ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

“Ik wil mensen hun perspectief teruggeven"

Minister Karien van Gennip (SZW)

Over Karien van Gennip:
Van 2003 tot 2007 was Karien van Gennip staatssecretaris van Economische Zaken in de kabinetten Balkenende-II en -III. Daarna bekleedde Van Gennip diverse directeursfuncties bij de ING Groep, waar ze in 2015 CEO werd van de ING Bank France in Parijs. In 2021 werd ze benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur van zorgverzekeraar VGZ. Sinds januari van dit jaar is Van Gennip minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Op 10 januari is dit kabinet van start gegaan. Wat zijn voor u de belangrijkste lessen uit het eerste jaar?

“Dat zijn er eigenlijk twee. Ik ben naar Den Haag gekomen, omdat ik geloof in gelijke kansen voor mensen. Dat is echt mijn drijfveer. Gelijkwaardige kansen op werk, op inkomen, op een gezonde en duurzame loopbaan. De eerste belangrijkste les is, dat ik nu nog veel scherper zie dat veel groepen in Nederland die gelijkwaardige kansen niet krijgen. En hoe belangrijk het is daar iets aan te doen. Ik kan dat als minister niet alleen. Dat kan alleen samen met werkgevers, vakbonden, onderwijsinstellingen, uitzenders en andere partijen die op de arbeidsmarkt actief zijn. Als maatschappij moeten we samen het geloof hebben in een meer inclusieve en diverse samenleving waarin iedereen die gelijkwaardige kansen heeft.”

En wat is de tweede les voor u?

“Ik ben veel op werkbezoek geweest bij arbeidsmigranten en andere mensen aan de basis van de arbeidsmarkt. Hun werk is essentieel om onze maatschappij te laten functioneren. Zij zorgen ervoor dat iedereen op vakantie kan, tomaten op z’n bord heeft en zijn postpakketjes op tijd krijgt. De waarde van dat werk moeten we zien én belonen. Daarom heb ik het minimumloon stevig verhoogd met tien procent. Maar ik doe tevens een oproep aan alle werkgevers om een stijgende winst te vertalen in stijgende lonen.”

Gaat het alleen om een beter loon?

“Nee, zeker niet. Bij de waarde van werk gaat het ook over arbeidsomstandigheden. Het gaat ook over planning en roostering. Dat je ruim van tevoren weet wanneer je precies moet werken. Dat je flexibele contracten zo inricht, dat iemand op zaterdag bij een sportwedstrijd van een zoon of dochter kan zijn. En dat je ervan uit kunt gaan dat je de volgende maand voldoende verdient om alle vaste lasten te betalen.”

De krapte op de arbeidsmarkt is een grote uitdaging op dit moment. Baart die krapte u zorgen?

“Ja, dat baart me zorgen. Een deel van de krapte is conjunctureel bepaald. Maar er zit tevens een structurele component in, die wordt veroorzaakt door ontgroening en vergrijzing. Dus ligt er een forse uitdaging om zoveel mogelijk mensen aan de slag te krijgen. Tegelijk moeten we volop inzetten op innovatie en moeten we stimuleren dat het voor deeltijdwerkers loont om meer uren te gaan werken. Arbeidsmigratie is het sluitstuk van de discussie. Arbeidsmigranten leggen ook druk op huisvesting, op onderwijs en op de zorg. De vraag is dus wel wat we als samenleving nog aankunnen. Die discussie moet je durven voeren.”

“Ik zie het risico van het waterbed-effect. Daarom wil ik alle wetgeving zo dicht mogelijk bij elkaar invoeren.”

Welke rol ziet u voor de uitzendbranche bij het terugdringen van die tekorten?

“De basisopdracht van de uitzendbranche is natuurlijk ‘piek en ziek’. Maar daarnaast kunnen uitzenders een rol spelen om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer aan het werk te helpen. Sommige werkzoekenden hebben gewoon een extra zetje nodig. Dat kunnen herintreders zijn, schoolverlaters, uitkeringsgerechtigden of statushouders. Vorige maand was de lancering van RefugeeWork, een platform dat werkgevers en werkzoekende statushouders bij elkaar brengt. De uitzendbranche is daar mede bij betrokken. Dat waardeer ik enorm. De branche laat daarmee zien haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en levert daarmee tegelijkertijd een bijdrage aan het terugdringen van de arbeidstekorten.”

In een aantal arbeidsmarktregio’s werken uitzendorganisaties succesvol samen met gemeenten en UWV. Uitzenders zitten echter nog niet in alle regio’s als een natuurlijke partner aan tafel. Hoe kijkt u daarnaar?

“Recent hebben wij aangekondigd dat we door willen met het stroomlijnen en vereenvoudigen van de arbeidsmarktinfrastructuur. Het doel is te komen tot één loket in elke arbeidsmarktregio waar je als werkgever of werkzoekende terechtkunt. Dan is het belangrijk dat alle spelers die daar een rol bij kunnen spelen, aan tafel zitten. Ik geloof heel erg in publiek-private samenwerking. Uitzenders kunnen vanuit hun allocerende rol een belangrijke bijdrage leveren. Dus als er blokkades worden opgeworpen, belt u mij dan maar.”

Als u kijkt naar de maatschappelijke rol van de uitzendbranche, wat kan er dan beter?

“Veel uitzendcontracten zitten aan de basis van de arbeidsmarkt. Mensen die vaak veel onzekerheid hebben over hun inkomen en over hoeveel ze kunnen werken. Daar ligt een mooie taak voor de ABU: het vergroten van die zekerheid. Daarnaast zou ik willen pleiten voor meer aandacht voor arbeidsomstandigheden. Want daar zit wel echt pijn. Er komen situaties voor die Nederland onwaardig zijn. En dan gaat het niet alleen om arbeidsmigranten.”

Hoe waardeert u het feit dat in de cao door de ABU stappen zijn gezet om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren?

“Dat verdient een compliment. Het is een stap voorwaarts dat arbeidsmigranten bij einde werk niet zomaar uit de huisvesting worden gezet. Datzelfde geldt voor de afspraak om arbeidsmigranten twee maanden minimumloon te geven als ze voor het eerst naar Nederland komen. Maar er zijn meer stappen nodig. Ik vind het een goede zaak dat de ABU binnenkort met een masterplan Arbeidsmigratie komt om de positie van arbeidsmigranten verder te verbeteren.”

Maar de ABU kan dat niet alleen…

“Nee, de ABU is niet de enige partij die daar een verantwoordelijkheid in heeft. Gezamenlijk zullen we ervoor moeten zorgen dat we malafide uitzendbureaus weren. Met de verplichte certificering zetten wij daar als overheid een grote stap in. En ook gemeenten moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Dus niet alleen werkgelegenheid aantrekken, maar tevens zorgen voor voldoende huisvesting.”

Er is veel wetgeving in voorbereiding die de arbeidsmarkt verder moet reguleren. Wetgeving die ook de uitzendbranche raakt. De zzp-wetgeving wordt echter later ingevoerd. Is er daarmee niet het risico dat er een waterbedeffect ontstaat?

“Het klopt natuurlijk dat je als je het ene eerder invoert dan het andere, er de kans is op een waterbed-effect. Ik zie dat risico. Daarom wil ik alle wetgeving zo dicht mogelijk bij elkaar invoeren. Ik kan niet toezeggen dat het op precies hetzelfde moment gebeurt. Maar het streven is dat er maximaal een jaar tussen de invoering van beide soorten wetgeving zit.”

“De uitzendbranche laat zien haar maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.”

De uitzendondernemer komt in die tussenperiode dan wel knel te zitten. De kosten nemen door de aanpassing van het uitzendregime en de verplichte certificering toe. Maar als hij de prijs te veel verhoogt, zegt de inlener: ‘dan huur ik wel zzp’ers in’.

“Ik heb begrip voor de lastige situatie waarin uitzendondernemers kunnen komen te zitten. Daarom wil ik zo snel mogelijk de zzp-wetgeving invoeren. In december stuurt het kabinet een brief met een verdere uitwerking van de maatregelen naar de Tweede Kamer.”

De verplichte certificering voor uitzenders gaat er komen. Maar die certificering moet gepaard gaan met voldoende handhaving, omdat het anders geen effect heeft. Hoe gaat u daarvoor zorgen?

“Bij de verplichte certificering is er een combinatie van privaat en publiek toezicht. Voor het private toezicht staan de sociale partners zelf aan de lat om dat goed in te regelen. Het publieke toezicht ligt bij de Arbeidsinspectie. De Inspectie heeft tien miljoen euro extra gekregen om controles uit te breiden. Daarnaast bekijken we of er aanvullende instrumenten noodzakelijk zijn. Een bestuursrechterlijk bestuursverbod houd ik vooralsnog achter de hand. De Arbeidsinspectie geeft aan dat de Wet Bibob voldoende mogelijkheden geeft om malafide bestuurders aan te pakken.”

Tot slot: wat is uw grootste ambitie voor deze kabinetsperiode?

“Als gezegd: ik geloof in een samenleving waarin iedereen gelijkwaardige kansen krijgt. Een samenleving waarin mensen geen perspectief hebben, is een samenleving die onder druk komt te staan. Voor veel groepen is dat perspectief er nu niet. Ik wil die mensen hun perspectief weer teruggeven. Niet alleen perspectief op een baan, maar óók zekerheid in die baan. Dat is het Nederland dat ik voor ogen heb.”

Gerelateerde artikelen