Cao en arbeidsmigranten
De CAO voor Uitzendkrachten van de ABU geldt ook voor uitzendkrachten die niet permanent in Nederland wonen. Naast de algemene cao-bepalingen die voor álle uitzendkrachten gelden, zijn er sommige bepalingen toegesneden op het ter beschikking stellen van deze groep werknemers.
- Verbijzondering arbeidsvoorwaarden
Om de arbeidsvoorwaarden in de cao beter aan te laten sluiten op de specifieke behoeften en het andere werkritme van flexmigranten, mag een aantal arbeidsvoorwaarden anders worden toegepast. Zo kan in overleg met de flexmigrant worden afgesproken dat de vier bovenwettelijke vakantiedagen, reservering voor kort verzuim, vakantiebijslag en feestdagen wekelijks/maandelijks etcetera in geld worden uitgekeerd.De mogelijkheid om in geld uit te keren is in art. 29 lid 6 en lid 9 terechtgekomen en geldt voor alle uitzendkrachten. Dus dit is geen afwijking meer specifiek voor arbeidsmigranten. - Aanscherping regels over inhoudingen en verrekeningen op het loon
In de CAO voor Uitzendkrachten zijn de wettelijke regels over inhoudingen en verrekeningen op het loon aangescherpt. Deze aanscherpingen zijn gemaakt om misstanden met inhoudingen op het loon tegen te gaan. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om de kosten voor sociale begeleidingskosten in te houden op het loon of om boetes te verrekenen met betrekking tot de huisvesting. - Specifieke bepalingen huisvesting
Er zijn een paar specifieke bepalingen voor het groepsgewijs werven en/of huisvesten van flexmigranten t.a.v. huisvestingsnormen, veiligheid, vervoer, voorlichting en sociale begeleiding. Zoals recht op minstens 10 m2 woonruimte, de arbeidsovereenkomst in het Nederlands én in de landstaal van de flexmigrant, verplicht aanbieden van een ziektekostenverzekering en informeren over de inschrijving in het GBA en – (na 26 gewerkte weken) over het volgen van taalcursussen.