ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Werk dat wacht, en mensen die willen bijdragen

Nederland heeft een krappe en veeleisende arbeidsmarkt. Werkgevers zoeken wanhopig personeel, lonen stijgen en vacatures blijven openstaan. Toch staat daar een harde realiteit tegenover: een groot deel van de bevolking wíl werken of méér uren maken, maar kan dat niet. Dat noemen we het ‘onbenutte arbeidspotentieel’. En dat is meer dan een statistisch detail. Het is een gemiste kans voor onze economie én samenleving. Maar ook voor al die mensen die graag willen bijdragen, hun talent willen inzetten en de voldoening van werk willen ervaren.

Het onbenut arbeidspotentieel is in omvang aanzienlijk. In 2024 ging het om 656.000 mensen zonder werk die wél beschikbaar waren of recent hadden gezocht. Daarbovenop komen 510.000 deeltijders die méér uren willen maken. Samen gaat het om zo’n 1,2 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar. Dat is goed voor een potentieel van een half miljoen voltijdbanen. In een tijd van personeelstekorten is dat een enorm hoog getal.

Waarom blijft dit potentieel onbenut? De oorzaken zijn divers. Er is een mismatch tussen opleiding en vacatures, de banen die er zijn, sluiten vaak niet aan bij de kennis en vaardigheden van mensen. Sommigen willen werken, maar zitten vast door zorgverplichtingen, studie of gezondheidsproblemen. Anderen vinden alleen banen waarin uitbreiding naar meer uren onmogelijk is. En administratieve barrières van regels rond uitkeringen, toeslagen tot gebrekkige registratie maken dat een groot deel van deze groep niet eens zichtbaar is.

De gevolgen zijn fors. We lopen belastinginkomsten mis en vacatures blijven onvervuld. Bedrijven groeien minder snel en innovaties vertragen. En voor de betrokken mensen betekent het verlies van inkomen, kansen en waardigheid. Paradoxaal genoeg blijft de arbeidsmarkt zo krap dat werkgevers en politici blijven klagen over tekorten, terwijl er feitelijk nog mensen beschikbaar zijn om het werk te doen.

De oplossing vraagt meer dan roepen om ‘meer werken’. Flexibiliteit in banen, betere mogelijkheden voor omscholing, toegankelijke kinderopvang en een regionale aanpak zijn nodig om dit potentieel te benutten. Ook moet registratie en begeleiding beter, zodat mensen niet buiten de radar vallen. En een nog intensievere samenwerking tussen publieke en private (PPS) organisaties kan zorgen voor een betere match.

Het onbenutte arbeidspotentieel is geen randverschijnsel. Het is een reservoir van meer dan een miljoen mensen waar een groot deel van wil en kan werken. Willen we een inclusievere samenleving en een sterkere economie, dan moeten we niet langer alleen vacatures tellen, maar ook zien wat er al aan menselijk kapitaal voorhanden is. En bovenal: zien wie daarachter schuilgaan: mensen met dromen, energie en het verlangen om mee te doen. Laten we dit verborgen kapitaal maximaal tot bloei brengen.

Gerelateerde artikelen