Zonder visie op rol van arbeidsmigratie blijven structurele oplossingen uit
Inbreng ABU commissiedebat arbeidsmigratie 24 mei 2023
Op donderdag 20 april is het commissiedebat over arbeidsmigratie. Drie jaar na het advies van de commissie Roemer heeft de uitzendbranche stappen gezet. Zo scheiden onze leden de contracten voor werken en wonen per 1 april a.s. en werken we samen met de vakbonden en NBBU aan een prijs- en kwaliteitssysteem voor huisvesting. Maar we zijn er nog zeker niet. De ABU roept op tot een visie op de rol van arbeidsmigratie, effectief toezicht op het certificeringsstelsel, aandacht voor de rol van inleners in dit stelsel en het nemen van maatregelen om het gelijke speelveld in de uitzendbranche niet verder te ondermijnen.
Zonder visie op de rol van arbeidsmigratie blijven structurele oplossingen uit
Er zijn weinig meters gemaakt op de ontwikkeling van een visie op arbeidsmigratie. De vraag die we ingegeven door de krappe arbeidsmarkt met elkaar moeten beantwoorden is: welke werkgelegenheid willen we in de toekomst in Nederland en welke rol kan arbeidsmigratie spelen? Het antwoord op deze vraag moet komen van het kabinet. Het wordt tijd dat het antwoord op deze vraag er komt, omdat structurele oplossingen voor arbeidsmigranten uitblijven.
Gebrek aan visie leidt tot ongewenste maatschappelijke effecten
Onze leden merken dagelijks de gevolgen van het gebrek aan visie. Gemeenten en provincies zijn dol op nieuwe werkgelegenheid en investeren graag daarin. Ze vergeten echter de huisvesting voor de mensen die daar moeten werken. Onze leden en projectontwikkelaars hebben plannen om kwalitatief goede huisvesting te realiseren, maar krijgen geen bouwvergunning. Het tekort aan goede en betaalbare huisvesting loopt de komende jaren op van 150.000 woonplekken tot 256.000. Dat extra tekort komt door de onrealistische aanpassingstermijn (3 jaar) van de huidige huisvesting naar de Roemer-norm (1 persoon per kamer). Met ongewenste gevolgen zoals de toename van malafide verhuur en dakloosheid.
Arbeidsmigranten zullen blijven komen en ze zijn nodig. Zonder hen lege schappen in de supermarkt, geen bezorging van pakketjes en verdere stagnatie van de huizenbouw.
De ABU roept op tot een duidelijke visie op de rol van arbeidsmigratie in het realiseren van brede welvaart in ons land. Een visie op huisvesting moet daar onderdeel van zijn.
Zonder effectief toezicht mislukt verplichte certificering
Effectief overheidstoezicht is de achilleshiel van het nieuwe certificeringsstelsel. Een wettelijke certificeringsplicht leidt niet automatisch tot ander gedrag bij ondernemers. Een hoge pakkans voor ondernemers die de wet aan hun laars lappen wel. Dat vraagt voldoende handhavingscapaciteit van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA).
Als die er niet komt blijven ondernemingen die hun certificaat verliezen in de toekomst actief op de markt. Dit ondergraaft de essentie van de certificering: meer kwaliteit en een gelijker speelveld in de uitzendbranche. De ABU vindt dat er lik-op-stukbeleid moet zijn en pleit voor het opnemen van een standaardcontrole door de NLA binnen drie maanden nadat een uitlener zijn certificaat kwijt is. Lees en luister wat Jurriën Koops hierover in de Telegraaf en op BNR zegt.
Verplichte certificering vraagt ook iets van inleners
De ABU pleit voor een duidelijke verantwoordelijkheid van inleners in het nieuwe certificeringsstelsel. Door opdrachtgevers effectief te controleren op naleving van hun verplichting om in zee te gaan met gecertificeerde uitleners, kunnen ook niet-gecertifieerde uitleners worden opgespoord.
De ABU pleit nogmaals voor een ‘uitbestedingsverklaring’ waarmee de opdrachtgever bij de jaarrekening moet melden of, en zo ja met welke, gecertificeerde uitleners wordt samengewerkt. Bijkomend voordeel: het stelt de NLA in staat om gericht te controleren.
Gebrek aan private inspectie-capaciteit vergroot ongelijke speelveld binnen de uitzendbranche
De certificeringsplicht moet per 1 januari 2025 in gaan. Er komt een ingroeimodel. Dat komt erop neer dat een onderneming ook na die datum zonder certificaat actief kan zijn op de markt mits de aanvraag is gedaan voor 1 augustus 2024.
Op dit moment is er inspectiecapaciteit voor 4.000 uitleners die zich laten certificeren door SNA. Met de invoering van het nieuwe stelsel worden dat naar schatting zo’n 15.000 ondernemingen. Tel daarbij op dat de inspecties uitvoeriger zullen zijn en er een tekort is aan private inspecteurs. Dan komen we tot de conclusie dat uitleners tot en met 2026 zonder certificaat kunnen werken. Dat dit leidt tot een ongelijker speelveld binnen de uitzendbranche hoeft geen verdere uitleg.
De ABU vraagt om bij de vaststelling van de invoeringsdatum rekening te houden met de benodigde private inspectie-capaciteit en om te komen met een plan om binnen de kortste termijn – na invoering van de certificeringsplicht – zoveel mogelijk uitleners te certificeren.
Geen handhaving op ‘buitenland-route’ ondermijnt gelijke speelveld in uitzendbranche
Het vrije verkeer van diensten brengt voor- en nadelen. Zoals oneerlijke concurrentie op arbeid en een race-to-the-bottom bij arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Onze leden zien een toename van het aanbod van A1-verloning in de markt. Daarmee wordt het gelijke speelveld in de uitzendbranche ondermijnd.
De Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU) stelt hieraan paal en perk. Door een norm te stellen die ontduiking van Nederlandse wetgeving afschrikt en door inzicht te geven in Nederlandse activiteiten van Europese opdrachtnemers. Ondernemingen zijn verplicht dit te melden. Een recente evaluatie wees uit dat dit niet of nauwelijks gebeurt. Ook hier is meer en effectieve handhaving nodig om ongewenste effecten van de ‘buitenlandroute’ te beperken.