“De stelling klopt niet. Draai deze om: als de arbeidsmarkt het wil, kan iedereen daar een plekje op krijgen. Waarom zou iedereen in die arbeidsmarkt moeten passen? Waarom passen we niet juist die arbeidsmarkt aan? Hetzelfde geldt voor de term ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’. Draai het maar om: de arbeidsmarkt heeft een afstand tot mensen. Kortom, het gaat om een mentaliteitsverandering. Waartoe is er een arbeidsmarkt? Enkel om economische meerwaarde te creëren? Of willen we ook maatschappelijke meerwaarde creëren? Het is toch frappant: als we een brug bouwen, spreken we over een investering. Maar als we het over werkenden hebben, of de weg naar werk, dan hebben we het ineens over kosten. Om te zorgen dat iedereen een plekje krijgt, moeten we kijken naar de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze zou beter gewaardeerd moeten worden: aan de bovenkant wat eraf, aan de onderkant wat erbij. Overigens is ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’ ook een rare term. De schoonmakers, de koffersjouwers, de pakketbezorgers: als zij hun werk niet doen, functioneert de maatschappij niet goed. Deze mensen vormen dus niet de onderkant van de arbeidsmarkt, maar juist de
basis. Ook heel raar: hoe hoger je in Nederland op de ladder staat, hoe meer mogelijkheden je hebt tot een leven lang leren. Maar hoogopgeleiden redden zichzelf wel. We moeten ons juist inspannen om scholing en ontwikkeling veel beter beschikbaar te maken voor de werkenden aan de basis. Dat is immers de groep die er het meest belang bij heeft.”