Prijskwaliteitssysteem voor huisvesting internationale medewerkers: meer transparantie, betere woningen
Vanaf 1 januari 2025 geldt een prijs-kwaliteitssysteem voor het inhouden van huisvestingskosten van internationale medewerkers. De hoogte van de huur wordt dan rechtstreeks gerelateerd aan de kwaliteit en locatie van de woning. “Een belangrijke stap die zorgt voor meer transparantie én betere kwaliteit van huisvesting,” zo menen Peter Loef, programmamanager Arbeidsmigratie ABU en Han van Horen, bestuurslid van de ABU.
De afspraken over het prijskwaliteitssysteem (PKS) zijn vastgelegd in de nieuwe CAO voor Uitzendkrachten, die loopt van 1 april 2024 tot en met 5 januari 2025. Brancheorganisaties ABU en NBBU en de vakbonden FNV, CNV Vakmensen en De Unie zijn dit overeengekomen. Het streven – en de verwachting – is dat deze cao algemeen bindend verklaard wordt. Het PKS zal dan gaan gelden voor alle uitzendbureaus die onder de werkingssfeer van deze cao vallen.
Loef: “Het PKS houdt in dat de maximale huurprijs die in rekening mag worden gebracht, per 1 januari bepaald wordt door de kwaliteit en locatie van een woning. Elke woning wordt beoordeeld aan de hand van een aantal kwaliteitspunten. Denk bijvoorbeeld aan de grootte van een woonkamer en slaapkamer, maar ook de privacy: met hoeveel mensen deel je een douche of keuken. Daarnaast kan een woning punten krijgen voor ‘extra’ kwaliteitsaspecten, zoals een goed energielabel of de aanwezigheid van een beheerder op een grootschalige locatie. Tot slot geldt dat ook de regio een rol speelt. Een huis in Amsterdam is duurder dan een huis in een ander gebied in Nederland. Voor dat laatste hanteren we de marktinformatie van de NVM.”
Peter Loef, programmamanager Arbeidsmigratie
“Als branche hebben we - samen met de vakbonden - niet gewacht op wetgeving, maar zorgen we nu zelf voor duidelijkheid voor alle partijen: de internationale medewerkers, de uitzenders en de verhuurders.”
‘Fair en transparant’
Het PKS is geïnspireerd op de woonwaarderingssystemen die deel uitmaken van de Huurwet. Voor de normering is de standaard van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) de leidraad. Loef: “Het is echt een mooie stap. Als branche hebben we – samen met de vakbonden – niet gewacht op wetgeving, maar zorgen we nu zelf voor duidelijkheid voor alle partijen: de internationale medewerkers, de uitzenders en de verhuurders.”
Ook Han van Horen, die naast ABU-bestuurslid ook bestuurder is van Labour Power Company (LPC), is tevreden over het PKS. “Het is een fair en transparant systeem. Bovendien verwacht ik dat dit een kwaliteits-opdrijvend effect zal hebben op de woningen. Het merendeel van de huisvesting die uitzenders aanbieden, wordt ingehuurd bij derden, zoals vastgoedbedrijven en particulieren. Door het PKS worden deze verhuurders gestimuleerd om de kwaliteit van woningen te verbeteren. Doen ze dat niet, dan kunnen ze in de toekomst immers minder huur vragen. Ik hoop en verwacht dat het PKS er zo voor zorgt dat er meer locaties komen die voldoen aan de ‘Roemer-norm’. Die houdt onder meer in dat elke internationale medewerker zijn eigen slaapkamer heeft en minimaal 15 vierkante meter leef-oppervlakte. De krapte op de woningmarkt maakt dat nu zeer lastig, maar dat is wel waar wij als branche ook naartoe willen: 3.0 locaties voor internationale medewerkers, met veel privacy.”
Tegelijkertijd zit er wat Van Horen betreft wel een grens aan die kwaliteitsupgrade. “Er is veel onderzoek gedaan naar wat internationale medewerkers belangrijk vinden aan huisvesting. Veiligheid, hygiëne en privacy staan hoog op dat lijstje. Dus dat moet goed geregeld zijn. Tegelijkertijd geldt voor dit type uitzendkracht dat zij vooral naar Nederland komen om geld te verdienen. Zij willen zo min mogelijk uitgeven aan huur. Dus op het moment dat je woningen groter en luxer maakt en meer voorzieningen toevoegt, is het de vraag wie je daarmee helpt. De internationale medewerker is in elk geval niet bereid daar meer voor te betalen.”
Een vreemde eend in de bijt
Het huisvesten van internationale medewerkers is bepaald niet iets wat behoort tot de core business van uitzenders. Han van Horen, bestuurder en directielid van Labour Power Company: “Ik snap de discussie over de ‘dubbelrol’ van een werkgever die tegelijkertijd huisvester is. Je creëert een bepaalde afhankelijkheidsrelatie. Maar ik wil het omdraaien. Want wat gebeurt er als een medewerker hier aankomt uit Polen en wij vervolgens zeggen: ‘Zoek zelf maar uit waar je gaat wonen?’ In de huidige overspannen huizenmarkt weet je dan dat de kans groot is dat zo iemand in handen valt van malafide verhuurders. Tegen wil en dank in zijn wij daarom zelf gaan huisvesten: dan weten we zeker dat het netjes gebeurt. Het is een zorgplicht die we hebben. Het werken met internationale medewerkers is voor onze sector nog een vrij jonge activiteit. We zijn continue bezig om dit verder te verbeteren en volwassen te maken. De invoering van het PKS-systeem is daarin een belangrijke stap.”
Het Prijskwaliteitssysteem
Vanaf 1 januari 2025 geldt een regeling voor de inhouding van de huisvestingskosten van arbeidsmigranten op basis van een Prijskwaliteitssysteem (PKS). Dit systeem bepaalt de maximale in rekening te brengen totale kosten. Daarbij geldt:
- Een uitzendkracht betaalt maximaal 25% van het wettelijk minimumloon per uur maal 40 uur per week voor huisvesting.
- Als het loon van een uitzendkracht over een periode van vier weken te laag is om de huur volledig te betalen, dan hoeft de resterende huur niet betaald te worden. Deze schuld mag ook later niet meer worden verrekend met het loon.
- Als een uitzendkracht een vast basissalaris heeft dat ten minste 140% van het wettelijk minimumloon per uur maal 40 uur per week bedraagt, is er geen maximum van 25% inhouding. De kosten die dan in rekening worden gebracht mogen echter niet hoger zijn dan de berekening volgens het PKS.
- Voor huisvesting die voldoet aan de basis SNF-norm mag niet meer dan 20% van het wettelijk minimumloon per uur maal 40 uur per week gevraagd worden.