Parlementaire agenda: Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 en effecten voor arbeidsmigranten
Regelmatig wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd en besloten over onderwerpen die de uitzendbranche raken. In deze rubriek belichten we een actueel onderwerp:
Wat: Tijdelijke wet maatregelen Covid-19
Waar: Eerste en Tweede Kamer
Op 1 oktober jl. werd bekend dat het kabinet met de oppositiepartijen PvdA, GroenLinks, SGP en 50Plus een akkoord heeft gesloten over de zogenoemde ‘Corona-noodwet’. De Tweede Kamer heeft er vervolgens op 7 en 8 oktober jl. over gedebatteerd. Het wetsvoorstel zal waarschijnlijk morgen (13 oktober) in stemming worden gebracht en aangenomen. Vervolgens zal de Eerste Kamer zich er op korte termijn over buigen.
Wat vindt de ABU?
In het wetsvoorstel staat dat de verplichting om een veilige afstand te bewaren niet geldt tussen personen die op hetzelfde adres woonachtig zijn, behalve als het gaat om arbeidsmigranten die in wisselende samenstelling en zonder inschrijving in de basisregistratie verblijven in tijdelijke woonruimten. De ABU vindt deze ongelijke behandeling van arbeidsmigranten onwenselijk. Vooral omdat er geen objectieve rechtvaardiging voor wordt gegeven. Waarom geldt deze richtlijn niet voor bijvoorbeeld studenten? Het enkele feit dat studenten als ingezetene staan geregistreerd maakt niet dat zij daardoor beter herleidbaar zijn wanneer bron- en contactonderzoek nodig is. Daar komt bij dat de bewegingen van arbeidsmigranten goed worden geregistreerd door uitzenders. De ABU vindt dan ook dat arbeidsmigranten gelijk moeten worden behandeld.
Daarnaast is de ABU kritisch over de nieuwe mogelijkheden om via een ministeriële regeling vergaande maatregelen te treffen met betrekking tot het vervoer en huisvesting van arbeidsmigranten. De ABU is over het algemeen van mening dat misstanden het beste kunnen worden opgelost via een gerichte aanpak op bedrijfsniveau en niet via algemene regels in een ministeriële regeling. Wij zijn tevens bezorgd over de gevolgen van (tijdelijke) strenge regels. Mocht een bewindspersoon besluiten om het vervoer van arbeidsmigranten te beperken, dan kan dit ertoe leiden dat (1) arbeidsmigranten komen vast te zitten in de huisvesting door een gebrek aan voldoende vervoersmogelijkheden, (2) een deel van de arbeidsmigranten noodgedwongen wordt aangewezen op het openbaar vervoer, omdat er zeker op de langere afstanden onvoldoende alternatieven zijn, (3) uitzenders te maken krijgen met hoge kosten die niet of nauwelijks kunnen worden verhaald op inleners en hun financiële positie onder druk zet en (4) arbeidsmigranten hun werkzaamheden in de vitale sectoren (waar 80% werkzaam is) niet kunnen uitvoeren. Dit is zeer onwenselijk.
Mocht een bewindspersoon besluiten om de bezettingsgraad van de plaatsen waar arbeidsmigranten verblijven te beperken, dan kunnen de arbeidsmigranten nergens heen. Er is landelijk een schrijnend tekort aan huisvesting: 120.000 (en nog veel hoger als je uitgaat van aparte slaapkamers) en er is op korte termijn geen alternatieve gecertificeerde huisvesting beschikbaar. De ABU vraagt zich af hoe de overheid in dat geval zal voorkomen dat arbeidsmigranten in slechte huisvesting terechtkomen. Wij hebben de politiek daarom gevraagd om dit onderdeel uit het wetsvoorstel te halen.