ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

FNV en SNCU: intensiveer aanpak misstanden

“Eén enkele maatregel is niet meer genoeg”

De waarde van werk staat onder druk. Arbeid is verworden tot een kostenpost. Het is het gevolg van de toenemende internationalisering en toename van het aantal flexvormen. Wat moet daar het antwoord op zijn? Die vraag leggen we voor aan Anja Jongbloed, manager Handhaving en Naleving bij de FNV, en directeur van ‘cao-politie’ SNCU Jaap Buis.

“Er is veel aan de hand op de arbeidsmarkt,” zegt SNCU-directeur Jaap Buis. “Ik zie dingen gebeuren die echt onwenselijk zijn en maak me zorgen over die werknemers – met name aan de basis – die onvoldoende voor zichzelf kunnen zorgen.” FNV-manager Anja Jongbloed deelt de zorgen van Buis. “Het aantal misstanden neemt toe. We zien dat opdrachtgevers steeds meer op de prijs van arbeid concurreren. Er worden allemaal slimme flexconstructies bedacht om onder de cao te kunnen betalen en geen sociale premies af te dragen. Er zijn steeds grotere gebieden waar de cao niet meer van toepassing is. Dat ondermijnt onze collectieve regelingen, die we juist belangrijk vinden in Nederland.”

 

Anja Jongbloed, FNV

“Er worden allemaal slimme flexconstructies bedacht om onder de cao te kunnen betalen en geen sociale premies af te dragen. Dat ondermijnt onze collectieve regelingen.”

Cao-politie

Om misstanden binnen de uitzendbranche aan te pakken, is vijftien jaar geleden door de sociale partners de ‘cao-politie’ SNCU opgericht. “Als SNCU geven wij voorlichting aan uitzendkrachten over de cao, zodat ze op de hoogte zijn van hun rechten,” vertelt Buis. “Daarnaast doen we onderzoek als er dingen niet in de haak zijn. Per jaar krijgt de SNCU zesduizend meldingen van uitzendkrachten. Daar komen jaarlijks vierhonderd onderzoeken uit voort.” De meldingen die de SNCU krijgt, zijn volgens Buis van uiteenlopende aard. “Het kan gaan om het niet betalen van vakantiegeld of adv, om loon dat na een faillissement niet wordt uitbetaald of om forse rekeningen voor discutabele schades aan huisvesting. Er komen vooral veel meldingen uit sectoren waar de marges dun zijn. Denk aan de land- en tuinbouw en logistiek.” Momenteel is SNCU in overleg met de gemeente Westland om te kijken welke onderzoeken daar gedaan kunnen worden, vertelt Buis. “En we werken bovendien nauw samen met de Inspectie SZW en de Belastingdienst. Als SNCU zetten we meldingen door als zaken niet deugen, zodat de overheid een onderzoek kan starten. Tevens krijgt SNCU meldingen via het overheidsmeldpunt voor misstanden.”

Jaap Buis, SNCU

“Bij het gereguleerde deel van de branche zitten niet de notoire overtreders.”

Dubieuze constructies aanpakken

“Over ABU- en NBBU-leden krijgt SNCU relatief weinig meldingen,” vervolgt Buis. “Bij het gereguleerde deel van de branche constateren we soms ook afwijkingen. Maar dat zijn niet de notoire overtreders.”

Ook de FNV is actief bij de bestrijding van misstanden op de arbeidsmarkt. Vaak leden van ABU of NBBU, het zogenaamde binnengebied, stelt Jongbloed. “Zij worden niet gecontroleerd op het juiste uurloon via werkplekonderzoek en interviews met werknemers. Dat doet de FNV wel. Als wij dubieuze constructies tegenkomen, dan schromen wij niet om de opdrachtgevers en onderaannemers aan te pakken. Zo hebben wij recent de doorleenconstructie van het bedrijf Flexcargo succesvol aangevochten. De curator van deze failliete onderneming heeft de driekoppige directie nu hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor het volledige faillissementstekort. Het gaat daarbij om veel geld: € 435.000,- aan achterstallig loon voor zestien uitzendkrachten.” Ook kan de vakbond via artikel 10 van de Wet op het Algemeen Verbindend Verklaren en artikel 8 van de WAADI vragen om een onderzoek van de Inspectie SZW of een melding doen bij SNCU. “In die gevallen hebben wij signalen van onze leden gekregen dat de cao niet wordt nageleefd of de inlenersbeloning niet wordt toegepast. Op basis van de onderzoeken van de Inspectie kunnen wij dan weer juridische stappen zetten.”

Aanpak intensiveren

Niettemin ziet SNCU-directeur Buis nog mogelijkheden om de strijd tegen malafide uitzendbureaus te intensiveren. “Daarvoor is het allereerst belangrijk dat we de slagkracht van SNCU verder vergroten. Door automatisering en door slimmer onderzoek te doen, willen we per jaar met dezelfde middelen meer onderzoeken gaan doen. Tevens hebben we een project opgestart met SNA, het Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en StiPP om te zien hoe de onderlinge informatie-uitwisseling verbeterd kan worden, zodat wij als SNCU onze onderzoeken nog beter kunnen targetten.” Daarnaast vindt Buis dat de Inspectie ook kritisch moet kijken naar inleners. “Als inleners de oorzaak zijn van misstanden, moeten ze aangepakt worden. Ondanks het feit dat de uitzender de formele werkgever is.”

Introductie waarborgsom

Ook Jongbloed ziet tal van mogelijkheden om misstanden in de uitzendbranche verder te verbeteren. “Iedere gek kan morgen een uitzendbureau beginnen. Ik denk dat we met de uitbreiding van de vestigingseisen daar paal en perk aan kunnen stellen. Zo zou de introductie van een waarborgsom bij de start van een uitzendonderneming een goede stap zijn. Wat ook helpt, is een betere registratie van katvangers en een bestuursrechtelijk beroepsverbod voor veelplegers.” Verder vindt Jongbloed het belangrijk dat de Inspectie SZW niet alleen controleert of het minimumloon wordt betaald, maar ook uit zichzelf de WAADI handhaaft. “Het is noodzakelijk om te controleren of het juiste uurloon wordt betaald, ook door SNA. Ik zou er voorstander van zijn als het werk van SNA door de Inspectie SZW wordt gecontroleerd, hoewel het ook voor de inspectie lastig. Je zou dan kunnen denken aan controle vanuit de overheid op de controlerende instellingen die SNA-controles uitvoeren. De overheid zou deze controlerende instellingen (CI’s) kunnen certificeren en vervolgens steekproefsgewijs kunnen controleren of de CI’s juist hebben gecontroleerd, net als na een APK-keuring bij auto’s.” Bovendien meent Jongbloed dat het voorstel van minister Koolmees voor een minimumtarief voor zzp’ers van 16 euro fors anders moet. “Voor een uitzendkracht in de onderste loonschaal ben je al 19 euro kwijt. Een minimumtarief van 16 euro betekent dat inleners liever een schijn-zzp’er voor 16 euro hebben. Dat is een perverse prikkel.”

Het is de hoogste tijd voor actie om de kwaliteit in de uitzendbranche te verbeteren, concludeert Jongbloed. “Gezien het grote aantal misstanden, is één enkele maatregel niet meer genoeg. Het zal ‘en-en-en’ moeten zijn. Dat is echt noodzakelijk voor een effectieve aanpak.”

Dit artikel verscheen in het blad Uitzendwerk, nummer 4, december 2019.

Gerelateerde artikelen