ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

“Verder verbeteren uitzendwerk inzet voor nieuwe cao”

Omdat de huidige CAO voor Uitzendkrachten op 1 juni volgend jaar afloopt, zijn op 9 september jongstleden de onderhandelingen tussen de sociale partners van start gegaan. Volgens Mark Poort, die namens de ABU de onderhandelingen leidt, willen de werkgevers de werk- en inkomenszekerheid van uitzendkrachten verbeteren. Investeringen in duurzame inzetbaarheid, een verbeterde pensioenregeling, het beperken van de contractflexibiliteit en invoering van standaarduitzendcontracten zijn onderdeel van het pakket voorstellen die de werkgevers aan de vakbonden doen.

“De ABU heeft een visie ontwikkeld, waarin we aangeven hoe we willen dat uitzenden er in 2025 uitziet,” zegt Poort. “Op basis van deze visie heeft de ABU een koers uitgezet, waarbij kwaliteit leidend is. ABU-leden staan voor kwaliteit en goed werkgeverschap. Met de CAO voor Uitzendkrachten geven we hier invulling aan.” De afgelopen jaren is de werk- en inkomenszekerheid van uitzendkrachten verbeterd, aldus Poort. “Ook zijn de arbeidsvoorwaarden via de uitbreiding van de inlenersbeloning meer in lijn gebracht met werkenden die in dienst zijn van de opdrachtgever. We hebben dus een goede cao, met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden.”

“Toch zien we als ABU een aantal problemen op de arbeidsmarkt,” aldus Poort. “Een groep werknemers is langer en soms structureel aangewezen op ondersteuning bij het vinden en behouden van werk. Dat vinden zij vaak in uitzendwerk. Als werkgevers willen we uitzendkrachten meer zekerheid bieden: op de korte en lange termijn. Op de korte termijn door de mogelijkheden voor flexibiliteit in te perken, op de lange termijn door structureel te investeren in duurzame inzetbaarheid en een beter pensioen. 

Gelijk speelveld

Tegelijkertijd zien we dat een groep opdrachtgevers hun heil zoekt in minder gereguleerde vormen van flexibel werk, stelt Poort. “Werk met minder loon, geen of minder sociale zekerheid en zonder ontslagbescherming. Voor een nieuwe cao is het belangrijk dat uitzendwerk voor alle opdrachtgevers en uitzendkrachten de beste vorm van flexibel werk is en blijft. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een gelijk speelveld komt. Zowel binnen als buiten de branche.”

Voor een nieuwe cao is het belangrijk dat uitzendwerk voor alle opdrachtgevers en uitzendkrachten de beste vorm van flexibel werk is en blijft.

 

Dat betekent volgens Poort dat de ABU en de NBBU bij deze cao-onderhandelingen inzetten op ‘flinke verbeterslagen’ om uitzendkrachten meer perspectief te bieden. “Allereerst streven wij naar verantwoorde contractflexibiliteit. Wij willen daarin naar een nieuwe balans tussen flexibiliteit en zekerheid door de duur van fase A en B aanzienlijk te verkorten. Concreet stellen we voor fase A te verkorten tot 52 weken en fase B tot 3 jaar. Dat sluit aan op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals die ook door de commissie-Borstlap zijn geschetst.” Voorts wil de ABU investeren in werknemers, licht Poort toe. “Een vernieuwing van de pensioenregeling is daar een belangrijk onderdeel van.” Naast het pensioen willen de werkgevers ook investeren in duurzame inzetbaarheid. Poort: “Door de coronacrisis loopt de werkloosheid snel op. We staan voor een enorme opgave om zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden of naar andere werk te bemiddelen.” Daarom wil de ABU de bestaande bestedingsverplichting voor duurzame inzetbaarheid fors verhogen en uitzendkrachten daarin meer regie geven. Poort: “Met als doel om de uitzendkrachten te faciliteren en stimuleren om actief aan de slag te gaan met hun eigen duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt.”

Coronacrisis effect op uitzendbranche

Dat zijn dus flinke verbeteringen. Daarbij benadrukt Poort dat de ruimte daarvoor niet onbegrensd is. “De coronacrisis heeft ook de uitzendsector getroffen. Wij streven naar een verantwoorde loonkostenontwikkeling om zo te voorkomen dat opdrachtgevers gaan uitwijken naar goedkopere, slecht gereguleerde vormen van flex. Dat is juist nu maatschappelijk zeer ongewenst.”

Poort verwacht de komende maanden geen eenvoudige onderhandelingen, mede omdat de cao-voorstellen van vakbonden en werkgevers ver uit elkaar liggen en de onderhandelingstijd kort is door het aflopen van de huidige cao in juni volgend jaar. “We moeten zorgvuldig kijken hoe we de juiste vervolgstappen kunnen zetten om de positie van uitzendkrachten structureel te verbeteren. Dat moet op een verantwoorde manier gebeuren, waarbij de realiteit ons tegelijkertijd dwingt om rekening te houden met de grote impact van de coronacrisis en eerder ook de Wet arbeidsmarkt in balans voor onze branche.”

Gerelateerde artikelen