ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

L’histoire se répète

Soms is er een aanleiding om in de archieven te duiken. Zo vond ik een onderzoek van veertig jaar geleden dat nog steeds actueel is: Achtergronden van uitzendwerk. Het stamt uit 1982 en is geschreven door Andersson, Elffers & Felix, in opdracht van het ministerie van SZW. Toen het onderzoek werd uitgevoerd, trad de economische recessie in en liep de werkloosheid snel op.

Het doel van het onderzoek was om vast te stellen welk effect de aanscherping van de regels voor uitzenden, of misschien zelfs het afschaffen van uitzendarbeid, zou hebben. Ook vandaag de dag verschijnen er artikelen in de pers en publicaties met een roep om het aanscherpen van de regels voor het uitzenden.

Hoewel de arbeidsmarkt en de regelgeving rondom uitzenden sinds 1982 ingrijpend zijn veranderd, is een aantal conclusies in 2020 nog steeds van toepassing. Door de coronacrisis verwachten we veel reorganisaties en is er weer discussie over de regelgeving rondom uitzenden. Kortom: l’histoire se répète!

Inleners zetten ‘niet-vaste’ medewerkers in om verschillende redenen. Het gaat om duidelijk tijdelijke inzet zoals piek en ziek, maar ook om de onzekerheid over de continuïteit, behoefte aan flexibele arbeid vanwege fluctuerende bedrijfsactiviteiten en het voorzien in specialismen. ‘De economische noodzaak van flexibele arbeid kan niet uit het oog verloren worden’, constateerde men in 1982. In het afgestofte onderzoek wordt ook geconstateerd dat waar de continuïteit van de onderneming niet op het spel staat, het steeds aantrekkelijker wordt om flexibel personeel in te zetten. Inleners hebben daarbij hun eigen motieven en normen, waarbij ze zich niet laten leiden door de normen of wensen van de overheid of derde partijen.

Uit recent eigen onderzoek onder ruim 500 inleners blijkt dat ook van belang is dat een uitzendonderneming met hen meedenkt en hen ontzorgt. 

Andersson, Elffers & Felix sommen ook andere vormen van ‘losse’ arbeidsverhoudingen in 1982 op. Er werd onderscheid gemaakt naar inzet via derden, zoals uitbesteding op basis van nacalculatie of rechtstreeks freelancers, oproepkrachten met en zonder tijdgarantie, stagiaires en vakantiewerkers. ‘Verscherpte en strakkere regulering van uitzendarbeid zal substitutie door andere “losse” arbeidsverhoudingen tot gevolg hebben.’ In de huidige discussie is dit een belangrijk onderwerp.

Anno 2020 is het aantal flexibele arbeidsverhoudingen toegenomen. Uitzenden wordt gezien als de preferente vorm van flex, omdat het goed is geregeld. Het aandeel uitzenden binnen de totale beroepsbevolking is echter gelijk gebleven. Aanpassingen in regelgeving voor uitzendarbeid zullen zorgvuldig moeten worden afgewogen tegen de regelgeving voor de andere vormen van flexibele arbeid, om te voorkomen dat minder goed geregelde vormen van flex vaker ingezet gaan worden.

Ook in 1982 werd dit geconstateerd. ‘De problematiek is zeer gecompliceerd, het ei van Columbus ligt niet voor het oprapen!

Gerelateerde artikelen