ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Frisse denkers: Zorgen om stijgende jeugdwerkloosheid zijn (on)terecht

Justine Feitsma, voorzitter van CNV Jongeren: “De klap van werkloosheid raakt jongeren het hardst”

“Het is veel te kort door de bocht om te zeggen dat het vroeger goed kwam, dus nu ook wel.”

“Terecht. Relatief veel jongeren hebben een flexcontract, waar ze ook lang in blijven hangen. In tijden van crisis worden deze contracten als eerste beëindigd. De klap van werkloosheid raakt jongeren dus het hardst. Daar komt bij dat ze minder WW krijgen, omdat ze nog niet lang hebben gewerkt. Ook hebben ze nauwelijks spaargeld en gaat de helft van hun inkomen op aan woonlasten. Dit alles maakt hen tot een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt. Ja, de coronacrisis zal voorbijgaan. Maar de gevolgen van de jeugdwerkloosheid zijn langdurig. Jongeren die nog studeren en nu zonder werk zitten, moeten bijlenen waardoor ze meer schulden opbouwen. En wie nu afstudeert, zeker in een richting als de horeca, heeft grote kans direct werkloos te worden. En iedereen weet: hoe langer je werkloos bent, hoe moeilijker het wordt om aan het werk te komen. Zo komen jongeren op afstand te staan en die effecten sijpelen door: later werken ze in lagere functies, tegen een lager salaris. Fabian Dekker geeft aan dat dit littekeneffect bij vorige crises verdween na vijf jaar. Dat klopt, maar de uitgangspositie van jongeren is nu heel anders. Denk aan de flexibilisering, de wooncrisis en hoge studieschulden. Dus het valt nog te bezien of dit weer bijtrekt. Het is veel te kort door de bocht om te zeggen dat het vroeger goed kwam, dus nu ook wel. Dat weten we niet en daar moeten we niet van uitgaan. Daarom pleiten we samen met FNV Jongeren ervoor om de jeugdwerkeloosheid aan te pakken en jongeren op weg te helpen.”

Dr. Fabian Dekker, arbeidssocioloog, auteur van Bankzitten. Jeugdwerkloosheid in Nederland: Bij 55-plussers zit veel meer pijn

“Bij 55-plussers zit veel meer pijn, en die littekens trekken niet of veel langzamer weg.”

“Onterecht. Zeker, jongeren vangen nu klappen op, omdat ze relatief vaak in flexbanen werken. Denk aan horecawerk, dat nu helemaal is weggevallen. Maar die stilstand is van tijdelijke aard. Diverse metastudies en onderzoeken van voorgaande crises uit de jaren tachtig en 2013 laten zien dat die ‘littekens’ van werkloos zijn of onder je niveau werken, verdwijnen. Na een paar jaar zijn ze volledig weggetrokken, zowel qua beroepsniveau als salaris. Ik hoor nu termen als de ‘COVID-generatie’. Dat doet me denken aan die bewering: ‘Flexwerk is de beste anticonceptiepil’. Inderdaad stellen jonge flexwerkers door financiële onzekerheid het ouderschap misschien uit, maar uitstel is geen afstel. Die kinderen komen gewoon iets later. Ik snap dat een organisatie als CNV Jongeren voor jongeren opkomt. En inderdaad: als je het vergrootglas op deze specifieke groep op de arbeidsmarkt legt, zie je inderdaad dat jongeren het nu moeilijk hebben. Maar zoom eens uit, kijk eens op macroniveau naar de arbeidsmarkt: dan zie je dat er veel meer groepen zijn die nu worstelen. Groepen die het zelfs zwaarder hebben dan jongeren. Bij 55-plussers zit veel meer pijn, en die littekens trekken niet of veel langzamer weg. Jongeren zijn echt niet de meest kwetsbare groep. Hun studieschuld loopt misschien op, maar die kunnen ze tegen zeer lage rente aflossen. Bovendien hoeven zij geen gezin te onderhouden van hun inkomsten. De jongeren die ik in 2013 sprak voor mijn boek over jeugdwerkloosheid, noemden we toen ‘de verloren generatie’. Wat blijkt? Vijf jaar later is iedereen gewoon aan het werk.”

 


Over jeugdwerkloosheid

Jongeren werden in het begin van de coronacrisis snel en hard geraakt. Dit komt omdat ze vaak met flexibele contracten en in sectoren werken die door de coronamaatregelen veel omzet verloren, zoals de horeca. De werkloosheid van jongeren van 15 tot 25 jaar steeg van 6,8% in het eerste kwartaal 2020 naar 9,4% in het vierde kwartaal van 2020. Onder de andere leeftijdsgroepen varieert de werkloosheid van 2,3% tot 4,3. In 2020 is het aantal WW-uitkeringen in de groep tot 25 jaar ten opzichte van 2019 meer dan verdubbeld van 9.100 naar 19.500. Dat is een toename van 114%.

Gerelateerde artikelen