ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Samen voor veilig en gezond werken van uitzendkrachten

Land- en tuinbouwsector en uitzendbranche bundelen krachten

Ruim anderhalf jaar geleden zetten LTO Nederland, Glastuinbouw Nederland, FNV, Doorzaam en Stigas hun handtekening onder de intentieverklaring Uitzendkrachten werken veilig. Doel was om met verschillende activiteiten de veiligheid en gezondheid van uitzendkrachten in de land- en tuinbouw te verbeteren. Wat heeft het project inmiddels opgeleverd?

“De aanleiding om de intentieverklaring op te stellen, was omdat we met z’n allen constateerden dat in de land- en tuinbouw de arbeidsomstandigheden voor flexmedewerkers slechter waren,” zegt Doorzaam-directeur Chantal Huinder. “Dat gold met name voor internationale medewerkers. Hun werkomstandigheden waren in vergelijk met andere uitzendkrachten in de brede uitzendbranche en met vaste medewerkers een stuk minder goed. Om daar iets aan te doen, zijn de krachten met alle betrokken partijen gebundeld. Ook Doorzaam is, namens de werkgevers en werknemers in de uitzendbranche, van meet af aan betrokken geweest bij dit project.”

“Het is belangrijk dat alle partijen zich blijven inzetten voor gezond en veilig werken: O&O-fondsen, werkgeversorganisaties, vakbonden, werkgevers én de uitzendkrachten zelf.”

Chantal Huinder, directeur Doorzaam

Verantwoordelijkheid

“De grootste verantwoordelijkheid voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden ligt bij de inlener,” vervolgt Huinder. “Zodra een uitzendkracht over de drempel stapt van een bedrijf, is de inlener verantwoordelijk. Maar het uitzendbureau heeft ook een belangrijke rol, de zogenaamde ‘doorgeleidingsplicht’. De uitzender moet aan de uitzendkracht duidelijk maken hoe de uitvoering van het werk eruitziet, welke veiligheidsrisico’s er zijn, wie er toeziet op de uitvoering van het werk en door wie, hoe en waar persoonlijke beschermingsmiddelen met instructies worden verstrekt.” Bij zowel uitzenders als inleners bleek er veel onduidelijkheid over die verantwoordelijkheidsverdeling, aldus Huinder. “Vandaar dat er in de eerste plaats nog duidelijker is omschreven wie nu waar precies verantwoordelijk voor is.” Bovendien bleek uit de nulmeting bij de start van het project dat veel inleners informatie over arbeidsomstandigheden niet delen met uitzendorganisaties. Huinder: “Elk bedrijf is verplicht om een Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) op te stellen. Die RI&E wordt weer vertaald in meer toegankelijke arbochecklists. De inlener is wettelijk verplicht om die informatie ter beschikking te stellen aan de uitzender. Doel van het project was ook om de bewustwording over het belang van die uitwisseling te bevorderen.”

Extra aandacht voor internationale medewerkers

Ook het inwerken van uitzendkrachten, het geven van instructies en aandacht voor taal- en cultuurverschillen waren belangrijke thema’s binnen het project, zegt Huinder. “Deze onderwerpen zijn nu verankerd in de RI&E en verwerkt in verschillende arbeidscatalogi.” Verder zijn er workshops georganiseerd voor ondernemers en uitzenders waarin deelnemers in gesprek gingen over arborisico’s en taal- en cultuurverschillen, vertelt Huinder. “Die cultuurverschillen spelen met name bij internationale medewerkers. Zo zie je bijvoorbeeld vaak een dienende houding. Dus als veiligheidshandschoenen verplicht zijn, durft iemand daar toch niet om te vragen. Of een ‘ja’ is toch eigenlijk geen ja en iemand durft er niet op terug te komen. Ook de taal kan een barrière zijn om goed te begrijpen hoe er veilig gewerkt moet worden.” Om die reden is er dan ook een online stappenplan voor inleners ontwikkeld, waarin negen stappen staan voor het veilig en gezond werken met internationale (flex)medewerkers. Huinder: “Er wordt bovendien nog gewerkt aan aanpassing van het stappenplan, zodat het geschikt is voor uitzenders.” En tot slot is vanuit Doorzaam – in samenwerking met Stigas – een pilot gestart om in de land- en tuinbouwsector een preventief medisch onderzoek ook aan te bieden voor uitzendkrachten. “Dat is een soort APK-keuring voor iemands lijf, waarbij wordt gekeken naar bijvoorbeeld leefstijl, het gehoor en de belastbaarheid van rug en gewrichten,” licht Huinder toe.

“Dit project kan ook een voorbeeld zijn voor andere sectoren waar veel uitzendkrachten werken en waar een hoog arbeidsrisico is.”

Peter Loef, programmamanager Arbeidsmigratie van de ABU

Project kopiëren naar andere sectoren

Inmiddels is het project in de land- en tuinbouwsector onderdeel gemaakt van het ABU-Masterplan Van goed naar beter, vertelt Peter Loef, programmamanager Arbeidsmigratie van de ABU. “Het masterplan is erop gericht om de positie van internationale medewerkers te verbeteren. Voor de ABU is veilig en gezond werken een onlosmakelijk onderdeel van goed werkgeverschap. Dus is het belangrijk om de bewustwording bij inleners én uitzendorganisaties op dit thema te blijven bevorderen.” Er wordt volgens Loef daarom gekeken hoe de aanpak binnen dit project gekopieerd kan worden naar andere sectoren. “Als eerste kijken we daarvoor naar de bouw. We zijn al enige tijd samen met de NBBU in gesprek met een aantal grote bouwondernemers, Rijkswaterstaat en Bouwend Nederland. Binnenkort komen we met nieuws over dit project naar buiten. Maar dit project kan ook een voorbeeld zijn voor andere sectoren waar veel uitzendkrachten werken en waar een hoog arbeidsrisico is.” Doorzaam-directeur Huinder sluit zich bij die ambitie aan. “Gezond en veilig werken zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn, maar is dat helaas nog niet. Daarom is het belangrijk dat alle partijen zich hiervoor blijven inzetten: O&O-fondsen, werkgeversorganisaties, vakbonden, werkgevers en uiteraard de uitzendkrachten zelf. Want we hebben iedereen nodig om dit thema op de agenda te houden.”

Gerelateerde artikelen