ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

“Een leven lang ontwikkelen moet een permanent onderdeel zijn van iemands werkzame leven”

Over Kim Putters:

Sinds september vorig jaar is Kim Putters voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER). Daarvoor was hij negen jaar directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Van 2003 tot 2013 was Putters Eerste Kamerlid voor de PvdA. In 2022 werd hij benoemd tot universiteitshoogleraar ‘Brede Welvaart’ aan Tilburg University voor één dag in de week. Tot 1 september 2022 was hij hoogleraar Beleid en Sturing van de Zorg in de Veranderende Verzorgingsstaat aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Uw carrière kent een mooi verloop: van uitzendkracht tot voorzitter van de SER…

(Lachend) “Dat klopt inderdaad! In mijn studententijd heb ik als uitzendkracht in de horeca gewerkt. Ik herinner mij uit die tijd dat ik er trots op was om in het werkende leven terecht te komen en wat geld te kunnen verdienen.”

Als u kijkt naar de huidige arbeidsmarkt, wat valt dan op?

“Er zijn zorgen, maar ik zie tegelijkertijd kansen. Mijn voornaamste zorg is dat er een grote groep mensen is die soms ongewild onzekerheid ervaart over werk en inkomen. Zij zitten soms in constructies waar ze zelf liever niet in zitten. Dat is een heel andere situatie dan van mensen die zelf kiezen voor een flexconstructie. Daarom is het goed dat het kabinet schijnzelfstandigheid wil aanpakken en flexibel werkenden meer vastigheid geeft, zeker in sectoren waarin veel vraag is naar arbeid en er eigenlijk geen reden is om alsmaar korte contracten aan te bieden. Het kabinet volgt daarmee het middellangtermijnadvies (MLT) van de SER. Maar ik zie ook kansen, bijvoorbeeld op het terrein van digitalisering. Daarvoor is bijscholing nodig. En verduurzaming biedt kansen op nieuw werk én vraagt flexibiliteit van werkgevers en werknemers om met onzekerheid om te gaan. Dat is trouwens geen tegenstelling, maar het mooie van deze tijd.”

Is dat SER-MLT-advies een mijlpaal in uw ogen?

“Ik vind dat advies een grote stap voorwaarts in de hervorming van de arbeidsmarkt. Er is een goede balans gevonden: aan de ene kant wordt flexibel werk gereguleerd, maar het vaste contract wordt tevens iets minder vast. Laten we nu commitment tonen en dit advies daadwerkelijk uitvoeren. Want er is in dit land geen gebrek aan adviezen, maar wel aan slagkracht en uitvoeringskracht. De politiek en sociale partners zullen nu de daad bij het woord moeten voegen.”

U ziet het begrip ‘brede welvaart’ als basis voor de SER-adviezen. Wat houdt dat concreet in?

“Om brede welvaart dichterbij te brengen moeten we werken aan verdienvermogen, verduurzaming van onze economie en sociale gelijkheid. Daarnaast zien we dat de arbeidsmarkt door nieuwe technologieën en digitalisering enorm verandert. Voor veel werkenden brengt dat onzekerheid: kan ik nog wel aan het werk blijven? Daarom is het essentieel dat we vol inzetten op scholing en een leven lang ontwikkelen. Daar is een sterke publieke infrastructuur voor nodig, waarbij ook werkgevers hun verantwoordelijkheid moeten invullen.”

 

“Er is in dit land geen gebrek aan adviezen, maar wel aan slagkracht en uitvoeringskracht.”

Toch is er nog altijd een grote groep werkenden die niet of weinig aan scholing doet.

“Dat klopt inderdaad. En dus moeten er nog veel stappen worden gezet om een leven lang ontwikkelen vanzelfsprekend te laten zijn. Dan gaat het trouwens niet alleen om diploma’s halen. Vanuit de SER werken we aan de validering van skills. Het zichtbaar maken van opgedane vaardigheden maakt de arbeidsmarkt toegankelijker, ook voor wie weinig diploma’s heeft, en maakt overstappen naar een andere baan makkelijker. Dat geldt natuurlijk evenzeer voor mensen die werkzoekend zijn en zich willen laten bijscholen.”

Een leven lang ontwikkelen moet meer onderdeel van ons onderwijssysteem zijn?

“Ja, dat is waar we naartoe moeten. Het besef dat het jezelf ontwikkelen niet stopt als je een diploma hebt gehaald. Maar dat het een permanent onderdeel vormt van je werkzame leven en er een band blijft met het onderwijs. Dat is een fundamentele verandering die op onze arbeidsmarkt en in ons onderwijs nodig is. We moeten het veel makkelijker maken dat mensen binnen hun organisatie of bedrijf naar ander werk kunnen gaan én eenvoudiger van-werk-naar-werk kunnen bewegen. Of vanuit een niet-werksituatie naar werk. De uitzendbranche kan een belangrijke rol spelen door goed werkgeverschap vorm te geven. Enkele maanden geleden heb ik de inspiratiegids Goed op weg van de ABU en AWVN in ontvangst mogen nemen. Met daarin zeven mooie voorbeelden van hoe mensen van-werk-naar-werk zijn gebracht. Daar was ik erg van onder de indruk.”

In het SER-MLT-advies is tevens afgesproken werk- en inkomenszekerheid van uitzendwerk te vergroten. Wat vindt u van de koers waar de ABU voor kiest?

“Ik vind het te prijzen dat de ABU kiest voor een kwaliteitsstrategie waarin goed werkgeverschap en het vergroten van de werk- en inkomenszekerheid van uitzendkrachten vooropstaat. Ik denk dat het thema ‘goed werk’ de komende tien jaar een belangrijk debat gaat worden. Wat is precies goed werk? Hoe waarderen we dat? Wat betekent dat voor arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en leercultuur? Die discussie gaat de komende jaren zeker gevoerd worden. Het is heel goed dat ook de uitzendbranche daar een stevige impuls aan geeft.”

Inmiddels is er, als uitvloeisel van datzelfde MLT-advies, wetgeving die uitzendwerk reguleert. Maar vooralsnog blijft zzp-wetgeving uit. Dat kan leiden tot een vlucht naar zzp en de arbeidsmarkt verder uit balans brengen…

“In het MLT-advies hebben we bewust de samenhang tussen diverse voorstellen gezocht en consensus gevonden tussen werkgevers en werknemers. Maar in de uitvoering kan het soms lastig zijn. Het is geen onwil dat niet alles tegelijk kan, maar er moeten wel stappen gezet worden. Het is immers niet voor niets dat we in de SER onze handtekening hebben gezet onder een samenhangend pakket.”

Kunnen de Provinciale Statenverkiezingen nog van invloed zijn?

“Zonder meer. De politieke verhoudingen na de Statenverkiezingen zullen bepalen hoe snel wetgeving door de Eerste Kamer komt. Maar we moeten absoluut zien te voorkomen dat de noodzakelijke hervormingen op de arbeidsmarkt dusdanig in de vertraging komen, dat pas weer in een volgend kabinet besluiten worden genomen.”

Veel jongeren kiezen er zelf voor om als zzp’er of platformwerker aan de te slag gaan. Hoe ziet u de afweging tussen keuzevrijheid en het belang van goede sociale bescherming?

“De groep zzp’ers is erg gevarieerd. Er zijn mensen die bewust voor het zzp-schap kiezen tot en met mensen die geen alternatief zien. Op welke manier je wilt werken, is soms een individuele keuze en voelt soms noodgedwongen. Maar collectieve voorzieningen draag je met z’n allen. Dus als het gaat om sociale zekerheid, arbeidsongeschiktheid, pensioen en scholing, dan zijn dat collectieve voorzieningen waar niemand zich aan zou moeten onttrekken. De keuzevrijheid is dus niet absoluut. Samenleven betekent ook dat je rond collectieve voorzieningen afspraken maakt die te maken hebben met fatsoen en een bestaansminimum voor iedereen. We laten uiteindelijk niemand aan z’n lot over, als de nood hoog is.”

 

“Sociale zekerheid, arbeidsongeschiktheid, pensioen en scholing zijn collectieve voorzieningen waar niemand zich aan zou moeten onttrekken

 

Als we even een uitstapje maken naar de actualiteit: we kampen met een historisch hoge inflatie. Vreest u dat de armoede daardoor kan toenemen?

“Ik maak me daar zeker zorgen over. De klappen vallen steeds bij dezelfde groep, mensen die op of onder het bestaansminimum zitten. Bovendien zie je dat een toenemend aantal bedrijven door de energiecrisis in de problemen komt, terwijl we het bedrijfsleven hard nodig hebben om onze welvaart voor een grote groep mensen op peil te houden.”

De uitzendbranche werkt met de Nederlandse Schuldhulproute samen om uitzendkrachten financieel fit te houden. Een goed initiatief?

“Een uitstekend initiatief. Voor mensen aan de basis van de arbeidsmarkt is budgetbegeleiding en schuldhulpverlening van groot belang. De afgelopen jaren is een flinke slag gemaakt om de schuldenproblematiek uit de taboesfeer te halen. Daardoor wordt het makkelijker voor werknemers om bij financiële problemen het gesprek met hun werkgever aan te gaan. Dat gesprek kan enorm helpen om te voorkomen dat mensen (verder) in de problemen komen. Het is dus heel goed dat uitzendorganisaties daarbij ondersteunen.”

Tot slot: hebt u nog een advies voor de uitzendbranche?

“Laten we samen oplopen, als volwaardige partners. Ik wil de ABU aanmoedigen om vast te houden aan de ingezette kwaliteitsstrategie. Goed werkgeverschap gaat over een goed salaris, een inclusieve bedrijfscultuur bieden, zeggenschap over het eigen werk en de werk-privébalans, loopbaanmogelijkheden en ruimte voor opleiding en ontwikkeling. Ik hoop dat de uitzendbranche de komende jaren nog nadrukkelijker gaat investeren in een betere leer-werkcultuur. En uitzendkrachten daarmee voorbereidt op hun toekomst en eventueel een volgende stap naar ander werk. Als uitzenders die rol pakken, kan de uitzendbranche een cruciale speler op de arbeidsmarkt zijn.”

Gerelateerde artikelen