Professor Annet de Lange over kloof tussen beleidsambities en de werkvloer
Mensen duurzaam aan het werk houden, is al jaren een belangrijke uitdaging op de arbeidsmarkt. Toch is veel beleid nog maar beperkt succesvol op de werkvloer. Vooral omdat beleidsmakers en bestuurders hun ‘implementatie’ en communicatie onvoldoende afstemmen op de leefwerelden en agenda’s van verschillende betrokken doelgroepen. Dit zegt professor duurzame inzetbaarheid Annet de Lange die onderzoek doet naar de kloof tussen beleidsinterventies en de impact op verschillende niveaus. Zij pleit onder andere voor meer regionale samenwerking om meer impact te maken.
Bij haar wetenschappelijk onderzoek en de begeleiding van andere onderzoekers kijkt De Lange sterk naar de impact van interventies op macro-, meso- en microniveau. “Wat gebeurt daar bij mensen nu de wereld en arbeidsmarkt steeds complexer worden door globalisering, flexibilisering en bijvoorbeeld digitalisering? Deze ontwikkelingen vragen om meer duurzame inzetbaarheid van werkenden. Maar over de implementatie kunnen we nog heel veel leren om het succesvoller te maken,” aldus De Lange. Kennis hierover wordt ook internationaal gebundeld, onder andere binnen de European Academy of Occupational Health Psychology.
Verschillende doelen
Een belangrijke conclusie van bestaande inzichten is dat beleidsmakers en stakeholders meer bewust moeten worden van hun rol om het invoeren van nieuw beleid succesvol te maken. Een voorbeeld. “Als nu in een cao afspraken worden gemaakt over een ontwikkelbudget voor werknemers, kunnen de vakbonden en werkgevers daar heel blij mee zijn. Toch zien we vaak dat mensen in de ene organisatie goed snappen wat daarvoor nodig is, maar in veel andere organisaties niet. Het begint al met de woordkeuze van beleidsmakers. Als zij bijvoorbeeld communiceren over werkenden met een zogenoemde lage ‘SES’ (sociaaleconomische status) is de impact waarschijnlijk veel lager dan wanneer het gaat over ‘praktisch opgeleide werkenden’.”
Ook wordt onvoldoende nagedacht over de betekenis van een maatregel voor de verschillende doelgroepen en wat voor henzelf de belangrijke doelen zijn. “Dat kan enorm verschillen tussen doelgroepen, ook binnen één organisatie. Door de aanpak daar goed op af te stemmen, kan iedereen daadwerkelijk eigenaar worden van het thema. Met stakeholdermanagement kunnen interventies veel beter ‘bottom up’ vanuit de doelgroepen in praktijk worden gebracht.”
“Voor meer impact moeten beleidsmakers meer kijken naar hun eigen rol”
Behoeften werkgevers
Om beleid succesvol te maken, zijn verbindingen nodig op de verschillende niveaus. Voor werkgevers en werknemers is daarbij de onderlinge dialoog over duurzame inzetbaarheid belangrijk, uiteraard ook met oog voor de doelen van de werkgever en verschillende typen werkenden. Regionale samenwerking biedt daarvoor veel kansen. “Werkgevers hebben baat bij samenwerking op koepelniveaus. Voor de vertaling van beleid naar verschillende niveaus, maar ook om concrete oplossingen te realiseren voor hun eigen doelen. Regionaal kun je samen bijvoorbeeld een oplossing creëren voor ‘stapelbanen’ van werknemers. Zij maken daarmee vaak noodgedwongen veel uren, met weinig hersteltijd en flexibiliteit. Dat is een risico voor hun productiviteit en duurzame inzetbaarheid. Die risico’s tellen voor de werkgever, maar voor werkenden is het ook waardevol als er regionaal op meerdere plekken samen één vastere baan te creëren is. Zo ontstaat een vastere vorm voor de flexbehoefte met meer werkzekerheid. Dit kan vanuit regionaal werkgeverschap. Binnen de zorg wordt dit al succesvol toegepast. Ook de uitzendbranche kan een belangrijke rol spelen om dit mogelijk te maken. Door vraag en aanbod bij elkaar te brengen, met missiewerk om dit samen met andere werkgevers te organiseren en met hun activiteiten voor opleiden en loopbaanontwikkeling. De uitzendbranche en andere werkgevers zouden hierin samen een voortrekkersrol kunnen nemen. Want stapelbanen ontstaan vaak vanuit armoede en dat wordt door werkenden zelf niet snel bespreekbaar gemaakt.”
“De uitzendbranche loopt voorop met het denken vanuit skills.”
Annet de Lange,
Professor duurzame inzetbaarheid
Skills-paspoort
Voor werkenden zijn de bewustwording over hun leefstijl en leren en ontwikkelen essentiële aandachtspunten. Plus: hoe kunnen zij de regie nemen voor hun loopbaanontwikkeling? Daarvoor vindt De Lange de opkomst van het skills-based denken en organiseren heel waardevol. “Bijvoorbeeld met het skills-paspoort dat mensen bewust maakt van hun mogelijkheden. Zeker als je het bijvoorbeeld naast de Dashboard Skills van UWV legt. De uitzendbranche loopt voorop met het denken vanuit skills. Daarmee kunnen uitzendbureaus ook steeds verder helpen om de loopbaanroutes van werkenden vorm te geven.”
Omdat regionaal veel oplossingen gecreëerd kunnen worden, juicht De Lange de steeds verder opbloeiende publiek-private samenwerking van harte toe. “Ook omdat er regionaal veel meer eigenaarschap bestaat ten aanzien van de arbeidsmarkt. Vaak wordt naar de rijksoverheid gekeken, maar die faciliteert vooral en daar ligt – anders dan vaak gedacht wordt – eigenlijk maar weinig eigenaarschap. Die kunnen werkgevers en werkenden veel meer vinden op het regionale niveau.”
Over Annet de Lange:
Annet de Lange is professor duurzame inzetbaarheid bij de Open Universiteit en senior managing consultant bij Berenschot. In haar eerste rol is ze betrokken bij wetenschappelijk onderzoek naar interventies op het gebied van duurzame inzetbaarheid en de vorming van een Europees netwerk hiervoor. Vanuit Berenschot kijkt ze juist naar de verandertrajecten binnen organisaties.