ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Wet toekomst pensioenen: consequenties voor uitzendbranche

Na een lang wetgevingstraject heeft de Tweede Kamer vorig jaar vlak voor de Kerst ingestemd met het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen (WTP). Ongetwijfeld heeft u dat nieuws meegekregen. Dat besluit heeft ook forse consequenties voor de uitzendbranche. Dat komt met name door de twee amendementen die daarvoor door de PvdA en Groen Links zijn ingediend en die door de Tweede Kamer ook zijn aangenomen.

Wachttijd: verlagen naar 0 weken

Het eerste amendement heeft betrekking op het afschaffen van de wachttijd in pensioenregelingen. In de uitzendbranche is de wachttijd in de STIPP-pensioenregeling per 1 januari 2022 al teruggebracht van 26 gewerkte weken naar 8 gewerkte weken, in lijn met het SER-MLT-advies en het eerdere advies van de Stichting van de Arbeid over de aanpak van de zogenaamde witte vlekken (werknemers die geen pensioen opbouwen). Dit amendement maakt het noodzakelijk om de wachttijd in de pensioenregeling verder te verlagen naar 0 weken. De inwerkingtreding van de bepaling over de wachttijd is naar verwachting 1 juli 2023 .

Het hanteren van een drempelperiode van 8 gewerkte weken blijft wettelijk nog wel mogelijk. Dit houdt in dat uitzendkrachten vanaf het moment dat zij 8 weken hebben gewerkt, met terugwerkende kracht vanaf datum in dienst pensioen opbouwen. Of sociale partners hiervan gebruik gaan maken, moet nog nader worden bekeken.

Toetredingsleeftijd verlaagd

Daarnaast is het amendement van PvdA en GroenLinks aangenomen dat de wettelijke toetredingsleeftijd in pensioenregelingen verlaagt van 21 naar 18 jaar. Dit wordt eveneens onderdeel van de Wet toekomst pensioenen. Dit betekent dat uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst vanaf 18 jaar pensioen gaan opbouwen in de pensioenregeling bij StiPP, in plaats van vanaf 21 jaar. De inwerkingtreding van deze bepaling is naar verwachting  1 januari 2024.

Beide amendementen zijn onderdeel van de WTP, die naar verwachting op 1 juli 2023 in werking treedt. Uiteraard geldt er een voorbehoud omdat de WTP nog door de Eerste Kamer moet worden behandeld.

Beide amendementen hebben forse consequenties voor werkgevers en voor de uitzendbranche in het bijzonder. In intensieve samenwerking met VNO-NCW en MKB-NL is geprobeerd om de Tweede Kamer af te houden van instemming op deze amendementen. Helaas is dat niet gelukt. Naar het oordeel van de ABU grijpt de politiek hiermee in op een discussie over de wachttijd die aan de cao-tafel gevoerd moet worden en ook gevoerd werd. Bovendien dragen deze amendementen niet bij aan het daadwerkelijk terugdringen van de witte vlekken. Geen pensioenopbouw wordt ingeruild voor een hausse aan kleine pensioenen. Daarmee draagt de politiek ook in belangrijke mate de verantwoordelijkheid voor de uitvoeringsproblemen die daaruit voortvloeien.

Cao-overleg

Al langer zijn ABU, NBBU en vakbonden met elkaar in gesprek over de StiPP-pensioenregeling. Daarbij gaat het enerzijds om de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van de WTP alsook de stapsgewijze groei naar een marktconform pensioen. In dat overleg zal ook worden bezien wat de consequenties zijn van de aangenomen moties.

We houden u op de hoogte van het vervolg.

Eva Bakker, bakker@abu.nl

Gerelateerde artikelen