“Personeelstekorten blijven ook bij eventuele recessie”
De flexbranche groeit dit jaar nog flink, maar voor 2023 moeten we rekening houden met een wat lager groeitempo door personeelstekorten en een grotere kans op een recessie. Dat verwacht sectoreconoom Katinka Jongkind van ING na een recente marktanalyse. Hoewel een eventuele recessie voor een licht hogere werkloosheid kan zorgen, verdwijnt daarmee de personeelskrapte in veel sectoren nog niet. Het leidt wel tot meer verloop tussen sectoren. Bij die verschuivingen kan de uitzendbranche een belangrijke rol spelen, aldus Jongkind.
De economie en arbeidsmarkt hebben te maken met grote dynamiek. “De situatie wijzigt bijna iedere week,” typeert de sectoreconoom van ING. Onder andere door de oplopende energieprijzen en een hoge inflatie en natuurlijk de personeelstekorten waar steeds meer sectoren mee kampen. Dat raakt ook de uitzendbranche. “Naar verwachting komt de groei in uitzenduren dit jaar uit tussen de 4% en 5%. Voor 2023 verwachten we dat de groei met circa 2% tot 3% wat afzwakt. In geval van een recessie zal de vraag naar flexwerkers in bijvoorbeeld de horeca afnemen. Maar de impact verschilt enorm per sector, want in bijvoorbeeld de bouw of techniek blijft de vraag naar personeel ongetwijfeld groot.”Sectormobiliteit
Anders dan voorheen leidt een eventuele recessie nu niet meteen tot een fors hogere werkloosheid. “De krapte zal enigszins afnemen, maar ik verwacht vooral verschuivingen tussen sectoren. Als de energie-intensieve bedrijven in de industrie en de agrarische sector hun productie terugschroeven vanwege de hoge energieprijzen, zal er in deze sectoren tijdelijk minder vraag naar flexwerkers zijn. Hetzelfde geldt voor horecamedewerkers. Tegelijkertijd is er voldoende vraag naar personeel in andere sectoren, zoals de techniek. De uitzendbranche kan bij de transitie tussen sectoren een belangrijke rol spelen. Omscholen is daarbij essentieel en dat is veelal een uitdaging, want wie draait er op voor de opleidingskosten?”
Volgens Jongkind kunnen uitzendorganisaties hier een grotere rol in nemen en doen zij er sowieso verstandig aan om de komende jaren meer de rol te kiezen van hr-dienstverlener. “Door de arbeidskrapte verschuift hun rol al meer naar die van werving & selectie en detachering. Zo wordt door de aanhoudend krappe arbeidsmarkt het binden van personeel steeds belangrijker. Uitzenders kunnen hierop inspelen door zich te richten op loopbaanbegeleiding van uitzendkrachten gedurende hun hele loopbaan. Het wordt bovendien interessanter om hen in dienst te nemen voor onbepaalde tijd, op te leiden en te detacheren. Op het gebied van opleiden zien we uitzendorganisaties daarin ook al stappen zetten, bijvoorbeeld door nauwer samen te werken met opleiders of door hen over te nemen.”
Mismatch en flexibiliteit
Tussen alle veranderingen op de arbeidsmarkt ziet Jongkind ook twee belangrijke constanten. “De mismatch op de arbeidsmarkt blijft groot. De mensen die nog beschikbaar zijn, kunnen vaak niet zomaar aan de slag in beroepen waar dat hard nodig is, bijvoorbeeld voor een maatschappelijke uitdaging zoals de energietransitie. Als tweede constante laten de coronacrisis en nu de inflatie opnieuw zien hoe groot het belang van flexibiliteit blijft voor werkgevers. Ze moeten op momenten snel kunnen op- en afschalen. Ook daar kunnen hr-dienstverleners hen op verschillende manieren bij helpen.”
Hierbij spelen veranderende wet- en regelgeving ook een rol. Strengere regelgeving, die op komst is voor de flexmarkt, is volgens de econoom zeker een uitdaging voor de uitzendbranche. Tegelijkertijd is er nieuwe wetgeving op komst voor zzp’ers (o.a. verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering), maar die lijkt later in te gaan. Daardoor kan tijdelijk een ongelijk speelveld ontstaan met tijdelijke verschuivingen tussen contractvormen. “Het is mogelijk dat de regels voor de flexbranche in 2025 ingaan en voor zzp’ers pas op zijn vroegst in 2027. Hierdoor dreigen de fiscale verschillen tussen zzp’ers en uitzendkrachten op korte termijn eerder groter dan kleiner te worden. Dit vergroot het risico op een verdere verschuiving van de inhuur van uitzendkrachten naar zzp’ers. Wanneer echter de zelfstandigenaftrek voor zzp’ers sneller wordt afgebouwd, dan wordt het met name voor zzp’ers met een relatief laag inkomen minder aantrekkelijk om als zzp’er te werken. Dat zou het verschil tussen beide speelvelden juist weer iets kunnen verkleinen.”
Meer uren werken
Wat er ook precies gebeurt, veel sectoren blijven te maken houden met structurele personeelstekorten. Een deel van de oplossing kan zijn dat werknemers wat meer uren gaan werken, zoals verschillende werkgeversorganisaties in september opperden. Dat zou ook kunnen werken voor de uitzendbranche, verwacht Jongkind. “Volgens de arbeidsmarktmonitor van de ABU werken uitzendkrachten gemiddeld 28 uur. Daar zit dan mogelijk wat rek in. Als dat gemiddeld bijvoorbeeld 30 uur wordt, helpt dat zeker. Je lost de tekorten er niet mee op, maar het kan zeker helpen om de werkdruk enigszins te verlichten.”