ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Voorzitter Cedris Mohamed el Mokaddem: "Samen zijn wij de samenleving"

Sinds november vorig jaar is Mohamed el Mokaddem de nieuwe voorzitter van Cedris. De bevlogen bestuurder en ondernemer heeft maar één doel: het aan het werk helpen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Waar komt zijn drive vandaan? Wat ziet hij als zijn belangrijkste uitdaging? En wat is er nodig om de arbeidsmarkt van het slot te halen?

 

Sinds een aantal maanden bent u voorzitter van Cedris. Wat is uw achtergrond?
“Na mijn studie commerciële economie in Rotterdam ben ik als adviseur bij de KNVB aan de slag gegaan. Na de KNVB ben ik bij BMC gaan werken, een adviesbureau dat opdrachten doet in de publieke sector. Daarna heb ik als landelijk woordvoerder van de FIOD gewerkt en als senior woordvoerder van de PvdA Tweede Kamerfractie. In die tijd was er bijvoorbeeld veel te doen over de Wet werken naar vermogen, waardoor ik te maken kreeg met onderwerpen die in het sociaal domein speelden.”

Naast uw werk bent u altijd politiek actief geweest. Hoe ontstond die politieke interesse?
“Mijn afstudeeropdracht deed ik bij de gemeente Rotterdam. Dat was mijn eerste kennismaking met de politiek. En omdat de politiek mij intrigeerde, ben ik gaan kijken wat er in mijn eigen gemeente – de gemeente Westland – gebeurde. Daar zag ik vooral vijftigers en zestigers die politiek actief waren. En ik dacht: waarom mag mijn generatie niet meepraten over de toekomst? Zo ben ik op mijn 21e  raadslid geworden voor progressief Westland, een combinatie van PvdA, GroenLinks en D66.”

Vervolgens werd u wethouder. Een boeiende tijd?
“Jazeker, een ontzettend mooie tijd. Het mooie van het wethouderschap is, dat je echt het verschil kunt maken voor de mensen in je gemeente. Na de verkiezingen van 2014 kreeg ik de portefeuille Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In die tijd werd het SW-bedrijf Patijnenburg geprivatiseerd, waarbij de gemeente 100% aandeelhouder bleef.”

 

Mohamed el Mokaddem, nieuwe voorzitter van Cedris. ABU Uitzendwerk. Foto Marco De Swart

 

In 2017 kondigde u uw afscheid uit de politiek aan. Waarom die stap?
“Ik had geen ambitie om de landelijke politiek in te gaan en wilde na elf jaar in de gemeentelijke politiek wel eens wat anders gaan doen. Ik ben toen directeur HR en Public Affairs geworden bij Koppert Cress, een internationaal agri-bedrijf. Dat was een mooie job, maar ik kwam er wel achter dat ik toch meer een man van de publieke sector ben. Omdat ik altijd het maatschappelijke verschil wil maken.”

Hoe kreeg dat vorm?
“Door een eigen adviesbureau te beginnen, Moveda, dat opdrachten doet in het brede sociaal domein, van de arbeidsmarkt tot de zorg. Nog geen twee maanden nadat ik met het eigen adviesbureau was begonnen, belde de gemeente Den Haag. Of ik programmadirecteur wilde worden van Werkoffensief, een programma dat als doel had om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen. Daar kon ik geen nee tegen zeggen.”

U koos voor een onorthodoxe aanpak. Wat bent u gaan doen?
“Veel gemeenten hebben geen beeld van wie er in het uitkeringsbestand zit. Het is mijn overtuiging dat je mensen moet zien om te weten wat hun dromen en drijfveren zijn. Maar ook om te horen wat hun obstakels en belemmeringen zijn. Want alleen dan kun je de juiste interventies doen. En dan moet je alle beschikbare mogelijkheden gebruiken. Ik heb toen heel bewust de samenwerking met ondernemers in verschillende sectoren en de uitzendsector gezocht. Want ‘publiek’ en ‘privaat’ hebben elkaar nodig om mensen succesvol aan het werk te helpen.”

 

“Het is mijn overtuiging dat je mensen moet zien om te weten wat hun dromen en drijfveren zijn.” – Mohamed El Mokaddem, voorzitter Cedris

 

Kunt u uit die tijd een voorbeeld noemen dat u heeft geïnspireerd?
“Ik herinner mij een vrouw die dacht dat ze arbeidsongeschikt was. Doordat er al tien jaar geen contact met haar was geweest, was ze haar zelfvertrouwen helemaal kwijtgeraakt. Door met haar in gesprek te gaan, begon ze weer te geloven dat ze aan het werk kon. Als gemeente hebben we haar toen in contact gebracht met McDonald’s. Ze werd direct aangenomen. Uiteindelijk zag ze het werk bij McDonald’s toch niet zitten. Maar het aanbod van deze baan gaf haar zelfvertrouwen een enorme boost, waardoor ze in de zorg is gaan werken. Dit voorbeeld laat zien dat er op onze arbeidsmarkt nog heel veel talent is, dat we nu onbenut laten.”

Waar komt de drive vandaan om uzelf te willen inzetten voor deze groep mensen?
“Dat heb ik in mijn opvoeding meegekregen. Mijn ouders hebben altijd benadrukt dat er vanuit de islam een opdracht ligt om de samenleving beter te maken dan dat je hem zelf hebt aangetroffen. Daar komt mijn intrinsieke motivatie vandaan om mensen te ondersteunen die onvoldoende in staat zijn om voor zichzelf op te komen.”

Wat ziet u als uw belangrijkste uitdaging als voorzitter van Cedris?
“Bij mijn aantreden heb ik gezegd: mijn droom is dat Cedris overbodig wordt. Dat zou betekenen dat er een honderd procent inclusieve arbeidsmarkt is. Op dit moment is dat nog een utopie. Want er staan nog meer dan een miljoen mensen langs de kant. Terwijl er tegelijkertijd een enorme krapte op de arbeidsmarkt is. Dat zegt dus iets over hoe onze arbeidsmarkt op dit moment georganiseerd is.”

De arbeidsmarkt zit op slot?
“Ja, die zit op slot. Ik vind het dan ook heel goed dat de ABU een oproep heeft gedaan om te komen tot een Deltaplan voor de arbeidsmarkt. Laten we met een kleine groep van publieke en private partijen en de ministeries van SZW en OCW de koppen bij elkaar steken. En een actieplan maken dat we daadwerkelijk gaan uitvoeren. Een plan waarin de mens centraal staat en waarbij er wordt geïnvesteerd in begeleiding van werkzoekenden en permanente scholing. Het maatschappelijke en politieke draagvlak voor een inclusieve arbeidsmarkt is sterk gegroeid. Nu moet het ook realiteit worden.”

Hoe kijkt u in dat kader naar het regeerakkoord?
“Het lijkt erop dat het kabinet betekenisvolle stappen wil zetten om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren. Daarvoor wordt in het regeerakkoord vijfhonderd miljoen euro vrijgemaakt. Daar moeten tevens alle plannen rond armoede en de schuldenproblematiek uit betaald worden. Als je de problemen op de arbeidsmarkt echt serieus wilt aanpakken, is er een stuk meer geld nodig. Maar laten we vooral in gesprek gaan met elkaar en kijken hoe we zo’n Deltaplan voor de arbeidsmarkt handen en voeten kunnen geven. Onlangs heeft de alliantie Samen werken voor werk – waarin Cedris, NRTO, OVAL en ABU samenwerken – een statement uitgebracht met concrete voorstellen om de weg naar werk duurzaam en eenvoudig te maken. Die voorstellen kunnen nuttige bouwstenen zijn voor een dergelijk Deltaplan.”

Welke oproep zou u aan de (nieuwe) wethouders willen doen als het gaat om activerend arbeidsmarktbeleid?
“Doe het samen. Zoek de publiek-private samenwerking. Maak gebruik van elkaars kwaliteiten. Niet alleen bij sociaal ontwikkelbedrijven, ook bij uitzendorganisaties en private opleiders zit veel expertise als het gaat om het bemiddelen en ontwikkelen van mensen. Er zijn wel onderscheidende rollen. Een uitzendbureau zal bijvoorbeeld niet snel de mensen opvangen die het niet – of nog niet – redden bij reguliere werkgevers. Een sociaal ontwikkelbedrijf kan dat wel. Maar via de contacten van een uitzendbureau zijn er wellicht weer ingangen bij een bredere groep werkgevers. En ook de gemeenten en UWV hebben veel expertise in huis. Dat moeten we bij elkaar brengen. Te vaak is nog de gedachte dat een commerciële partij geen maatschappelijke betrokkenheid heeft en dat een publieke partij niet commercieel kan denken. Daar moeten we echt vanaf. Samen zijn wij de samenleving.”

 

En de uitzendbranche kan daarbij een belangrijke rol spelen?
“Ik blijf het bijzonder vinden dat dat nog een vraag is. Het bemiddelen en scholen van mensen is de core bussiness van de uitzendbranche. Laten we kijken wat we hier in gezamenlijkheid kunnen oppakken, zodat ook de baankansen voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt stijgen. Maar ik zeg wel tegen de uitzendorganisaties: zorg voor duurzame plaatsingen. Het gaat om een kwetsbare doelgroep, die niet gebaat is bij kleine contractjes of werk dat na een halfjaar weer ophoudt. Als je zegt dat we iedereen op de arbeidsmarkt nodig hebben, dan moet je als uitzendbranche de daad bij het woord voegen. Door mensen perspectief te bieden. En niet alleen de kansrijke kandidaten, maar vooral óók die mensen die een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben.”

Over Mohamed el Mokaddem:
Mohamed el Mokaddem was ruim elf jaar politiek actief in de gemeente Westland. Eerst als gemeenteraadslid en later als wethouder met de portefeuille werk, inkomen en participatie. In 2018 ging hij als programmadirecteur aan de slag bij de gemeente Den Haag, met als taak om langdurig werklozen aan een baan te helpen. Eind vorig jaar werd hij benoemd tot voorzitter van Cedris.

 

Dit artikel verscheen eerder in Uitzendwerk – Maart 2022 – Nummer 1. 

Gerelateerde artikelen