Bbl, lage WW-premie en uitzendbeding
Eerder lieten wij al weten dat de lage WW-premie mag worden toegepast voor een uitzendkracht die een overeenkomst met uitzendbeding heeft en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgt.
Voor uitzendkrachten die een arbeidsovereenkomst hebben met een uitzendbeding, geldt de hoge WW-premie. Het is namelijk geen overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dit geldt in beginsel ook voor de werknemer die de bbl volgt. Maar omdat de regelgeving hier niet duidelijk over is, mag u voor de bbl-leerling tot en met het jaar 2022 de lage premie gebruiken.
Intussen is besloten dat vanaf 1 januari 2023 de hoge WW-premie moet worden toegepast. Vanwege de ruime aankondigingstermijn geldt er geen overgangsrecht. Bbl-uitzendovereenkomsten zonder uitzendbeding kunnen ook in volgende jaren op basis van het Wfsw-besluit nog onder de lage premie blijven.
Let op: Is een bbl-leerling jonger dan 21 jaar en heeft hij maximaal 48 verloonde uren per vierwekenaangifte, of maximaal 52 verloonde uren per maandaangifte? Dan is het niet van belang of een uitzendbeding is opgenomen in de arbeidsovereenkomst. De lage WW-premie blijft voor deze werknemer gelden vanaf 2023.
Arno Spuij (spuij@abu.nl)