De waarde van uitzendwerk (pdf)

Gerelateerde artikelen