“Voor uitzenders kan dit een business opportunity zijn”
AWVN-project over het anders organiseren van werk
Er is historische krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt, waardoor werkgevers grote moeite hebben om voldoende personeel te vinden. Een andere organisatie van werk biedt veel kansen om die vacatures tóch in te vullen en mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt een kans te geven. Daarom is AWVN het project ‘Baancreatie’ gestart.

Alternatief instroomkanaal
“Dit is een prachtig voorbeeld hoe je door het anders organiseren van werk de krapte aan personeel kunt oplossen,” zegt AWVN-organisatieadviseur Maud Smulders. “Amsterdam UMC heeft bovendien een alternatief instroomkanaal gecreëerd en helpt daarmee statushouders aan een duurzame baan. Dat heeft ontzettend veel opgeleverd: de werkdruk daalde, het werkplezier nam toe en de loonsom daalde met tien procent. En er zitten ook nog eens een aantal BIG-geregistreerde verpleegkundigen in de pijplijn.”
Wat houdt het AWVN-project ‘Baancreatie’ in?
Op de arbeidsmarkt is er sprake van een recordkrapte. Toch zoeken werkgevers nog altijd naar het schaap met vijf poten. Maar die werknemers zijn niet te vinden. Het anders organiseren van werk biedt volgens AWVN grote kansen om wél iets aan die personele krapte te doen. Door mensen te betrekken die niet op de traditionele vacatures passen maar wel (delen van) het werk kunnen verrichten. Samen met het ministerie van SZW is de werkgeversvereniging daarom gestart met het project ‘Baancreatie’. Het is de bedoeling dat dertig werkgevers in tekortsectoren - zoals de zorg, het onderwijs, de bouw en de techniek - het experiment aangaan om hun werkproces anders en efficiënter in te richten.
Om werkgevers te stimuleren om anders te kijken naar werk, heeft AWVN in samenwerking met het ministerie van SZW het project ‘Baancreatie’ gestart. Smulders: “Daarvoor werken we samen met specialisten van UWV en de PTC-Groep die al jarenlange ervaring hebben met het herinrichten van functies en het inpassen van nieuw gecreëerde functies in een functiehuis.” Smulders merkt in de praktijk dat veel organisaties niet met het anders organiseren van werk aan de slag gaan, omdat ze ‘vastzitten aan bepaalde conventies’. “Wij helpen werkgevers om ‘out of the box’ te denken. Dat is nodig om een dergelijk proces op gang te brengen.” Ook merkt ze dat werkgevers vaak geneigd zijn om eerst ‘beleid’ te gaan formuleren. “Daarmee verlies je ontzettend veel tijd. Wij zeggen: ga aan de slag, doe een pilot. En ga ontdekken wat werkt en wat niet werkt.” Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat een dergelijke pilot altijd samen moet worden gedaan met de mensen om wie het draait, benadrukt ze. “Of het nu een leraar of een verpleegkundige is: betrek hen bij dit proces en laat ze met ideeën komen. Want als dit door het hogere management wordt bedacht, gaat het niet werken.”
Voor uitzendorganisaties kan het anders organiseren van werk een business opportunity zijn, stelt Smulders. “Mensen die nu nog aan de kant staan – zoals statushouders, ouderen, zij-instromers en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt – kan een nieuw perspectief op werk worden geboden. Dan snijdt het mes aan twee kanten: je helpt werkzoekenden die nu nog buiten het arbeidsproces staan én je helpt werkgevers hun personeelskrapte op te lossen.”