ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Nieuwe CAO voor Uitzendkrachten: “Dit is een monumentale wijziging in uitzendland”

Begin april bereikten ABU, NBBU en vakbond LBV een onderhandelaarsakkoord over een nieuwe CAO voor Uitzendkrachten. De cao gaat op 1 januari volgend jaar in en heeft een looptijd van 3 jaar. Vanaf 1 januari 2026 gelden gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten. Dat is een grote stap vooruit. Het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten en mensen in vaste dienst is minimaal gelijkwaardig.

“Met dit cao-akkoord zetten we een majeure stap in de verbetering van de arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten,” aldus ABU-voorzitter Sieto de Leeuw. “Het is de laatste stap naar volledig gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten. Met dit historische akkoord wordt volledig uitvoering gegeven aan het SER-MLT-advies uit 2021 en bereiden we de branche voor op de verwachte invoering van de Wet meer zekerheid flexwerkers. Ik ben trots op het bereikte resultaat.”

Ook Marco Stavinga, eerste onderhandelaar van vakbond LBV is blij met het bereikte resultaat. “Dit is een monumentale wijziging in uitzendland. Uitzendkrachten krijgen recht op alle arbeidsvoorwaarden die ook gelden voor medewerkers in dienst van een opdrachtgever. Dat gaat veel verder dan de inlenersbeloning die tot nu toe werd gehanteerd. Dat is echt winst voor uitzendkrachten.”

“Uitzenden is niet bedoeld om arbeidskosten te verlagen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent dat je verantwoordelijkheid neemt voor je uitzendkrachten, met de beloning die daarbij hoort.”

Sieto de Leeuw, voorzitter ABU

Einde concurrentie op arbeidsvoorwaarden

De Leeuw ziet dat de doelen uit het SER-akkoord van 4 jaar geleden per 1 januari 2026 werkelijkheid worden: uitzendkrachten krijgen meer zekerheid en er komt een einde aan concurrentie op arbeidsvoorwaarden. “Uitzendkrachten moeten minimaal dezelfde waarde aan arbeidsvoorwaarden krijgen als vaste medewerkers bij de opdrachtgever,” zegt hij. “Die voorwaarden hoeven niet een-op-een hetzelfde te zijn, maar de totale optelsom moet wel gelijkwaardig zijn.”

Maatwerk voor uitzendkrachten: meer keuzevrijheid

Daarmee komt er volgens Stavinga meer ruimte voor maatwerk en de behoeften van uitzendkrachten. “In cao’s zijn tal van afspraken gemaakt over bijvoorbeeld vakantiedagen, een fiets van de zaak of korting op een sportschoolabonnement. Er kunnen zaken worden uitgeruild, mits de optelsom uiteindelijk gelijkwaardig is. Zo zou een scholier of student zijn vakantiedagen kunnen omzetten in salaris.” Wel worden er volgens De Leeuw duidelijke richtlijnen opgesteld over wat wel en wat niet uitgeruild kan worden. “Het moet geen wildwest worden en opnieuw aanleiding geven voor concurrentie op arbeidsvoorwaarden.”

Verbeterde pensioenregeling in 2026

Naast de gelijkwaardige beloning zijn er een aantal andere belangrijke afspraken gemaakt, benadrukt Stavinga. “Per 1 januari volgend jaar wordt de nieuwe marktconforme pensioenregeling ingevoerd, een aanzienlijke verbetering voor uitzendkrachten.” Verder wordt fase B verkort van 3 tot 2 jaar, zodra de Wet meer zekerheid flexwerkers in werking treedt, zo maakt hij duidelijk. “Daarnaast wordt de onderbrekingstermijn tussen 2 uitzendovereenkomsten – in lijn met de wet – verlengd van 6 naar 60 maanden.”

Constructieve samenwerking met LBV

“De invoering van de afspraken is een grote operatie”, constateert De Leeuw. “Om per 1 januari 2026 alles te kunnen invoeren was tijdig duidelijkheid nodig. Het is immers een flinke klus voor uitzenders: bij inleners moeten arbeidsvoorwaarden in kaart worden gebracht, de salarissystemen moeten worden aangepast en intercedenten opgeleid.” Maar het overleg met FNV, CNV en De Unie bleek lastig, constateert De Leeuw. “De 3 bonden stapten meerdere keren uit het overleg en kwamen met voorwaarden waar wij niet mee uit de voeten konden. Eind maart hebben ABU en NBBU een ultieme poging gedaan om alle vakbonden zonder voorwaarden vooraf aan tafel te krijgen. Zodat er nog voldoende tijd zou zijn om de afspraken in te voeren. FNV, CNV en De Unie wezen ook die uitnodiging af. Alleen LBV ging erop in. Samen met hen is op een constructieve manier gewerkt aan dit onderhandelingsakkoord. Daardoor hebben we op tijd dit akkoord kunnen bereiken.”

“We hebben goede afspraken met elkaar gemaakt, waarmee de inkomens- en werkzekerheid van uitzendkrachten wordt versterkt. Dat is wat telt.”

Marco Stavinga, eerste onderhandelaar LBV

Goede afspraken voor betere werk- en inkomenszekerheid

De weigering van de andere bonden om aan tafel te komen, heeft ook de LBV verbaasd, zegt Stavinga. “Deze afspraken die nu zijn gemaakt, vloeien voort uit de afspraken die door sociale partners in het SER-MLT-advies zijn gemaakt. Dan is het gek dat de andere bonden niet meedoen.” Maar maakt dat het akkoord kwetsbaar of juist sterker? “De sterkte van een akkoord hangt af van de inhoud,” aldus De Leeuw. “En die inhoud is sterk en volstrekt overeenkomstig het SER-MLT-advies. ABU, NBBU en LBV hebben hun verantwoordelijkheid genomen om dat in deze cao te regelen.” Stavinga sluit zich daarbij aan. “We hebben goede en duidelijke afspraken met elkaar gemaakt, waarmee de inkomens- en werkzekerheid van uitzendkrachten wordt versterkt. Dat is wat telt.”

Belangrijkste afspraken cao-akkoord

  • Uitzendkrachten krijgen per 1 januari 2026 recht op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden.
  • Het totale arbeidsvoorwaardenpakket moet ten minste gelijkwaardig zijn aan de totale arbeidsvoorwaarden van de werknemer in dienst van de opdrachtgever.
  • Dit betekent dat de arbeidsvoorwaarden in de praktijk niet dezelfde hoeven te zijn, maar dat de totale optelsom van arbeidsvoorwaarden wel dezelfde waarde moet hebben.
  • Fase-B wordt verkort van 3 jaar tot 2 jaar, zodra de Wet meer zekerheid flexwerkers in werking treedt.
  • De onderbrekingstermijn tussen 2 uitzendovereenkomsten wordt verlengd van 6 maanden naar 60 maanden, zodra de Wet meer zekerheid flexwerkers in werking treedt.
  • De nieuwe marktconforme pensioenregeling wordt per 1 januari 2026 ingevoerd.

Wijzerbelonen.nl helpt bij implementatie cao

“De implementatie van gelijke arbeidsvoorwaarden is complex,” zegt Stavinga. “Dat moet zorgvuldig gebeuren. Voor opdrachtgevers en uitzendbureaus ontwikkelden ABU en NBBU het informatieplatform Wijzerbelonen.nl, waar alle informatie te vinden is over (het bepalen van) gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden. De ABU ondersteunt zijn leden daarnaast uitgebreid. Ook gaan de cao-partners de uitvoerbaarheid van de cao nauwgezet monitoren, aldus Stavinga. “Het moet in de praktijk voor uitzenders en inleners wel werkbaar zijn. Waar nodig zullen we aanvullende afspraken maken om onduidelijkheden weg te nemen en bureaucratie te voorkomen.”

Opdracht voor opdrachtgevers: neem verantwoordelijkheid voor je uitzendkrachten

Tot slot: wat betekenen deze cao-afspraken voor de toekomst van de uitzendbranche? De Leeuw: “Het komt nog meer dan voorheen aan op goed werkgeverschap van uitzendondernemingen. In een krappe arbeidsmarkt ligt er een uitdaging om mensen aan je te binden, te investeren in hun ontwikkeling en in goed en veilig werk. Degene die dat het beste doet, weet uiteindelijk de beste opdrachtgevers te contracteren.” Maar het betekent ook iets voor opdrachtgevers, stelt hij. “Arbeid is geen goedkoop product en uitzenden is niet bedoeld om arbeidskosten te verlagen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent dat je verantwoordelijkheid neemt voor je uitzendkrachten, met de beloning die daarbij hoort. Dat is precies waar deze cao voor zorgt.”

Gerelateerde artikelen