Het verschil maken begint bij één vraag
Een paar jaar geleden werkte ik als intercedent. Dagelijks sprak ik klanten en kandidaten, altijd op zoek naar de juiste match. Zo ook toen een vaste klant mij vroeg om een financieel administratief medewerker te vinden. Ik selecteerde 3 kandidaten en nodigde hen uit.
Toen de eerste kandidaat binnenkwam, betrapte ik mezelf op een schrikreactie vanwege haar opvallende uiterlijk. Dat voelde niet goed. Want ik wíl niet dat uiterlijk mijn oordeel bepaalt. Bij het koffiezetapparaat nam ik een moment voor mezelf: scherp zijn, dezelfde vragen stellen als bij iedereen, kijken naar wat echt telt; ervaring en vaardigheden! En ja, zij bleek de beste van de 3.
Ik stelde haar voor aan de klant. Kort na hun gesprek belde hij: “Heb je niet nog iemand anders? Ik twijfel.” Ik had nog andere kandidaten, maar vroeg hem bewust: “Wat maakt dat jullie deze kandidaat niet vinden passen bij de functie?” Het bleef stil. Tien minuten later belde hij terug: “Je hebt gelijk. Dit is een goede kandidaat, we gaan het proberen.” Het werd een succesvolle plaatsing. Met heel veel plezier heeft ze er tot het einde van de opdracht gewerkt.
Dat moment leerde mij hoe krachtig het is om kritisch door te vragen. Vaak zijn we ons niet eens bewust van de aannames die meespelen in onze keuzes. Als intercedent heb je de kans – en de verantwoordelijkheid – om die aannames zichtbaar te maken. Soms is 1 scherpe vraag genoeg.
Op Diversity Day realiseer ik me nog meer: diversiteit en inclusie ontstaan niet alleen door beleid of mooie woorden, maar door kleine momenten van bewustwording in de praktijk. Door stil te staan bij je eigen reflexen, en die van de ander. Door de juiste vragen te durven stellen. Want diversiteit en inclusie zit in de kleine keuzes die je elke dag maakt. Keuzes die bepalen of iemand wel of geen kans krijgt.