ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

ABU-voorzitter De Leeuw: “Niet de contractvorm, maar werk moet centraal staan”

Begin april stuurde minister Van Gennip (SZW) de brief ‘Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket’ naar de Tweede Kamer. Daarin doet zij voorstellen voor de hervorming van de arbeidsmarkt. Volgens ABU-voorzitter Sieto de Leeuw is de brief het slotakkoord van een jarenlange discussie over vast en flex. “Nu is het zaak om vooruit te kijken. Waarbij niet de contractvorm, maar de vraag hoe we mensen aan het werk krijgen centraal moet staan.”

“Het middellangetermijn-advies van de Sociaal-Economische Raad beoogde om flexibele arbeidsrelaties minder flexibel te maken en het vaste contract minder vast,” blikt De Leeuw terug. “Daarbij is gekozen voor een integrale benadering van de arbeidsmarkt. We zijn als ABU blij dat de minister met deze Kamerbrief op veel punten aansluit bij het SER-MLT-advies.” Ook de ABU wil – in lijn met wat is afgesproken in het SER-advies – zijn bijdrage leveren aan het vergroten van inkomens- en werkzekerheid van uitzendkrachten, benadrukt De Leeuw. “Dat is onderdeel van de strategie die de ABU enkele jaren geleden heeft ingezet om de kwaliteit van uitzendwerk te versterken. Wij hebben dus niet gewacht op wetgeving. In recente cao’s hebben we al stappen gezet om de positie van uitzendkrachten te verbeteren. Uitzendwerk moet fatsoenlijk werk zijn, waarvoor inleners een fatsoenlijke prijs betalen. Het mag niet zo zijn dat uitzendwerk wordt gebruikt om tegen lage kosten arbeid te organiseren.”

Boven op de cao-afspraken komen overheidsmaatregelen die de uitzendbranche verder reguleren. De Leeuw: “Begin vorig jaar is de wachttijd in de StiPP-pensioenregeling teruggebracht van 26 gewerkte weken naar 8 gewerkte weken. Met deze brief van de minister komen daar een aantal maatregelen bij. Zo wordt de contractflexibiliteit in fase B beperkt en moeten uitzenders voor de essentiële arbeidsvoorwaarden hetzelfde bieden als voor werknemers in vaste dienst van de inlener. Daarnaast wil de minister in 2025 een verplichte certificering invoeren voor alle ondernemingen die doen aan de beschikbaarstelling van arbeid.”

Verschuiving naar ongereguleerde flex

Wat De Leeuw betreft is voor de regulering van de uitzendbranche een grens bereikt. “Uitzenden is de best gereguleerde vorm van flex. Wat ons betreft is het nu klaar. De uitkomst van het Kamerdebat over de brief van de minister kan niet zijn dat er nog minder flexibiliteit komt. Want hoe groter de afstand met ongereguleerde flex wordt, hoe groter de kans is dat die ongereguleerde flex groeit ten koste van de gereguleerde flex. Water stroomt immers altijd naar het laagste punt.” De ABU-voorzitter maakt zich dan ook zorgen over het uitblijven van wetgeving die zzp moet reguleren. “In het SER-MLT-advies is afgesproken dat alle maatregelen gelijktijdig zouden worden ingevoerd. Maar de zzp-wetgeving blijft uit. Met als gevolg dat wij in de markt een verschuiving van uitzenden naar minder goed geregelde zzp zien. Er ligt een duidelijk arrest van de Hoge Raad naar aanleiding van de Deliveroo-zaak. De minister moet zzp nu zo snel mogelijk reguleren en zorgen voor een gelijk speelveld. Niet talmen, maar doorpakken.”

Volgens De Leeuw is de discussie in de afgelopen jaren vooral gegaan over de contractvorm. Over vast versus flex. De Leeuw: “Maar voor werkenden wordt die contractvorm steeds minder relevant. Je ziet dat mensen tijdens verschillende levensfasen wisselen tussen een vast contract, uitzendwerk en zzp-schap. De discussie zou dus niet moeten gaan over de contractvorm, maar over werk. Want de krapte op de arbeidsmarkt zal de komende jaren eerder groter dan kleiner worden.” De Leeuw denkt dat voorstellen, zoals die van onderwijsminister Wiersma onlangs, volstrekt averechts werken. “Wiersma wil dat scholen minstens 80 procent van het personeel in vaste dienst nemen en maximaal vijf procent van het budget aan uitzendkrachten en zzp’ers uitgeven. Dat zal ertoe leiden dat veel flexibel werkenden het onderwijs verlaten en de arbeidsmarktproblemen alleen maar groter worden. Hetzelfde geldt voor de zorg. Terwijl het over werk moet gaan en hoe we dat werk organiseren. Het MLT-advies van de SER was een bemoedigend begin. Maar laten we nu vooral de discussie over werk gaan voeren. Want voor die fundamentele discussie lopen we nog altijd weg.”

Wat betekent het nieuwe uitzendregime voor de toekomst van uitzenden?

Enrike Rutten, CEO HappyNurse:

“Er is snel duidelijkheid nodig over wat wel en wat geen zzp-werk is”

“Iedere zorgmedewerker die bij ons een vast contract wil, krijgt een vast contract. Maar de realiteit is dat veel mensen de keus maken voor flexibel werk. De nieuwe voorstellen van minister Van Gennip leiden ertoe dat die vrije keuze sterk wordt beperkt. Mensen weten heel goed zelf wat ze willen en kunnen. Waarom wil een overheid die keuzevrijheid beperken? Wat je aan werkgeverskant bovendien ziet, is een zorgwekkende verschuiving van uitzendwerk naar zzp. De zorgsector is sterk kostengedreven. Uitzendwerk wordt door alle regelgeving duurder en dus wordt de inhuur van zzp’ers aantrekkelijk. Te meer, omdat zorginstellingen voor zelfstandige verpleegkundigen niet btw-plichtig zijn en voor uitzendkrachten wél. Dat is een stimulans om zoveel mogelijk zzp’ers in te zetten. De minister zendt voortdurend een dubbele boodschap uit: ze zegt moeite te hebben met het grote aantal zzp’ers, maar ondertussen blijft zzp-wetgeving uit. We zien zelfstandige zorgmedewerkers die zestig uur achter elkaar werken, met alle risico’s van dien. Omdat ze niet onder de Arbeidstijdenwet vallen. Vinden we dat acceptabel? Er ligt een hele duidelijke Deliveroo-uitspraak van de rechter. Ik roep de minister dan ook op om heel snel duidelijkheid te verschaffen over wat wel en wat geen zzp-werk is.”

Jochem van Dinther, Director Operations Manpower Nederland:

“Wij doen iets aan het oplossen van de arbeidsmarktkrapte én aan de doorstroom naar vast”

“De nieuwe voorstellen rond het uitzendregime geven flexkrachten meer zekerheid en houvast. Dat is een goede zaak. We moeten echter wel aandacht houden voor de doorstroom van uitzendkrachten naar een vast contract. Uitzendwerk biedt een belangrijke opstap naar de arbeidsmarkt. Veel uitzendkrachten krijgen vervolgens een vaste aanstelling bij de opdrachtgever. Maar aan de onderkant van de arbeidsmarkt is die doorstroom minder vanzelfsprekend. Daar zullen we onze aandacht dus op moeten blijven richten.

Voor werkgevers betekenen de voorstellen dat flexibiliteit duurder wordt en daarmee minder interessant. Het klassieke uitzenden zal daardoor de komende jaren in volume minder worden. Maar er liggen kansen op het vlak van hr-dienstverlening. De arbeidsmarkt is krap en zal voorlopig krap blijven. Onze verwachting is dat permanent recruitment juist een groei gaat doormaken. Daarnaast is er een skills-mismatch op de arbeidsmarkt, waardoor er mogelijkheden liggen op het vlak van persoonlijke ontwikkeling. Met het MyPath-programma spelen we daar als Manpower op in door op te leiden, bij te scholen en om te scholen. Zo maken we en houden we mensen fit voor de arbeidsmarkt. Om ze vervolgens op uitzendbasis of via detachering weer naar die arbeidsmarkt te brengen. We zien dat MyPath-deelnemers vaker een vaste baan krijgen aangeboden. We doen dus iets aan het oplossen van de arbeidsmarktkrapte, maar tevens aan de doorstroom naar vast, zoals minister Van Gennip beoogt. Zo leveren wij als uitzender met onze kennis en expertise een belangrijke bedrage aan de maatschappelijke uitdagingen die er liggen.”

Gerelateerde artikelen