Onderwijs en praktijk smelten samen bij ESPEQ Bouwopleidingen
Het opleiden van nieuwe vakmensen – onder wie jongeren – voor de bouw en techniek is cruciaal om de grote personeelstekorten tegen te gaan. Het onderwijs en de praktijk zo dicht mogelijk bijeenbrengen, is de grote uitdaging. Dit gebeurt bij ESPEQ Bouwopleidingen in Heerhugowaard door nauwe samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs. Naast vakkennis en innovatie spelen werknemersvaardigheden een belangrijke rol.
Wie de Bouw & Techniek Campus van ESPEQ bezoekt, waant zich in een regulier ‘maakbedrijf’. Wat opvalt zijn de vele jonge vakmensen. In verschillende werkruimten worden timmerlieden, tegelzetters, metselaars, schilders en vaklieden voor de timmerindustrie opgeleid. In de schilderhal is een groep leerlingen druk bezig met schuren, plamuren en kitten. “Dit is nog maar onze vierde dag, maar het lukt al aardig. Ik had er vooraf wel zin in, maar ik had niet gedacht dat ik dit zo leuk zou vinden. Hier ga ik zeker mee door,” vertelt een van hen. Zo begint het.

Onafhankelijk
Dit opleidingsbedrijf werd ruim veertig jaar geleden opgericht door bouwbedrijven om nieuwe vakmensen dicht op de praktijk op te leiden. “Door samenwerking met onze bedrijven is dit mogelijk. Doordat zij leerlingen inzetten, betalen zij via de detachering mee aan onze dienstverlening en toevoegde waarde op het gebied van scholing, continuïteit in het opleiden en de promotie van bouwopleidingen. Dit laatste gebeurt op scholen, in voetbalkantines en bij huttenbouwdagen in de zomervakantie. Wij krijgen geen financiering van het Rijk en zijn niet afhankelijk van de overheid. We worden gedragen door de sectoren die we bedienen. Deze formule biedt grote continuïteit in het opleiden. Het is de afgelopen veertig jaar altijd doorgegaan, ook als het conjunctureel even wat minder ging,” vertelt Stef Noppers, manager relatiebeheer & marktontwikkelingen van ESPEQ.
“Onze kracht is de persoonlijke begeleiding om te groeien van leerling naar professional”
Nauwe samenwerking
Tegenwoordig volgt 99 procent van de 400 leerlingen een bbl-traject voor leren (een dag per week) en werken (vier dagen). Ze komen in dienst bij ESPEQ dat hen tijdens de opleiding van twee of drie jaar plaatst bij een van de bouwbedrijven. Na de opleiding komen ze direct in dienst bij dat bedrijf. Ook dan kunnen ze verder leren op deze campus. Net zoals vakmensen van andere bedrijven er trainingen en opleidingen volgen.
Er wordt nauw samengewerkt met het plaatselijke roc. Het Talland College heeft eigen lesruimten en hun docenten geven les op de campus, soms samen met een instructeur van ESPEQ. In de metselwerkplaats krijgt een groep leerlingen van het Talland College net instructies voor traditioneel metselwerk dat zij die middag gaan uitvoeren. Noppers: “Het is voor buitenstaanders niet duidelijk of een docent van het roc lesgeeft of een instructeur van ESPEQ. Dat maakt ook niet uit. We werken hier echt nauw samen. Het Talland College wijst ook leerlingen naar ons door wanneer ze kiezen voor een bbl-opleiding in ons vakgebied.”

Opleidingstraject
Jongeren die na de middelbare school instromen bij ESPEQ volgen eerst twee introductieweken. “Als zij verder willen en wij het zien zitten, kunnen ze aan de slag. Hun motivatie is belangrijk, want opleiden is kostbaar. Ze volgens zes tot acht weken een basisopleiding en dan start hun bbl-traject bij een bedrijf. Een kleine groep leerlingen kan deze stap direct zetten, omdat ze al een voorsprong hebben. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat ze een bijbaan in de bouw hebben of omdat ze opgroeien in een gezin met een eigen bouwbedrijf, waardoor ze al praktijkervaring en voorkennis hebben,”, vertelt Noppers. De ontwikkeling van leerlingen staat centraal. ESPEQ zorgt voor de begeleiding van leerlingen op de werkplek. Samen met hun leermeester op de werkplek worden tijdens de gehele opleiding voortgangsgesprekken gehouden.
ESPEQ Vakmansgroep is het detacheringsbureau van ESPEQ Bouwopleidingen. “Hiermee bieden we maatwerktrajecten aan kandidaten voor wie het reguliere mbo niet passend blijkt. Door de faciliteiten van het opleidingsbedrijf kunnen we het verschil maken in maatwerkoplossingen en aanvullende scholing. Dit kunnen korte of langere trajecten zijn die passen bij de behoeften van klanten.” Deze trajecten worden ook aangeboden aan zij-instromers en statushouders. “Iedere nieuwe collega telt voor de bouwbedrijven. Als wij het talent en de motivatie zien, kijken we wat bij iemand past om aan de slag te gaan in een van onze bouwberoepen.”
"Iedere nieuwe collega telt voor de bouwbedrijven. Als wij het talent en de motivatie zien, kijken we wat bij iemand past om aan de slag te gaan in een van onze bouwberoepen."
Stef Noppers, manager relatiebeheer & marktontwikkelingen van ESPEQ
Innovatiekracht
Bij de opleidingscampus is er veel aandacht voor innovatie. Door de nauwe banden met bedrijven waar vakmensen aan de slag gaan, wordt al vroeg rekening gehouden met hun manier van werken en nieuwe ontwikkelingen. Om duurzaam en comfortabel te bouwen, is luchtdicht bouwen bijvoorbeeld een belangrijke ontwikkeling. Daar gaan leerlingen mee aan de slag in de verschillende werkruimten of buiten, waar een complete nieuwbouwwoning staat om de op- en afbouw te oefenen. ESPEQ heeft ook eigen machines zoals hoogwerkers, een kraan of specialistische schilderspuitmachines. “Die zie je niet bij alle opleiders.”
Acclimatiseren
Alle leerlingen optimaal voorbereid op de dagelijkse praktijk, niet alleen vakinhoudelijk. “Een belangrijk onderdeel is dat zij naast hun vak de juiste basiswerknemersvaardigheden ontwikkelen. Dat is net zo belangrijk om een goede werknemer te worden,” licht Noppers toe. “Vooral bij leerlingen die net van de middelbare school komen, kan het best een grote stap zijn om opeens de werkdiscipline aan te leren. Daarom vinden we het een groot goed dat ze bij ons kunnen acclimatiseren en wat tijd krijgen om dit te ontwikkelen. Soms gaat dat met vallen en opstaan. De levensfase van jongeren mag geen excuus zijn, maar het is wel een factor om rekening mee te houden. We betrekken daarom ook ouders actief bij de ontwikkeling van hun kinderen.”
