Stelling: de krapte op de arbeidsmarkt is een probleem
Ronald Dekker, arbeidseconoom TNO en medeauteur van het boek Schaarste bestaat niet:
“Werkgevers schreeuwen moord en brand, zonder zelf in actie te komen”
“Het valt wel mee met de krapte. Natuurlijk: werkgevers ervaren nu dat het moeilijker is om aan personeel te komen. Maar men schreeuwt moord en brand, zonder naar zichzelf te kijken. Tijdens de vorige periode van schaarste – vlak voor de financiële crisis – heb ik dit fenomeen onderzocht. De vragen die ik stelde aan werkgevers: ‘Heb je al eens nagedacht over een andere manier van werven? Om je personeel meer uren te laten werken? De lonen te verhogen? Mensen uit andere doelgroepen te werven? Zelf op te gaan leiden? Het was een lijstje van zo’n tien vragen, en de meeste werkgevers beantwoordden negen van de tien vragen met ‘nee’. Werkgevers doen dus bedroevend weinig. Wat toen gold, geldt nu ook: ga eerst met die tien vragen aan de slag, dan zal je zien dat je zelf de krapte voor een groot deel kunt oplossen. Een verschil met de vorige periode van schaarste is de coronacrisis. Een aantal sectoren heeft veel werknemers moeten laten gaan door de lockdowns. Die mensen hebben elders leuker werk gevonden, vaak nog beter betaald ook. Nu alles weer open is, blijkt het niet eenvoudig hen terug te halen. Je moet dan constateren dat mensen gewoon niet graag voor je werken. Voor een aantal sectoren is een belangrijk deel van de oplossing om een fatsoenlijk salaris te betalen. Ook staan er nog ruim een miljoen mensen aan de zijlijn. Hoe je die mensen in beweging moet krijgen? Nee, het probleem is: hoe krijg je de werkgevers in beweging?!”
Willem Westerman, directeur van de Vereniging Van Evenementenmakers (VVEM)
“We redden het elk weekend maar nét”
“De krapte is er absoluut. In de evenementenbranche hebben we tijdens de coronacrisis veel mensen moeten laten gaan. Nu alles weer volop draait, moeten we heel hard ons best doen om mensen terug te krijgen. Elk weekend redden we het maar nét. Die punten die Ronald Dekker noemt, daar zijn wij ook mee bezig. We moeten meer doen dan ‘verleiden’ alleen. We leiden meer op en onderhouden goede contacten met scholen. Dat is ook voor de beeldvorming belangrijk. Want een jongere vindt evenementenwerk leuk, maar zijn moeder is niet vergeten hoe hard onze sector is geraakt tijdens de coronacrisis. Daarom zetten we nu ook meer in op binden en boeien, een leven lang leren. Het gaat niet alleen om ‘vinden’, maar ook om ‘houden’: die jongere moet kunnen doorgroeien. Waar we eerst een jonge branche waren, zetten we nu nadrukkelijk in op alle leeftijden. Ook betalen we mensen meer. Dat is niet iets wat we zelf gepland hebben, maar waar de huidige krapte ons toe dwingt. Maar het belangrijkste punt is dat er ruimte moet zijn voor goed geregeld flexibel werk. Onze sector draait om kortdurende, incidentele opdrachten en dus maken wij relatief veel gebruik van flexibel personeel. Het helpt dan niet dat flexwerk zo in het verdomhoekje zit. De meeste flexwerkers kiezen bewust voor vrijheid en zelfstandigheid. Het bashen van flexwerk is contraproductief. We zouden er in Nederland juist voor moeten zorgen dat uitzendwerk en zzp-schap fatsoenlijk geregeld worden.”
Hoe kijkt de ABU naar de krapte?
De oplossing voor de krapte zit grotendeels in de arbeidsmarkt zelf. Want we kunnen meer werken, anders werken en de mensen die nog niet werken, aan werk helpen. Dat gaat alleen niet vanzelf. De meeste bedrijven en organisaties zijn volop bezig met de dagelijkse bedrijfsvoering. Uitzendbureaus hebben de kennis en kunde in huis om te helpen bij het vinden van de juiste kandidaten, inclusief opleiding en begeleiding en het adviseren van klanten over duurzame inzetbaarheid en anders organiseren van werk. De uitzendbranche kan daarmee een sleutelrol spelen om de arbeidsmarktkrapte tegen te gaan.