ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Nieuwe cao zet stappen naar meer gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden

Eind december was er witte rook: ABU, NBBU en vakorganisaties FNV, CNV en De Unie bereikten een onderhandelingsresultaat over de nieuwe CAO voor Uitzendkrachten. In de nieuwe cao – die een looptijd heeft van een jaar – worden vervolgstappen gezet om te komen tot gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten. Daarmee wordt een verdere invulling gegeven aan goed geregeld uitzenden.

“Ik ben blij dat we erin geslaagd zijn om voor het nieuwe jaar een akkoord te bereiken,” zegt FNV-bestuurder Karin Heynsdijk. “Hoe stroef soms ook, we zaten er met dezelfde intentie in. Met deze cao hebben we afspraken gemaakt om de positie van uitzendkrachten verder te verbeteren. Zo zetten we weer een stap naar gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten.” Ook Mark Poort, voorzitter van de ABU-werkgeversdelegatie, is tevreden met het bereikte resultaat. “Het is een goede zaak dat we tot een maatschappelijk breed gedragen cao zijn gekomen, ondertekend door ABU, NBBU en de drie vakbonden. Daarmee geven we invulling aan het SER-middellangetermijnadvies. Namelijk om te komen tot verantwoorde flexibiliteit, gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden en een marktconform pensioen. Dat alles met waarborging van de belangrijke allocatieve rol die uitzenden heeft.”

Uitbreiding inlenersbeloning

Een belangrijke afspraak die er nu ligt, is volgens Poort de uitbreiding van de inlenersbeloning. “Met ingang van 1 juli van dit jaar hebben uitzendkrachten recht op alle toeslagen en kostenvergoedingen die ook reguliere werknemers bij de opdrachtgever ontvangen.” Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over het verzilveren van relevante werkervaring van uitzendkrachten, vult Heynsdijk aan. “Uitzendkrachten bleven veelal in de onderste trede van de loonschalen hangen. Relevante werkervaring wordt vanaf 1 juli het uitgangspunt bij de inschaling. En ook periodieke verhogingen worden toegekend. Alleen bij een aangetoonde slechte beoordeling, volgens de procedure bij de opdrachtgever, is geen verhoging terecht. Begin 2025 kijken we of dit in de praktijk goed uitwerkt, aan de hand van een gezamenlijke enquête onder uitzendkrachten.”

“Met deze cao hebben we afspraken gemaakt om de positie van uitzendkrachten verder te verbeteren.”

Karin Heynsdijk, FNV-bestuurder

Vangnet

Ook de afspraken rond ziekte en arbeidsongeschiktheid vindt Heynsdijk een positief punt. “Als uitzendkrachten met een contract in fase-A ziek worden, hebben ze vanaf 1 juli recht op twee jaar aanvulling op hun loon. Dat geldt voor alle uitzendkrachten, dus met of zonder uitzendbeding. In het eerste jaar gaat het om 90% van het vastgestelde loon en in het tweede jaar om 80%. Daarmee komt er een goed vangnet. Want door korte contracten vielen uitzendkrachten bij ziekte in de oude situatie al snel 30% terug in loon.” Ook krijgen uitzendkrachten langer de tijd om aanspraak te maken op de transitievergoeding, vertelt Poort. “Wordt die transitievergoeding niet toegekend door de uitzendwerkgever, dan kunnen uitzendkrachten binnen twaalf maanden na beëindiging van de uitzendovereenkomst daar alsnog een beroep op doen.”

Huisvesting

Verder zijn er in de nieuwe cao over een aantal onderwerpen procesafspraken gemaakt, onder meer over de ouderenregelingen, zeggenschap en pensioen. Poort: “Vooral voor wat betreft de pensioenafspraken ligt er een grote uitdaging. We staan niet alleen voor de vraag hoe een marktconform pensioen er nu precies uitziet, maar we moeten tevens voldoen aan de eisen van de Wet toekomst pensioenen. Dat stelt ons ook voor allerlei uitvoeringstechnische problemen.” Daarnaast hebben de cao-partijen afgesproken om uiterlijk 1 juni van dit jaar overeenstemming te hebben over een regeling voor de prijs van huisvesting van arbeidsmigranten. Heynsdijk: “Als FNV hadden wij dit nu bij deze cao willen regelen, maar dat is niet gelukt. Voor ons is het een zeer belangrijk punt, omdat we in de praktijk zien dat er opdrachtgevers en uitzendwerkgevers zijn die huisvesting als verdienmodel gebruiken. Ik vind het dus belangrijk dat er nu een concrete afspraak is om voortgang op dit vlak te gaan boeken, resulterend in een harde afspraak uiterlijk 1 juni aanstaande.”

Sneller stappen zetten

“Al met al zijn wij als FNV tevreden met de stappen die in deze cao zijn gezet, maar niet met het aantal stappen,” besluit Heynsdijk. “Er moeten komende jaren gefaseerd, maar wat ons betreft wel sneller, meer stappen worden gezet op weg naar gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten.” Poort sluit zich daarbij aan. “Het is te prijzen dat aan beide kanten maximale inzet is getoond om tot deze cao te komen. Partijen laten daarmee zien het ook samen te willen doen. Komende jaren zullen we gezamenlijk moeten kijken hoe er verdere stappen kunnen worden gezet. Uitzendkrachten, opdrachtgevers en ABU-leden verdienen het dat dat op een heldere, verantwoorde en voorspelbare manier gebeurt.”

“Het is een goede zaak dat we tot een maatschappelijk breed gedragen cao zijn gekomen. Daarmee geven we invulling aan het SER-MLT-advies.”

Mark Poort, voorzitter van de ABU-werkgeversdelegatie

Gerelateerde artikelen