ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Daling aantal flexibele werknemers afgevlakt na begin coronacrisis

Na het ingaan van de coronamaatregelen, net voor het begin van het tweede kwartaal van 2020, daalde het aantal flexibele werknemers sterk. Vanaf eind vorig jaar vlakte die daling ten opzichte van een jaar eerder af, onder meer doordat er in sommige beroepen meer nieuwe flexibele werknemers bij zijn gekomen.

Dat en meer blijkt uit een update van de Flexbarometer van het eerste kwartaal, een initiatief van FNV, ABU, TNO en CBS.

In het eerste kwartaal van 2021 waren er 1,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar nam het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie af met 122.000 (daling van 7%).

Cijfers uitzendkrachten

De daling van het aantal flexibele arbeidsrelaties is ook te zien onder uitzendkrachten. In het eerste kwartaal van 2021 had Nederland 206.000 uitzendkrachten: dat zijn er 25.000 minder dan in dezelfde periode vorig jaar: een daling van 11%. Hoewel de ABU-Marktmonitor herstel laat zien, daalde het aantal uitzendkrachten met 7.000  ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020 (een daling van 3%).

Uitzonderingen op de dalende trend bij de flexibele contracten zijn de tijdelijke contracten van een jaar of langer en de tijdelijke contracten zonder vaste uren. Het aantal werknemers met een tijdelijk contract van een jaar of langer nam in het eerste kwartaal van 2021 licht toe (11.000 meer ten opzichte van een jaar eerder). Ook het aantal werknemers met een tijdelijk contract zonder vaste uren lag in het eerste kwartaal van 2021 hoger (16.000) dan een jaar eerder.

Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie is in vergelijking met het eerste kwartaal van 2020 met 57.000 toegenomen naar 5,7 miljoen (1%). Ook het aantal zzp’ers steeg met 26.000 tot ruim 1,5 miljoen (2%).

Verschuiving binnen baanstarters

Ongeveer drie kwart van de baanstarters zijn werknemers met een flexibel contract. We zien een verschuiving in de beroepen met relatief veel baanstarters. Een groeier onder de baanstarters is de groep vakspecialisten in de gezondheidszorg, zoals verpleegkundigen en medische praktijkassistenten (stijging van 22% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder). Het gaat hier vooral om een toename van het aantal flexibele werknemers.

Ten opzichte van een jaar geleden zijn in het eerste kwartaal van 2021 de grootste dalingen zichtbaar bij startende schoonmakers en keukenhulpen (daling van 45%), en bij de medewerkers persoonlijke dienstverlening (daling van 60%). In deze laatste categorie vallen onder meer kelners en barpersoneel. In beide beroepsgroepen zijn vooral veel minder flexibele werknemers (met name oproepkrachten) gestart ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden. Ook de aantallen baanstarters onder bestuurders van voertuigen en bedieners van mobiele machines (bijvoorbeeld taxichauffeurs) daalden met 31%.

Gerelateerde artikelen