Econoom Anna Custers: “We hebben hier geen armoedebeleid, maar koopkrachtbeleid.”
Econoom Anna Custers hield zich in onder meer Pakistan en Afghanistan bezig met armoede. Nu is Nederland haar werkterrein. Als lector Armoede Interventies richt ze zich op het beter begrijpen van armoede en schuldenproblematiek. “Het toeslagenstelsel werkt bestaansonzekerheid juist in de hand.”
Bestaanszekerheid is ook na de verkiezingen een belangrijk thema in de politiek. Wat is er precies aan de hand in Nederland?
“Veel mensen ervaren onzekerheid. Ze hebben onvoldoende of een te onzeker inkomen. Tegelijk gaat bestaansonzekerheid ook over toegang tot zorg, een goede woning, je positie op de arbeidsmarkt, je kansen op goed onderwijs et cetera. Waarom gaat het in Nederland hier nu opeens zo over? Omdat een groep mensen op al die gebieden moeilijkheden ervaart. De druppel die de emmer deed overlopen, was de inflatie na de oorlog in Oekraïne.”
Hoe is dit zo gekomen?
“Een aantal trends komt nu samen. De ongelijkheid in het onderwijs blijft onverminderd hoog. De problematiek op de woningmarkt groeit. De kloof op het gebied van gezondheid is enorm: mensen met lage inkomens leven gemiddeld liefst 6 tot 9 jaar korter. En we krijgen maar geen grip op de schuldenproblematiek, integendeel; de schulden zijn de afgelopen tijd weer iets gegroeid. Tot slot zijn we in Nederland kampioen tijdelijk werk; er zijn meer flexwerkers dan ooit tevoren. Er zijn gezinnen waar al deze factoren samenkomen. Zij hebben onzeker werk en wonen in een tochtige, schimmelige woning. Kinderen van deze gezinnen hebben vaak te maken met kansenongelijkheid op school.”
Het toeslagenstelsel maakt het er niet makkelijker op.
“We hebben een enorm web aan toeslagen en regelingen. Naast de landelijke toeslagen heeft elke gemeente zijn eigen armoederegelingen. Soms wel dertig per gemeente. Het maakt het geheel complex, versnipperd en onoverzichtelijk. Dit stelsel zorgt bovendien voor onvoorspelbaarheid; zodra er iets verandert in je situatie, bijvoorbeeld als je meer gaat werken, weet je niet waar je aan toe bent. Je kunt dus zeggen dat het toeslagenstelsel bestaansonzekerheid juist in de hand werkt.”
Bio
Econome Anna Custers (39) is lector Armoede Interventies aan de HvA, waar ze zich richt op het beter begrijpen van armoede en schuldenproblematiek. Ook werkte ze o.m. voor de Wereldbank in Afghanistan en voor het Jameel Poverty Action Lab in o.a. India. Ze promoveerde aan de Universiteit van Oxford op een onderzoek over schuldenproblematiek in achterstandswijken in Londen.
Wat vindt u van de kabinetsplannen?
“De regering erkent het probleem van bestaansonzekerheid op al die vlakken. Ook de complexiteit van het toeslagenstelsel wordt erkend. Er zijn letterlijk meer dan 900 pagina’s aan rapporten over de gebreken van het socialezekerheidsstelsel. Nu is het tijd hier iets aan te doen. Maar het kabinet blijft in voornemens hangen. Voornemens die bovendien tegenstrijdig zijn: enerzijds spreekt men over het hervormen van het toeslagensysteem, anderzijds wil men de armoede niet verder laten toenemen en worden de toeslagen steeds groter. Huishoudens worden daar dus steeds afhankelijker van. Kortom, het kabinet wil af van een systeem, maar graaft zich enkel dieper in.”
Ondertussen is de armoede wel gedaald. Dat is toch positief?
“Er leven minder mensen onder de armoedegrens dan twee jaar geleden, dat klopt. Maar dat komt door reparatie via toeslagen. Dat is geen armoedebeleid, dat is koopkrachtbeleid. Omdat de toeslagen hoger zijn, neemt ook de grootte van de terugvordering toe als het inkomen aan het begin van het jaar te laag is ingeschat. De ‘verrassing’ komt in december. Het aantal huishoudens dat die schuld niet kan terugbetalen, is de afgelopen vijf jaar sterk gestegen. En dat is geen schuld doordat mensen te veel consumeren. Het is een schuld bij de overheid, ofwel: een systeemschuld.”
Het kabinet heeft geen visie op armoede zegt u. Wat is wel een oplossing?
“Er zijn meer instrumenten dan toeslagen alleen. Denk aan een verhoging van bijstandsuitkeringen en het minimumloon. Je moet componenten als werk, belastingen, uitkeringen en toeslagen in samenhang bezien en in balans houden. Nu bestaat het inkomen van iemand in de bijstand met drie kinderen voor zestig procent uit toeslagen. En inkomen uit werk is voor de lage inkomens minder gaan opleveren. Ook dit wordt gecompenseerd via sociale uitkeringen, belasting en toeslagen. Een visie op armoede is breder dan alleen een armoedegrens, maar kijkt ook naar de inkomenselementen.
Als aparte categorie noemt u de werkende armen.
“Daar zit veel verborgen armoede. Omdat werkenden geen uitkering hebben, zijn ze niet in het vizier van gemeentes. Ze weten armoederegelingen slecht te vinden en zijn als groep moeilijk te bereiken. Werk is een kernfactor bij bestaanszekerheid. Hoe voorspelbaarder en hoger je inkomen, hoe beter. Er is in Nederland een groeiende groep mensen die tijdelijk werk verricht. Zij ervaren vaak bestaansonzekerheid. Maar het systeem is vooral gericht op alleenstaande bijstandsouders. Voor hen werkt het. Voor de rest niet of nauwelijks. Dat is een hardnekkig probleem.”
En de oplossing?
“Als je werk zekerder maakt, wordt je inkomen voorspelbaarder. Mensen gedijen bij rust en zekerheid. Het is onprettig om de hele tijd op een soort tijdelijke basis te leven. In die zin is de uitzendbranche een onderdeel van dat vraagstuk. Dat flexcontracten minder flexibel worden, is een stap in de goede richting. Maar hoewel zekerheden rondom werk zeer belangrijk zijn, is het zeker geen oplossing om iedereen maar in vaste dienst te nemen. De Nederlandse economie is ook sterk geworden door de uitzendbranche.”
En verder?
“De belangrijkste oplossing voor een zekerder bestaan is een structurele herziening van ons socialezekerheidsstelsel. Dat is een uitdaging. Je kunt de verzorgingsstaat alleen aanpassen als daar een breed draagvlak voor is. Immers: het zijn vooral de lage inkomens die van zo’n wijziging profiteren. Ik betwijfel of dat draagvlak er is met het huidige kabinet. En als je wilt dat iedereen erop vooruitgaat, dan gaat het echt heel veel geld kosten.”
"Mensen waren verbaasd toen ik uit Afghanistan vertrok om me in Nederland met armoede bezig te houden. Is daar armoede dan? Ja!"
Econome Anna Custers
Wat doet het huidige kabinet wel goed?
“Het recht op vergissen. Elke Nederlander krijgt het recht om zich in contact met de overheid te vergissen. Een ‘enkele fout’ bij het aanvragen van bijvoorbeeld een uitkering wordt niet meteen bestraft, mits die fout te goeder trouw is gemaakt. Dat is een mooi en belangrijk gebaar, in lijn met de conclusies die uit de toeslagenaffaire zijn getrokken.”
Is het eigenlijk niet heel raar dat in een land zo welvarend als Nederland, zoveel mensen bestaansonzekerheid ervaren?
“Je zou inderdaad denken dat een rijk land deze problemen had kunnen voorkomen of heel makkelijk zou kunnen oplossen. Maar juist door onze goede, sterke instituties zijn we zeer inflexibel geworden.”
Dat moet u even uitleggen.
“Voor de Wereldbank heb ik in landen als Pakistan en Afghanistan gewerkt en daar waren we dagelijks bezig met het opbouwen en versterken van instituties. Er is daar weinig tot niets. In Nederland hebben we in de loop der eeuwen juist zeer sterke sociale structuren en overheidsorganisaties gebouwd. Maar dat bouwwerk is wel heel groot, star en ingewikkeld geworden. Voor de huidige problematiek werkt dat niet meer goed. Maar dat pas je niet zomaar aan, omdat alles met elkaar verbonden is. Druk je op knop A, dan valt er bij luik B, C of D iets uit. Dat is de pech van een rijk land: we lopen vast in onze eigen instituties.”
In Afghanistan en Pakistan heerst veel armoede. Hoe kijkt u dan tegen Nederlandse armoede aan?
“Toen ik vertrok uit Afghanistan om me met armoede in Nederland bezig te houden, vroegen mijn collega’s: ‘Bestaat dat dan? Armoede in Nederland?’ Het antwoord is: ‘Ja’. Niet dat mensen in krottenwoningen leven naast een open riool, maar toch. Ik heb bovendien de indruk dat de armoede in Nederland fysieker wordt. Het gaat echt verder dan dat je geen bloemetje op tafel kunt zetten of niet op vakantie kan. Er zijn mensen die in de kou leven, omdat ze de energie niet kunnen betalen, geen vloerbedekking hebben. Zelfs ondervoeding komt soms voor, bij ongedocumenteerden.”
Moeten we ons niet vreselijk schamen hiervoor?
“Als iets makkelijk op te lossen is, en je doet het niet: dan moet je je schamen. In Nederland is de wil om te veranderen er wel. Maar het is niet een kwestie van op een knop drukken en het is opgelost.”
Uw werkend leven staat volledig in het teken van armoede. Hoe komt dat zo?
“Ik wil een bijdrage leveren aan het oplossen van armoede en onrechtvaardigheid. Dat zaadje is geplant in mijn jeugd. Toen ik acht was ben ik met mijn ouders naar India gereisd. Ik was gefascineerd door dat land, door de kleuren, de rituelen. Maar de armoede, dat was shocking, onvoorstelbaar. Dat heeft mij niet meer losgelaten. Voor mij waren er twee studies die raken aan armoede: antropologie en economie. Ik koos voor die laatste, omdat ik toch altijd geloof in het perspectief van beleid. De oorzaak is systemisch, dus moeten we armoede ook systemisch oplossen.”