Uitzendwerkgevers: gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden regelen we aan de cao-tafel
Uitzendwerkgevers (ABU en NBBU) roepen op om het overleg voort te zetten om te komen tot een zorgvuldige invoering van gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden in de CAO voor Uitzendkrachten.
De vakbonden willen nu niet verder onderhandelen als niet per direct wordt voldaan aan de toepassing van totale gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden. De onverwachte verzwaring van hun eisen sluit niet aan bij het traject dat sociale partners sinds 2021 samen doorlopen. Daarnaast is een directe invoering van totale gelijkwaardigheid niet mogelijk. “Een snelle aanpassing zonder goede voorbereiding is onverantwoord,” zegt Jurriën Koops, directeur van de ABU. “De toepassing van gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden is, gezien de grote verscheidenheid en verschillen bij opdrachtgevers, een onmogelijke uitdaging en leidt tot chaos als dit niet op een zorgvuldige wijze gebeurt.”
Koops benadrukt dat de uitspraak van de Hoge Raad waarnaar vakbonden verwijzen niet direct iets zegt over de CAO voor Uitzendkrachten die tussen dezelfde vakbonden en werkgevers is afgesloten.
De uitzendsector werkt sinds 2021 samen met de vakbonden aan gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden, zoals aanbevolen in het SER-MLT-advies. “Met de nieuwe pensioenregeling vanaf 2026 en eerdere stappen in de inlenersbeloning hebben we al grote verbeteringen gerealiseerd. De arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten zijn al grotendeels gelijkwaardig en dat project willen we graag afronden. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt dat we op de juiste weg zijn. Het is aan de cao-tafel waar vakbonden en werkgevers die gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden moeten regelen. Laten we geen tijd verspillen. We roepen de bonden op om snel weer aan tafel te komen,” aldus Marco Bastian, directeur van de NBBU.