CBS publiceert onderzoek naar verblijf van arbeidsmigranten in Nederland
Ruim 6 op de 10 arbeidsmigranten uit de EU/EFTA en bijna 7 op de 10 kennismigranten van buiten de EU/EFTA verlieten Nederland binnen vijf jaar na hun aankomst. De kans dat een arbeidsmigrant vertrekt, is kleiner als zij een partner en/of kinderen in Nederland hebben, of wanneer de partner hier betaald werk heeft. Vooral kennismigranten met een werkende partner zijn na vijf jaar steeds vaker nog in Nederland.
Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS onder 76,4 duizend kennismigranten van buiten de EU/EFTA, en 225 duizend EU/EFTA-arbeidsmigranten die tussen 2005 en 2016 naar Nederland kwamen.
Uit de studie blijkt dat ruim 6 op de 10 arbeidsmigranten uit de EU/EFTA en bijna 7 op de 10 kennismigranten van buiten de EU/EFTA binnen vijf jaar na aankomst Nederland verlaten. De kans op vertrek is kleiner wanneer zij een partner en/of kinderen in Nederland hebben, vooral als de partner hier betaald werk heeft. Met name kennismigranten met een werkende partner blijven na vijf jaar steeds vaker in Nederland.
Tussen 2005 en 2016 kwamen 225.000 arbeidsmigranten uit de EU/EFTA en 76.000 kennismigranten van buiten de EU/EFTA naar Nederland, wat 22 procent van de totale immigratie van niet-Nederlandse nationaliteiten in die periode vertegenwoordigt. Het aantal EU/EFTA-arbeidsmigranten verdubbelde van 47.000 in 2005-2008 naar 107.000 in 2013-2016. Het aantal kennismigranten van buiten de EU/EFTA steeg in dezelfde periode van 15.000 naar 36.000.
Van de EU/EFTA-arbeidsmigranten had 32 procent de Poolse nationaliteit, gevolgd door Duitsers (9 procent), Britten (8 procent), Italianen (7 procent) en Fransen (5 procent). Kennismigranten van buiten de EU/EFTA kwamen voornamelijk uit India (29 procent), de Verenigde Staten (13 procent), China (10 procent), Turkije (6 procent) en Japan (5 procent).
Een jaar na aankomst woonde 72 procent van de EU/EFTA-arbeidsmigranten en 62 procent van de kennismigranten alleen in Nederland. Ongeveer 25 procent van de arbeidsmigranten en 38 procent van de kennismigranten woonde met een partner. Slechts 16 procent van de EU/EFTA-arbeidsmigranten en 13 procent van de kennismigranten had een partner met betaald werk in Nederland.