ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Demograaf Jan Latten ziet oplossingen arbeidsmarktekorten

“Voldoende arbeidspotentieel om personeelskrapte op te lossen”

Met de krappe arbeidsmarkt wordt vaak gewezen naar de ‘vergrijzing’ als enige oorzaak. Volgens sociaal demograaf Jan Latten is dat onterecht en wordt die term nogal misbruikt. Volgens hem moet ook naar andere oorzaken en oplossingen worden gekeken. Hij ziet door kortetermijnpolitiek nu vooral veel belemmeringen, waardoor het al bestaande arbeidspotentieel onvoldoende wordt benut. Bij parttimers, niet-werkenden en gepensioneerden zit nog heel veel potentieel.

Nederland heeft momenteel een groot tekort aan arbeidskrachten en de werkloosheid is historisch laag. Toch zijn er ook nog veel mensen die om uiteenlopende redenen niet werken of die veel minder werken dan ze zouden willen. Onderzoekers van PricewaterhouseCoopers berekenden recent dat er tot 2027 zo’n 450.000 extra mensen nodig zijn voor de arbeidsmarkt. Maar wanneer deeltijdwerkers vier uur per week extra zouden werken, is het gat tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt al bijna opgelost, aldus het onderzoek. “Hebben we dan een te krappe arbeidsmarkt gekregen of een te krap arbeidsethos?” Deze retorische vraag stelt Jan Latten kijkend naar de cijfers. “Nederland is internationaal koploper parttime werken en scoort vergeleken met omringende landen laag op de lijstjes met gewerkt uren. Dat lijkt vooral een welvaartsprobleem. Veel mensen voelen niet de noodzaak om wat meer te werken.”

Sociologisch is ‘arbeidsethos’ ook een interessant begrip, stelt Latten. “Ongeveer driekwart van de mensen heeft best een hoog arbeidsethos, toont CBS-onderzoek, maar ongeveer een kwart niet of ze twijfelen daarover. Dat vind ik best veel. Blijkbaar heeft een kwart van de mensen niet meteen het gevoel dat zij met werk wat moeten bijdragen aan onze samenleving. Terwijl je samenleven toch echt niet alleen doet. Wie betaalt anders je basisonderwijs of je latere AOW? Dat is een kwestie van geven en nemen. Het lijkt me vooral een politieke opgave om zo’n boodschap voor burgers duidelijk te maken.”

 

“We lijken demografisch meer op China dan we zelf doorhebben”

Sociaal demograaf Jan Latten

 

 

 

Talenten herkennen

Daarnaast is er het arbeidspotentieel van bijna een miljoen mensen die (deels) zouden kunnen werken, maar dat om verschillende redenen nog niet doen. “Een deel daarvan kan niet werken. Die moeten we goed opvangen. Maar een groot deel kan dat wel, zeker als ze daar wat hulp bij krijgen en werkgevers zich daarvoor openstellen. Bijvoorbeeld door het werk beter af te stemmen op de beschikbare mensen. Daarnaast is talenten herkennen, opleiden en coachen essentieel. Hierbij kan de uitzendbranche een belangrijke rol spelen. Dat begint bij het zoeken en herkennen van competenties, los van opleiding of werkervaring. De uitzendconstructie is voor werkgevers én deze werkenden ook een veilige manier om in zekere zin ongebonden met elkaar in zee te gaan. Het verhoogt de financiële weerbaarheid van mensen en geeft hen zelfvertrouwen. In Duitsland worden niet-werkenden goed op weg geholpen in jobcenters die begeleiding bieden die mensen nodig hebben. Dat is maatwerk wat je het best regionaal kunt organiseren met publiek-private samenwerking. Ook daarin kunnen uitzendorganisaties en andere specialisten op de arbeidsmarkt een belangrijke rol spelen.”

Financieel lonend

Om het bestaande arbeidspotentieel beter te benutten, moet werken wel lonend zijn. “Het moet financieel aantrekkelijk zijn om (meer) te werken. Fulltime werken kun je bijvoorbeeld stimuleren door een extra heffingskorting te geven. Wie na een uitkering gaat werken of erbij gaat werken om weer wat op te bouwen, moet er ook op vooruitgaan. En niet achteruit, zoals nu kan gebeuren als toeslagen wegvallen. Dan ontbreekt de financiële prikkel. Dat geldt ook voor mensen die na hun pensioen (deels) willen doorwerken. Daarin moeten ze niet gestraft worden via hun zorgtoeslag. Ongeveer een kwart van de mensen wil na hun pensioen wel doorwerken, maar slechts een kwart daarvan doet dat ook echt. Daar zit ook een interessant arbeidspotentieel, bijvoorbeeld voor het onderwijs. Als we zorgen dat mensen hun werk belangrijk vinden en met passie doen, is het ook niet logisch om opeens te stoppen met werken wanneer je jarig bent. Een kunstenaar stopt ook niet met schilderen als hij 67 jaar wordt.”

Kinderschaarste

De ‘vergrijzing’ van de beroepsbevolking wordt vaak aangewezen als belangrijke factor voor de tekorten op de arbeidsmarkt. “Onterecht. Die term wordt misbruikt. Mensen in Nederland krijgen sinds het jaar 2000 steeds minder kinderen. Dan weet je dat er 20 jaar later een probleem kan ontstaan. Eigenlijk is dat ‘ontgroening’ of ‘kinderschaarste’. Daarin lijken we misschien wel meer op China dan we zelf doorhebben. Met gezinsbeleid kun je voor de lange termijn hier invloed op uitoefenen. Veel jonge mensen worden nu gehinderd om (meer) kinderen te krijgen. Bijvoorbeeld doordat er te weinig woningen en aantrekkelijke kinderopvang zijn. Als oplossing voor de ontgroening wordt snel gedacht aan arbeidsmigranten. Voor een deel is dat nodig, maar we moeten ook niet doen alsof het de enige oplossing is. Als je iets breder kijkt, zijn er meer oplossingen. Ook binnen het bestaande arbeidspotentieel.”

Meer verbinding

Naast de financiële prikkel zijn voldoening en verbondenheid belangrijke kenmerken die (meer) werken aantrekkelijker kunnen maken. “We hebben in onze geïndividualiseerde samenleving steeds meer behoefte aan verbondenheid. In het verleden vonden mensen dat altijd thuis, in hun buurt of via hun werk. Dat is nu vaak niet meer zo. Werkgevers kunnen die verbondenheid meer faciliteren met aandacht: door gezamenlijke activiteiten en contacten te stimuleren. Werkgevers die dit doen, worden aantrekkelijker en kunnen medewerkers langer vasthouden. Daarvoor moeten we werk vooral weer breder gaan zien dan het ‘uitvoeren van taken’. Werk kan ook gewoon heel leuk zijn, zeker als het ook beloond wordt.”

Over Jan Latten

Jan Latten was jarenlang demograaf en hoofddemograaf bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2004 werd hij benoemd tot bijzonder hoogleraar demografie door de Universiteit van Amsterdam. Tegenwoordig is hij vooral actief als spreker en als columnist voor de Telegraaf.

Gerelateerde artikelen