“Publieke en private partijen moeten handen ineenslaan”
De eerste honderd dagen bij UWV zijn achter de rug. Hoe heeft u die ervaren?
“Heel positief. De eerste drie maanden stonden vooral in het teken van het leren kennen van de organisatie en van de mensen. Ik heb al veel UWV-vestigingen bezocht en dat blijf ik komende periode doen. Dan gaat het niet alleen om gesprekken met collega’s. Ik wil tevens ervaren hoe het is om cliënt van UWV te zijn. Dus heb ik zelf WW aangevraagd en bijvoorbeeld een gesprek gevoerd over de re-integratieverplichtingen die bij horen. Mijn UWV-collega’s doen hun werk voor mensen die van ons afhankelijk zijn voor hun inkomen, maar die ook van ons afhankelijk zijn voor de bemiddeling naar werk. Dus vind ik het belangrijk om zelf te ervaren hoe dat voelt.”
En lachend: “Maar die WW-aanvraag is weer ingetrokken. Want ik hoop nog wel even bij UWV te blijven.”
In een eerder interview zei u: alles moet draaien om een betere dienstverlening aan onze burgers.
“Ja, dat is waar ik elke dag voor opsta. En dat is ook wat ik in mijn eerste honderd dagen bij UWV heb gezien: de persoonlijke drive van onze medewerkers om het verschil te maken in het leven van mensen. Door ervoor te willen zorgen dat zij weer een baan kunnen vinden.”
Over Judith Duveen
Half januari werd Judith Duveen aangesteld als nieuwe directeur van UWV WERKbedrijf. Na haar studie aan de Universiteit van Amsterdam werkte ze vanaf 2002 tot 2015 op diverse ministeries. Daarna werkte Duveen in diverse functies bij de gemeente Amsterdam. Van 2018 tot haar aantreden bij UWV, was zij bij de gemeente directeur Werk en Participatie.
En u wilt daarnaast iets doen aan de beeldvorming over mensen zonder werk?
“De meeste mensen die spreken over uitkeringsgerechtigden, hebben zelf een baan. Dan is het moeilijk om je te verplaatsen in de situatie van mensen die geen werk hebben. Ik vind het onze plicht om dat continu wel te doen. Iedereen die werkloos is, heeft een individueel verhaal. Als je luistert naar die individuele verhalen, kom je dichter bij wat mensen nodig hebben. En daar moet je dan ook in je taalgebruik rekening mee houden. Door niet over klanten te spreken, maar over mensen. Door niet over het granieten bestand te spreken of over een kaartenbak. Het zijn gewoon mensen, zoals jij en ik.”
Welke grote opgave ziet u op de huidige arbeidsmarkt?
“Er staan heel veel vacatures open en werkgevers kunnen moeilijk mensen vinden. Tegelijkertijd sluit het aanbod van werkzoekenden niet altijd aan op de vraag van werkgevers. Dit komt omdat werkgevers vaardigheden, ervaring of diploma’s vragen die werkzoekenden niet hebben. Die krapte en mismatch zie ik als het voornaamste probleem op de arbeidsmarkt.”
Waar liggen mogelijke oplossingen?
“Om die kwalitatieve mismatch op te lossen, zal iedereen anders naar de arbeidsmarkt moeten gaan kijken. Werkgevers moeten niet op zoek gaan naar het schaap met vijf poten, maar ook naar kandidaten die voor 70% aansluiten en vervolgens geschikt gemaakt kunnen worden door extra begeleiding of scholing. En er liggen tevens kansen voor werkgevers door met open hiring aan de slag te gaan. Daarnaast kunnen ze het werk door job carving* anders organiseren, waardoor er meer mogelijkheden ontstaan om mensen uit de Banenafspraak in te zetten. Uitzenders kunnen bij dit alles ook een grote rol spelen.”
“De kracht van alle regionale partners moet worden ingezet om mensen aan werk te helpen.”
Ook scholing is dus essentieel?
“Het belang van scholing is inderdaad erg groot. De arbeidsmarkt, naast dat deze zeer krap is, verandert continu. Zo is er momenteel bijvoorbeeld een fors tekort aan installateurs van zonnepanelen en warmtepompen. Als we tijdig inzetten op deze en aanstaande ontwikkelingen door onder meer de om- en bijscholing van werkenden en werkzoekenden, kunnen we tekorten in de toekomst voorkomen. Bij- en omscholing is dus van groot belang voor de doorontwikkeling van mensen en zorgt ervoor dat zij klaar zijn om een overstap te maken naar een (nieuw) krapteberoep. Zo los je deels de krapte op. Daarnaast geeft de helft van de werkgevers aan dat zij verwachten dat hun werknemers binnen nu en vijf jaar over andere vaardigheden moeten beschikken, onder meer door automatisering en digitalisering. Dit laat nog maar eens zien hoe belangrijk scholing is.”
Is publiek-private samenwerking noodzakelijk om vraag en aanbod bij elkaar te brengen?
“Zonder meer. De opgave op de arbeidsmarkt is niet alleen een opgave van gemeenten en UWV, maar óók van sociale partners en werkgevers. We zullen de handen ineen moeten slaan en ervoor moeten zorgen dat mensen niet de schotten ervaren die in de organisatiestructuren en in de governance zitten.”
Welke rol speelt de uitzendsector in die publiek-private samenwerking?
“In heel veel regio’s werkt UWV nauw samen met de uitzendsector en zijn er veel positieve voorbeelden van die samenwerking. De uitzendsector is een belangrijke partner om mensen op een laagdrempelige manier vanuit de WW naar werk te helpen. Vijfentwintig procent van de WW’ers vindt via een uitzendorganisatie de weg terug naar de arbeidsmarkt. Een jaar later heeft maar een deel van deze groep een vast contract. Dit aandeel is nog altijd lager dan wanneer iemand direct werk vindt bij een werkgever. UWV vindt het belangrijk dat je mensen op lange termijn zekerheid en een duurzame arbeidsrelatie biedt. Als je daar met elkaar een open gesprek over aangaat, zie je dat publiek-private samenwerking kan werken. Maar er moeten nog wel stappen gezet worden. Dit doen wij samen met uitzendorganisaties.”
Hoe kijkt u naar de plannen voor de hervorming van de arbeidsmarkt van minister Van Gennip?
“Ik ben positief over de balans die in de kabinetsplannen is gevonden tussen flexibiliteit en zekerheid. En ik vind het heel positief dat de minister bezig is met de vernieuwing van de arbeidsmarktinfrastructuur. Omdat we het daarmee mogelijk kunnen maken dat mensen, die nu nog langs de kant staan, duurzaam aan het werk gaan.”
“Het investeren in een leven lang ontwikkelen is erg nodig, zeker in deze krappe arbeidsmarkt.”
Waar bent u minder positief over?
“Bij de Voorjaarsnota is er door het kabinet voor gekozen om te gaan bezuinigen op een leven lang ontwikkelen, door het schrappen van het STAP-budget. Daar ben ik wel bezorgd over. Het investeren in een leven lang ontwikkelen is juist erg nodig, zeker in deze krappe arbeidsmarkt. Ik hoop wel dat we blijven investeren in een leven lang ontwikkelen. Want in wat voor baan mensen ook zitten, of dat nu een uitzendbaan of een vaste baan is, we moeten blijven investeren in scholing en leven lang ontwikkelen. Want alleen op die manier hou je mensen op de arbeidsmarkt.”
De minister wil in elke arbeidsmarktregio een Regionaal Werkcentrum opzetten. Is er niet het risico dat dat een nieuw loket wordt, naast de bestaande loketten van gemeenten en UWV?
“De doelstelling van de arbeidsmarktinfrastructuur – en zo hebben wij er als partners altijd over gesproken – is juist om de wirwar van loketten te verminderen en de dienstverlening op één manier te ontsluiten. Dat is de gedachte achter het Regionale Werkcentrum. Als iemand zich meldt bij een gemeente of bij een UWV-kantoor, dan kun je niet zeggen: ‘je bent hier aan het verkeerde adres’. Maar dan hoop ik wel dat wij zeggen: er zijn ook nog samenwerkingspartners die iets voor jou kunnen betekenen. En dat op die manier de kracht van alle partners in de regio maximaal wordt ingezet om diegene te helpen om weer aan het werk te komen.”
Tot slot: wat zou uw boodschap zijn aan de uitzendbranche?
“De uitzendbranche vervult een belangrijke rol voor mensen die aan het werk willen o.a. vanuit een werkloze situatie. Ik zou de branche willen oproepen om zich in te zetten om een groter deel van de uitzendkrachten te laten doorstromen naar vast werk. En dat niet alleen te doen voor mensen die makkelijk aan het werk komen, maar dat ook te doen voor mensen voor wie de afstand tot de arbeidsmarkt wat groter is.”
* Het opsplitsen van bestaande functies om banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking.
Dit artikel is verschenen in ons blad Uitzendwerk van juli 2023
Lees inspirerende verhalen, ervaringen van experts en meer over publiek-private samenwerkingen in deze special.