ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Uitzendkrachten kwetsbaar én veerkrachtig tijdens eerste jaar Covid-pandemie

Lijnden, 10 mei 2022 – Uitzendkrachten waren kwetsbaar én veerkrachtig tijdens het eerste jaar van de COVID-19-pandemie (2020). Dat blijkt uit de nieuwste Uitzendmonitor met daarin onder meer aandacht voor de rol van de uitzendbranche in het eerste jaar van de COVID-19-pandemie. Zo blijkt dat van de 18.321 uitzendkrachten die in maart 2020 de WW instroomden, 67% aan het einde van dat jaar weer aan het werk was.

Uitzendkrachten speelden een belangrijke rol in het afschalen tijdens de eerste lockdown en later in het jaar bij het opschalen van bedrijven. Dat geldt voor onder andere cruciale beroepen in de niet-specialistische zorg (zoals verzorgenden en medisch praktijkassistenten), in de voedselproductie (zoals tuinders en kwekers, veetelers, land- en bosbouwers) en in vervoer en logistiek (zoals lader, losser, vakkenvuller).

Bijdrage inclusieve arbeidsmarkt

In 2020 werkten er 915.782 uitzendkrachten. Dit is een daling ten opzichte van 2019, die veroorzaakt wordt door de afgenomen werkgelegenheid door de pandemie en doordat payrollkrachten door de Wet arbeidsmarkt in balans niet meer worden geregistreerd als uitzendkracht. 189 nationaliteiten vonden werk als uitzendkracht. Het aantal ouderen (55 jaar en ouder) dat uitzendwerk doet, stijgt gestaag tot 9% in 2020. Daarmee levert de uitzendbranche een bijdrage aan een inclusieve arbeidsmarkt. Uitzendkrachten werken gemiddeld 28 uur per week, en een steeds grotere groep werkt 36 uur per week of meer.

Uitzendwerk als opstap

Uitzendwerk is voor veel mensen een opstap op de arbeidsmarkt. Van alle mensen die in 2020 werkten als uitzendkracht, had 35% in de periode daarvoor geen baan of kreeg een uitkering. Maar liefst 72% blijft na de uitzendbaan aan het werk, van wie 12% op basis van een vast dienstverband, 21% op basis van een tijdelijk contract direct bij de opdrachtgever en 31% in een volgende uitzendbaan.

Netto in- en uitstroom WW gelijk

75% van de uitzendkrachten die in de WW belandde, was een jaar later weer aan het werk. Bij mensen die voorheen in een vast dienstverband werkten was dit 59%. Van de mensen die na de WW als uitzendkracht aan de slag gaan, is 78% drie jaar later nog aan het werk. Uit de cijfers blijkt voorts dat de netto in- en uitstroom in de WW via uitzendwerk in 2020 gelijk is, namelijk 18%.

Andere onderzoeksmethode

De cijfers van de Uitzendmonitor 2020 zijn gebaseerd op een andere methodiek dan voorgaande jaren. De populatie uitzendkrachten en bijbehorende banen zijn volledig gebaseerd op de Polisadministratie (dit is de registratie door de Belastingdienst en UWV van alle banen waarvoor werkgeverspremies dienen te worden afgedragen). Daarnaast worden niet-ingezetenen (vooral grens- en seizoenarbeiders) meegenomen in de cijfers. Tot 2020 bestonden de cijfers alleen uit uitzendkrachten die stonden ingeschreven bij de gemeente. De huidige methodiek geeft daarmee een completer beeld, maar maakt vergelijking met andere jaren wat lastiger.

Onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek voerde de analyses in opdracht van de ABU uit. Bent u geïnteresseerd in het volledige onderzoeksrapport? Stuur dan een mail naar Carina Hellings, beleidsmedewerker Arbeidsmarktinformatie via hellings@abu.nl.

Bekijk de cijfers van de Uitzendmonitor 2020.

 

Gerelateerde artikelen