Wet VBAR: beperkte impact volgens de Raad
De Raad van State (RvS) vindt dat de VBAR weinig oplost voor de problemen op de arbeidsmarkt. Het wetsvoorstel verduidelijkt het gezagscriterium door bestaande rechtspraak, zoals de Deliveroo-uitspraak, vast te leggen. Maar volgens de RvS is het niet mogelijk om een duidelijke definitie van een arbeidsovereenkomst te maken. Dit komt omdat je altijd naar de specifieke feiten en omstandigheden van een arbeidsrelatie moet kijken.
De wet introduceert een toetsingskader dat bestaat uit 2 hoofdelementen:
- Werkinhoudelijke en organisatorische sturing.
- Werken voor eigen rekening en risico.
De Raad stelt dat dit toetsingskader te precies lijkt, terwijl de beoordeling van een arbeidsrelatie altijd afhankelijk blijft van de situatie. Bovendien geeft de wet niet aan welk element zwaarder weegt. De feiten en omstandigheden van de concrete arbeidsrelatie blijven uiteindelijk doorslaggevend.
De RvS waarschuwt ook voor de gevolgen van het kwalificeren van een overeenkomst als arbeidsovereenkomst. Dit raakt niet alleen het arbeidsrecht, maar kan ook leiden tot hoge naheffingen van pensioenpremies met terugwerkende kracht tot voor 2025.
Wij zijn niet verbaasd over dit advies. Het advies geeft genoeg aanknopingspunten om nu door te pakken en de arbeidsmarkt echt te hervormen. Wij pleiten voor een contractneutraal zekerheidsstelsel.