Van Hijum wil wel, maar helpt arbeidsmigranten niet
Kort na zijn aantreden gaf minister Van Hijum al aan geschrokken te zijn van de erbarmelijke omstandigheden waarin sommige arbeidsmigranten wonen en werken. Begrijpelijk, want de misstanden zijn schrijnend en komen veel te vaak voor. Zelf ben ik ook regelmatig ontzet, onthutst en vooral enorm kwaad over de manier waarop deze mensen worden behandeld. In alle emotie zou je soms bijna vergeten dat de meeste arbeidsmigranten wél gewoon tevreden zijn over hun werk- en woonsituatie.
Daarom was het hoopgevend dat Van Hijum direct vastberaden en enthousiast leek om deze misstanden aan te pakken. Nu hij bijna een jaar onderweg is, kan ik niet anders dan toegeven: aan enthousiasme geen gebrek. In november stuurde hij een brief naar de Kamer over zijn aanpak, waarin hij maar liefst zo’n dertig initiatieven presenteerde.
Lekker bezig, zou je denken. Een daadkrachtige minister die misstanden serieus aanpakt. Maar helaas: enthousiasme alleen blijkt niet voldoende om de problemen op te lossen. Want wat we nu zien, is vooral zwalkend beleid, veel symboolpolitiek en een paar druppels op de gloeiende plaat.
Neem bijvoorbeeld zijn beleid rondom de kwetsbare positie van arbeidsmigranten. Aan de ene kant wil hij hen minder afhankelijk maken van hun werkgever, maar tegelijkertijd wil hij diezelfde werkgevers meer verantwoordelijk maken voor hun arbeidsmigranten. Twee tegenstrijdige uitgangspunten die hij allebei tegelijk probeert te realiseren. Je hoeft geen Einstein te zijn om te snappen dat dit natuurlijk niet gaat. In de praktijk leidt dit tot zwabberend beleid.
Dan die symboolpolitiek. Een recente maatregel geeft de Arbeidsinspectie de mogelijkheid om zwaardere boetes op te leggen aan bedrijven die arbeidsmigranten illegaal in dienst nemen. Klinkt goed, maar in de praktijk is de maximale boete verhoogd van 8.000 euro naar 12.500 euro. Voor criminele ondernemers nog steeds een schijntje. Bovendien is de pakkans minimaal, want de Arbeidsinspectie heeft onvoldoende capaciteit om te handhaven. Daar komen 90 extra fte bij. Op papier een versterking, maar in werkelijkheid vergelijkbaar met minister Faber die met 50 marechaussees de Nederlandse grenzen denkt te bewaken. Hooguit een druppel op de gloeiende plaat, maar vooral symboolpolitiek dus.
Tegen deze achtergrond was ik niet heel verbaasd over het meest recente voorstel dat Van Hijum op 6 februari naar de Kamer stuurde: werkgevers mogen straks geen huur meer inhouden op het loon van arbeidsmigranten. Dit voorkomt afhankelijkheid, maar maakt het tegelijkertijd moeilijker om werkgevers verantwoordelijk te houden voor huisvesting. Nog steeds zwabberen dus. Maar wat vooral pijnlijk is: het pakt de criminele ondernemers die misbruik maken van het systeem niet aan. Die houden zich nu al niet aan de regels, dus waarom zouden ze dat straks wel doen? Dit voorstel klinkt misschien dus wel lekker daadkrachtig, maar een échte oplossing biedt dit voorstel niet.
Mijn oproep aan de minister is daarom: stop met zwalkend beleid en symboolpolitiek. Werk vanuit een heldere visie aan uitvoerbare regels die niet alleen goed klinken, maar die in de praktijk ook nog goed werken. En bovenal: investeer serieus in handhaving, want alleen daarmee pakken we de echte boeven aan. Voor zo’n aanpak kan hij rekenen op de leden van de ABU.