Ontheemden uit Oekraïne die onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) vallen, mogen tot 4 maart 2026 in loondienst werken vanwege de verlenging van de richtlijn. Op 25 juni 2024 heeft de Raad van de Europese Unie besloten om de RTB voor ontheemden uit Oekraïne te verlengen tot 4 maart 2026. Hierdoor kunnen ontheemden uit Oekraïne die onder de RTB vallen een jaar langer in de EU verblijven en hebben zij tot 4 maart 2026 recht op opvang, medische zorg, onderwijs en ook werk.
Op het gebied van arbeid betekent dit dat ontheemden uit Oekraïne ook tot 4 maart 2026 in loondienst mogen werken in Nederland. De voorwaarden die nu gelden, blijven vooralsnog hetzelfde. Dit betekent dat werkgevers ontheemden uit Oekraïne die onder de RTB vallen, langer in dienst kunnen houden of nemen. Meer informatie over wanneer en onder welke voorwaarden een ontheemde uit Oekraïne mag werken in Nederland vindt u op Rijksoverheid.nl.
In Nederland vallen ontheemden met de Oekraïense nationaliteit die na 26 november 2021 uit Oekraïne vertrokken zijn onder de richtlijn. En mensen met de Oekraïense nationaliteit die voor 27 november 2021 al langere tijd in Nederland waren (voor bijvoorbeeld werk en nu niet meer veilig terug kunnen).
Daarnaast vallen derdelanders uit Oekraïne zonder de Oekraïense nationaliteit met een permanente verblijfsvergunning onder de richtlijn, net als derdelanders uit Oekraïne met (inter)nationale bescherming. Ook familieleden van deze groepen vallen onder de richtlijn.
In een nieuw advies van de advocaat-generaal aan het Europees Hof van Justitie staat dat lidstaten zelf mogen bepalen wanneer ze de opvang van derdelanders beëindigen. Aan de verwarring die er in Nederland was ontstaan over de reikwijdte van de RTB, lijkt hiermee een einde te zijn gekomen. Het is tot nu toe alleen een zwaarwegend advies, dus we zijn nog in afwachting van de definitieve uitspraak. Alle derdelanders uit Oekraïne waarvan het recht op tijdelijke bescherming na 4 maart 2024 is beëindigd, houden dat recht in ieder geval tot die uitspraak. Zo ook het recht op opvang, leefgeld, medische zorg en werk.