Af en toe krijgt de ABU de vraag of een onderneming die niet onder de werkingssfeer bepaling van de ABU-cao valt, toch lid kan zijn van de ABU.
In artikel 1 van de CAO voor Uitzendkrachten is de werkingssfeer opgenomen. De werkingssfeer bepaalt op welke activiteiten de cao van toepassing is. Iedere cao heeft daarom een werkingssfeerartikel.
In de ABU-cao is niet opgenomen dat een onderneming altijd onder de cao valt wanneer zij lid is van de ABU.
De ABU cao is van toepassing op ondernemingen waarvan de uitzendloonsom ten minste 50% van het totale premieplichtig loon op jaarbasis van die uitzendonderneming bedraagt. Als er meerdere activiteiten in een rechtspersoon zijn ondergebracht, is dit een bepaling die consequenties kan hebben. De uitzendonderneming die niet minimaal voor 50% aan uitzenden doet, naast deze andere type activiteiten, valt niet onder de ABU-cao.
Daarnaast kan het zo zijn dat de werkzaamheden van de uitzendkrachten onder een andere sector-cao vallen. Wanneer niet aan de vijf cumulatieve vereisten uit artikel 1 lid 4 wordt voldaan, valt de uitzendonderneming onder die andere sector cao.
Betekent dit dat een onderneming die niet onder de cao valt, geen lid kan zijn of worden van de ABU? Nee, dat betekent het niet! Het betekent wel dat de onderneming geen gebruik kan maken van de flexibelere bepalingen rondom de rechtspositie en de beloning, maar dat zij onder het reguliere arbeidsrecht voor uitzenders vallen (Burgerlijk Wetboek en Waadi). En waarschijnlijk staan er over deze onderwerpen een bepaling in de cao waar de onderneming wel onder valt.
Bij de controles voor het ABU-keurmerk zal een onderneming die onder de werkingssfeer van een andere cao getoetst worden op dezelfde onderwerpen als ABU-leden die wel onder de ABU-cao vallen. Alleen wordt dan beoordeeld of dezelfdeĀ bepalingen uit de betreffende sector juist worden toegepast.
En als de onderneming toch de ABU-cao wil toepassen zijn er twee mogelijkheden. In de eerste plaats zorgen dat meer dan 50% in de rechtspersoon bestaat uit uitzenden. Als dat lastig wordt, is een wat ingrijpendere oplossing nodig. Dan kunnen de uitzendactiviteiten het beste in een aparte BV worden ondergebracht. Die BV doet voor 100% aan uitzenden en valt daarmee binnen de werkingssfeer van de ABU-cao.
Valt de onderneming onder de andere sector-cao, dan kan de onderneming een poging doen de activiteiten zo aan te passen dat wel aan de vijf cumulatieve vereisten wordt voldaan.
In ieder geval kan een uitzender wel lid worden of zijn van de ABU, terwijl ze de ABU-cao niet (mogen) toepassen. ABU-lidmaatschap betekent niet dat de cao van toepassing is!