ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Ondernemer Chiel de Jager: "We hebben internationale medewerkers keihard nodig"

Chiel de Jager is eigenaar van De Jager Detachering, een familiebedrijf in het Zeeuwse Rilland. Zijn uitzendkrachten – grotendeels internationale medewerkers – werken onder meer in de agrarische sector en de visverwerking.

Chiel de Jager over de arbeidsmarkt

Uitzenders zijn onmisbaar voor een wendbare arbeidsmarkt. Maar, zo meent De Jager, dan moeten zij wel de ruimte krijgen: “ABU-directeur Jurriën Koops heeft weleens gezegd: de uitzendbranche is een gouden branche met een zwart randje. Dat klopt. De wet- en regelgeving is gefocust op dat zwarte randje. Ik zeg: geef dat goud nu eens de ruimte! Dan veegt de branche zelf dat zwarte randje wel weg. Daar hebben we dan wel de Wtta voor nodig. Wij zijn daar al zo goed als klaar voor, maar die wet is weer op de langere baan geschoven.”

Huisvesting is een knelpunt

“Onze grootste uitdaging is de huisvesting van onze internationale medewerkers. Ik verwacht dat door de invoering van de Wtta de komende jaren veel regionale uitzendbedrijven zullen verdwijnen, en dat dit ons extra business oplevert. Dat is mooi, maar huisvesting vormt een knelpunt. Wij hebben goede contacten met de gemeentes en ze willen allemaal een oplossing. Maar als er dan, zoals laatst, na 2 jaar eindelijk groen licht lijkt te komen, ketst het alsnog af. ‘Het kan toch niet op deze locatie’ heet het dan. Ik vermoed dat dit angst is voor de reacties van omwonenden. Terwijl: het kan wel. In Rilland hebben we een prachtlocatie. In een oud klooster aan de rand van het dorp huisvesten we 300 arbeidsmigranten. We kregen aanvankelijk echt geen champagnewelkom van de omwonenden. Dat waren ‘hete’ avondjes. Maar nu? Je kunt ze allemaal bellen! We worden in de regio altijd als goed voorbeeld aangehaald. De lat voor huisvesting ligt hoog. Het criterium is: zou je hier zelf willen wonen?

Internationale medewerkers zijn essentieel

We hebben deze internationale medewerkers hard nodig. We schaden onze economie als we hen niet kunnen laten werken. Op dit moment redden we het nog net. We kunnen aan de vraag van onze vaste klanten blijven voldoen, maar het betekent wel dat onze uitzendkrachten soms een uur naar hun werk moeten reizen. Opdrachtgevers voelen die pijn niet. Laatst opende hier een grote nieuwe fabriek van McCain. De gemeente, de provincie: alle ‘stropdassen’ waren aanwezig, er werden foto’s gemaakt, iedereen was trots. Maar realiseren deze mensen zich ook dat het arbeidsmigranten zijn die deze fabriek gaande houden? En dat zij ergens moeten wonen? Toen we ons ‘klooster’ openden, viel de mond van opdrachtgevers open. Zij zien doorgaans enkel een busje met 20 krachten en realiseren zich niet wat er allemaal bij komt kijken.”

Onze zorgen? Wet- en regelgeving

Zorgen hebben we ook over de wet- en regelgeving. Wij werken nu net 2 maanden met het prijs-kwaliteitsysteem. En dan kondigt de minister opeens aan dat hij een verbod wil op inhoudingen op het minimumloon voor huisvestingskosten. Dat steekt. Op het moment dat je huisvesting volledig loskoppelt, valt alle controle weg. Het is koren op de molen van huisjesmelkers en malafide uitzendondernemers. De stijgende loonkosten zijn ook een issue. Bij bepaalde klanten voel je de pijn gewoon als we weer met een tariefsverhoging komen. We belasten ook niet alles door, dus zelf leveren we ook in. We proberen dat op te vangen door nog efficiënter te werken.

Zonnige toekomst

Ondanks die uitdagingen zie ik de toekomst zonnig tegemoet. Er is forse groei mogelijk, al zal huisvesting wel een probleem blijven. Wat andere ondernemers van mij kunnen leren? Onze manier van zakendoen is open en eerlijk. De belangen van onze klanten wegen even zwaar als die van onze uitzendkrachten. We hebben geen geheimen. De deur staat open, kom maar binnen. Ook als iets niet goed gaat, zijn we daar open en eerlijk over.”

Gerelateerde artikelen