Werkende armen: financieel fit maakt arbeidsfit

Deze week vindt in de Tweede Kamer een hoorzitting plaats over de problematiek van ‘werkende armen’. Eerder publiceerde het SCP het onderzoek Als werk weinig opbrengt: Werkende armen in vijf Europese landen en twintig Nederlandse gemeenten.
Uit het onderzoek bleek dat er in Nederland ongeveer 320.000 werkende armen zijn. Dat is 4,6% van alle werkenden. Het zijn vooral zelfstandigen zonder personeel, werkende alleenstaanden en werkenden met een migratieachtergrond. Werkenden zijn vooral arm doordat zij zelf en/of hun huisgenoten te weinig uren maken. Opvallende conclusie van SCP was ook dat de bescherming van werkenden, waaronder de contractvorm, de mate waarin werkende armen voorkomen niet goed kan verklaren.
Als we inzoomen op de uitzendbranche, dan zien we dat 5,8% van de uitzendkrachten als werkende arme geldt. Dat is hoger dan gemiddeld, maar weer beduidend lager dan onder zzp (12,6%) of onder oproepkrachten (10,2%). Niet helemaal onlogisch, omdat SCP de oorzaak vooral ziet in te kleine banen om van rond te komen. In de uitzendbranche schommelt het gemiddeld aantal werkzame uren al jaren rond 30 uur per week en de helft van de uitzendkrachten heeft een fulltime baan.
Toch herkent de uitzendbranche de problemen van werkende armen als geen ander, juist ook omdat we veel (financieel) kwetsbare mensen vanuit een uitkeringspositie in dienst nemen. Dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. We zien dat uitzenders die verantwoordelijkheid oppakken. Steeds vaker wordt budgetcoaching georganiseerd, wordt samengewerkt met gemeenten en vindt voorlichting plaats. ABU roept de leden op om hier verder invulling aan te geven en de branche sluit graag aan bij het initiatief van VNG om te komen tot een coalitie van werkgevers en het Rijk om samen actie te ondernemen.
Goed werkgeverschap betekent namelijk investeren in werkzekerheid. Aandacht voor uitzendkrachten met problematische schulden levert uiteindelijk financieel gezonde uitzendkrachten op met meer aandacht voor het werk én de eigen toekomst.