ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Platformwerk in 2020: de tussenstand

Uniform stelsel voor alle werkenden nodig

Platformwerk stond nog in de kinderschoenen toen de ABU er in 2017 onderzoek naar deed. De verwachte impact op de arbeidsmarkt was groot. Heeft platformwerk de enorme groeipotentie waargemaakt? De ABU heeft in de whitepaper Platformwerk in 2020: de tussenstand opnieuw de feiten en cijfers op een rij gezet en experts gevraagd deze te duiden. Een belangrijke conclusie: Platformwerk verlaagt de drempel tot de arbeidsmarkt, maar zorgt tegelijkertijd voor minder sociale zekerheid. Door het loskoppelen van zekerheden van de contractvorm, ontstaat een gelijk speelveld voor verschillende werkvormen. Op deze manier ontstaat er een uniform stelsel voor alle werkenden, waarin platformwerk mooi is ingebed.

Onder platformwerk wordt het brede scala aan digitale platformen dat vraag en aanbod van zowel offline als online tijdelijk werk bij elkaar brengt, verstaan. Bekende voorbeelden zijn Airbnb (deeleconomie), Greenwheels (product-diensteconomie) en Helpling (kluseconomie). Hoe groot de platformeconomie is, is lastig te bepalen, omdat dit werk niet apart wordt geregistreerd. Wel zijn er schattingen. Als zogenaamd clickwork en bijvoorbeeld ICT-diensten worden meegenomen in de definitie, doet ongeveer 10% van de Nederlandse werkenden wel eens platformwerk. In 2017 liet 12% van de respondenten weten wel eens met platformwerk geld te hebben verdiend.

Voor veel platformwerkers is platformwerk een bijbaan of een middel om gaten te vullen in hun rooster. De meesten zien zichzelf dan ook niet als zelfstandige, maar als een werknemer met activiteiten als zelfstandige ernaast. Het bezorgen van maaltijden, personenvervoer en de schoonmaak zijn de meest voorkomende vormen van offline platformwerk.

Voor- en nadelen platformwerk

Belangrijk voordeel van platformwerk is de flexibiliteit: klussen staan online en mensen kunnen zelf kiezen of ze zich beschikbaar stellen of niet. “Voor opdrachtgevers in meer afgelegen delen van het land bieden platformen toegang tot een bredere groep van flexwerkers. Vaak betekent het wel dat ze meer moeten betalen voor een klus om jongeren over de streep te trekken en bijvoorbeeld extra reiskosten te compenseren. Dat kan betekenen dat voor eenzelfde klus op een minder populaire locatie meer betaald moet worden. Dit kan, omdat de platformwerkers als zelfstandige werken. Binnen een cao zou dit nooit kunnen, al zou een bedrijf het willen,” stelt Margot Roubos, commercial director van YoungOnes.

Een nadeel is de kwetsbaarheid van platformwerkers, omdat ze vaak onverzekerd zijn. Ook is er geen toezicht op arboregels. Erik Pentenga van de FNV heeft hier een duidelijke mening over: “Platformen benadrukken vaak de techniek en roepen dat ze geen werkgever (willen) zijn. En dat is volgens ons precies het probleem. Wettelijk en materieel gezien zijn ze het vaak wel. We waren het met elkaar eens dat ook uitzendkrachten recht op zekerheid hebben. Dat zit ook verwerkt in de uitzend-cao.” Als wet- en regelgeving – zoals de Wet DBA, de Waadi, de uitzend-cao – niet gehandhaafd worden, is het wel heel verleidelijk om via platformen te werven. Dan gaan de economische wetten werken. Volgens de FNV is dan ook geen nieuwe regelgeving nodig, maar moet de uitzendovereenkomst ten minste gehanteerd worden. Pentenga: “Dat is toch erg, nou moet ik als onderhandelaar van de vakbond de uitzendovereenkomst gaan lopen verdedigen.”

Gaat platformwerk groeien?

In 2018 bracht ING een scenariostudie uit waarin werd voorspeld dat over tien jaar platformen mogelijk tussen de 20% en 70% van de flexbranche hebben overgenomen. Vooral relatief simpel en repetitief werk is gevoelig voor platformisering. Sjuk Akkerman van ING verwacht dat de verschuiving op korte termijn dichter bij de 20% blijft dan de 70%, aangezien de platformisering minder snel gaat dan verwacht. Hij ziet wel grote verschillen tussen sectoren.In de horeca, detailhandel en logistiek heeft platformwerk inmiddels een voet tussen de deur,” licht hij toe.

Groei zit vooral in het verschiet voor platformen die zzp’ers matchen aan klussen van bedrijven. “De lijn tussen uitzenden en platformwerk lijkt steeds dunner te worden. Uitzenders gaan zelf ook platformen oprichten,” zegt Jaap van Slooten, advocaat arbeidsrecht en partner bij Stibbe. Een voorbeeld hiervan is YoungOnes, voortgekomen uit YoungCapital. Dit is een online platform voor wat zij noemen hyperflex. Dat zijn dagklussen waar op zeer korte termijn iemand voor nodig is.

Uniform stelsel voor alle werkenden nodig

Platformwerk verlaagt de drempel tot de arbeidsmarkt, omdat mensen letterlijk met een paar klikken aan het werk zijn. Dit is goed voor de inclusiviteit van de arbeidsmarkt en dat is een positieve ontwikkeling. Tegelijkertijd is platformwerk ook disruptief. Niet door de nieuwe technologie – soms niet meer dan een digitale laag over het traditionele matchingsproces – maar doordat platformen veelal werken met zelfstandigen. Dit zorgt ervoor dat nu bijvoorbeeld ook een afwasser, kamermeisje of barman als zelfstandige aan het werk is en sociale zekerheden mist. De ABU pleit daarom voor heldere regels (en handhaving van die regels), zodat voor alle spelers op de markt duidelijk is wat wel en niet acceptabel is. De ABU benadrukt dat het belangrijk is zekerheden los te koppelen van de contractvorm, zodat een gelijk speelveld ontstaat voor verschillende werkvormen. Op deze manier ontstaat er een uniform stelsel voor alle werkenden, waarin platformwerk mooi is ingebed.

Gerelateerde artikelen