“Dat de ABU de positie van arbeidsmigranten wil verbeteren, is zeer waardevol”
Rob van Lint, bestuurlijk aanjager van het Interdepartementale Project Arbeidsmigranten (IPA)
Drie jaar geleden verscheen het advies van de commissie-Roemer om de positie van internationale medewerkers te verbeteren. Diverse ministeries zijn nu aan de slag om de vijftig aanbevelingen uit het advies om te zetten in wetgeving. Maar die wetgeving is er niet vandaag op morgen. De ABU besloot daarop niet te wachten en lanceerde tal van initiatieven om nu al verbeteringen voor internationale medewerkers te realiseren.
“Bij uitvoering van het rapport-Roemer is een groot aantal ministeries betrokken,” zegt Rob van Lint, bestuurlijk aanjager van het Interdepartementale Project Arbeidsmigranten (IPA). “Het gaat om de ministeries van Binnenlandse zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, VWS, Landbouw, Economische Zaken en Justitie en de Arbeidsinspectie. Vaak raken maatregelen elkaar ook. Dat betekent dat er een goede afstemming moet plaatsvinden. Dat gebeurt binnen het IPA,” legt Van Lint uit. “Daarnaast rapporteert het IPA periodiek over de voortgang en jaagt het de uitvoering aan. En overlegt het IPA met gemeenten, provincies, sociale partners en de uitzendbranche over de voortgang van de voorgenomen maatregelen.”
Nieuwe wetgeving nodig
“Er is de afgelopen jaren al veel gebeurd,” constateert Van Lint. “Maar voor een groot aantal maatregelen is nieuwe wetgeving nodig. En dat vergt tijd, aangezien de wetsvoorstellen zowel langs de Raad van State als door de Tweede en Eerste Kamer moeten. Daardoor duurt het best lang voordat een arbeidsmigrant er iets van gaat merken.” Van Lint vindt het dan ook zeer waardevol dat de ABU nu al met eigen initiatieven komt. “De Fair Employment Code, cao-afspraken en het eigen masterplan: in alles straalt de ABU uit dat deze het als brancheorganisatie belangrijk vindt om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren. Dat sluit aan bij de oproep van minister van Gennip dat bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en niet hoeven te wachten op wetgeving.” Wel voegt Van Lint daaraan toe dat het belangrijk is dat ook alle ABU-leden hun arbeidsmigranten behandelen volgens de Roemer-aanbevelingen. “En als leden zich duidelijk niet houden aan de Fair Employment Code en de cao, laat de ABU daar dan ook tegen optreden.”
“In alles straalt de ABU uit dat deze het als brancheorganisatie belangrijk vindt om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren.”
Rob van Lint, bestuurlijk aanjager IPA
Effectieve handhaving
“Er gebeuren inderdaad veel goede dingen op het vlak van internationale medewerkers,” beaamt Peter Loef, programmamanager Arbeidsmigratie van de ABU. “Maar het moet nog veel beter. De ABU neemt daarin zijn verantwoordelijkheid. Maar wij kunnen het niet alleen. Ook inleners zullen hun bijdrage moeten leveren. Gemeenten moeten bereid zijn om meer kwalitatieve huisvesting te realiseren. En zonder een effectieve handhaving door de Nederlandse Arbeidsinspectie, zijn nieuwe regels een papieren tijger.”
“De afgelopen jaren hebben wij tal van initiatieven ontplooid”, vervolgt Loef. “We hebben de Fair Employment Code gelanceerd, waarin onder andere de scheiding tussen wonen en werk is opgenomen. Er is een meldpunt opgezet, waar internationale medewerkers en vakbonden terecht kunnen met klachten over ABU-leden. In de cao hebben we belangrijke afspraken gemaakt om internationale medewerkers meer zekerheid te geven over inkomen als ze hier naartoe komen en huisvesting na afloop van het werk.” Bovendien is de voorlichting aan internationale medewerkers sterk verbeterd, aldus Loef. “Er zijn voorlichtingsvideo’s over o.a. wonen en werken in elf talen en voor meer informatie kunnen zij terecht op de website www.werkenalsuitzendkracht.nl. En – last but not least – is er ons masterplan Van Goed naar Beter.”
“Het is een illusie om te denken dat we zonder arbeidsmigratie kunnen. Daarom moeten we ervoor zorgen dat internationale medewerkers hier op een goede manier kunnen leven en werken.”
Peter Loef, programmamanager Arbeidsmigratie van de ABU
Concrete projecten en samenwerkingen
Het masterplan Van Goed naar Beter kent een aantal speerpunten. Loef: “Versterking van het ABU-keurmerk, investeren in eerlijk en veilig werk, het verder verbeteren van de kwaliteit van huisvesting, meer opleiding en doorstroom en meer aandacht voor gezondheid en welzijn.” Uit dat masterplan zijn volgens Loef inmiddels een aantal concrete projecten voortgekomen, zoals in de bouw. “Binnenkort ondertekenen zes grote aannemers, de ABU, NBBU en Bouwend Nederland een convenant om de veiligheid op de bouwplaats te vergroten.” En ook in de tuinbouw is met het Fieldlab Go West veel resultaat geboekt, vertelt hij. “In dit project hebben we samengewerkt met het Openbaar Ministerie, de Nederlandse Arbeidsinspectie, de politie, vakbond FNV en Glastuinbouw Nederland. Het doel was om misstanden sneller en effectiever aan te pakken. Niet alleen zijn tientallen internationale medewerkers uit benarde situaties gered, het project leverde ook waardevolle nieuwe samenwerkingen en positieve publiciteit op. Internationale medewerkers die na controle door de Inspectie noodgedwongen uit huis moesten worden geplaatst, werden door ABU-uitzenders opgevangen en voorzien van vervangend werk en goede huisvesting. Dit ‘vangnet’ proberen we nu in een publiek-private samenwerking op te schalen.”
Ondersteuning gezondheid en welzijn
Verder wordt momenteel in samenwerking met het landelijke expertisecentrum Pharos een checklist ontwikkeld, die ABU-leden ondersteunt op het gebied van gezondheid en welzijn. “Van onze leden krijgen wij regelmatig vragen over bijvoorbeeld psychische problematiek, verslaving en medicijngebruik. Een dergelijke checklist kan dus zeer behulpzaam zijn.” Onderdeel van het welzijn is tevens het voorkomen en oplossen van schuldproblematiek, stelt Loef. “Ook internationale medewerkers kunnen binnenkort via Geldfit.nl persoonlijk financieel advies krijgen. De website komt in diverse talen beschikbaar en er zijn hulpverleners om in de moedertaal te ondersteunen.”
“We zitten dus absoluut niet stil”, besluit Loef. “Het is een illusie om te denken dat we zonder arbeidsmigratie kunnen. Gezien de toenemende vergrijzing zal arbeidsmigratie de komende jaren eerder toe- dan afnemen. Daarom moeten we ervoor zorgen dat internationale medewerkers hier op een goede manier kunnen leven en werken.” Rob van Lint sluit zich daarbij aan. “Laten we vooral samen blijven optrekken om de adviezen van Roemer verder te concretiseren. Want is er al veel gebeurd, maar er is ook nog veel te doen.”