ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

Op bezoek bij Vesten Vaklui

Op bezoek bij Vesten Vaklui

Hij wil pertinent niet meedoen aan die ‘race naar de bodem’, maar kwaliteit toevoegen aan de keten. Met Vesten Vaklui voegt oprichter-eigenaar Bart Doornwaard sinds 2017 de daad bij het woord. Vesten wil technici een thuis bieden. “We zorgen goed voor onze mensen, bieden ze comfort en veiligheid. Wat we terug krijgen is loyaliteit. De markt biedt ruimte voor dit model.”

Wat is uw persoonlijke achtergrond?

Vanuit mijn technische achtergrond ben ik in mijn jonge jaren gestart bij een technisch detacheringsbedrijf. Na zeven jaar ben ik daar gestopt en begonnen als managing partner bij een nieuwe onderneming. Dit bedrijf detacheerde o.a. engineers en projectleiders in de metaal en techniek. In 2015 hebben we dit bedrijf verkocht. Ik ben met mijn team meegegaan naar de kopende partij om de overgang zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Na twee jaar vond ik de tijd rijp om weg te gaan en een ‘break’ te nemen.”

Wanneer en waarom bent u gestart met Vesten Vaklui?

“Tijdens die sabbatical had ik weliswaar geen verplichtingen, maar in mijn hoofd was het drukker dan ooit. Ik wilde toch weer een uitdaging, maar wat? Altijd was ik bezig geweest met de loopbanen van anderen en nu stond ik aan de andere kant. Alsof dr. Phil opeens de patiënt was. Mijn conclusie: wat ik het allerleukst vind, is ondernemen. Ik had de tijd, de middelen, dus waarom niet? In de zomer van 2017 ben ik samen met mijn huidige zakenpartner Jeroen van de Blankevoort Vesten Vaklui begonnen. De naam Vesten is afgeleid van bouwen, vertrouwen en vestigen. Bij een grote onderneming is het grote risico dat het oorspronkelijke DNA verdwijnt. Vesten is een plek waar flexwerkers zich thuis moeten voelen, om zo het maximale uit zichzelf te kunnen halen.”

Wat is jullie kracht?

“Wij doen niet mee aan die race to the bottom. Dit zorgt voor wantrouwen en niet voor loyaliteit. Wij willen, bijvoorbeeld als erkend leer-werkintermediair, waarde toevoegen aan de keten. We bieden flexwerkers een nieuw thuis, houvast, ontwikkeling en veiligheid. We gaan voor een relatie op de lange termijn. In woord en daad, dus ook met contracten. Er zit absoluut ruimte in de markt voor dit model. Onze kracht is ook dat we flexkrachten, veelal technici op niveau mbo-2 en 3, zeer actief betrekken. Zo’n vier à vijf maal per jaar komen we als groep samen. Niets is schimmig, we delen alles. Wat we terugkrijgen is betrokkenheid en loyaliteit.”

 

We zullen meer dan ooit extra moeten inzetten op goed werkgeverschap en het langdurig inzetbaar houden van werknemers.

 

Wat maakt de sector waarin Vesten Vaklui actief is bijzonder?

“De techniek is een trotse en pure sector, waar loyaliteit hoog in het vaandel staat. Als relatieve nieuwkomer kostte het daarom tijd om het vertrouwen te winnen. Zowel bij opdrachtgevers als bij flexkrachten. Als een werknemer na jaren dienstverband opeens overstapt naar een nieuwkomer op de markt, heeft hij ’s avonds wat uit te leggen aan zijn partner.”

Hoe kijkt u naar de verbreding van de dienstverlening van uitzenders en wat zijn uw eigen ambities hierin?

“Wij richten ons volledig op projectmatige inzet via uitzenden en detacheren. Natuurlijk; elke ondernemer wil groeien. Maar groei moet geen heilig doel zijn, maar een gevolg van het feit dat je dingen goed doet. Als je groter wordt en meer diensten aanbiedt, heeft dat ook een keerzijde. Ik geloof niet dat je goed in alles kunt zijn. Wij willen best groeien, maar alleen als we focus aan die verbreding kunnen toevoegen. Veel uitzenders lopen te koop met groei in omzet en winst. Maar ik hoor niemand over groei in kwaliteit. Daar zouden we elkaar veel scherper op moeten houden. Wil je je als branche presenteren als dé kenner van de arbeidsmarkt? Stuur dan als ondernemer meer op kwaliteit van dienstverlening en goed werkgeverschap voor je flexwerkers. De ABU werkt daaraan, maar als leden moeten we ook naar onszelf kijken.”

Wat is voor u de toegevoegde waarde van het ABU-lidmaatschap?

“Mijn vorige bedrijf was tot aan de overname geen ABU-lid. Tot voor kort had ik dus weinig ervaring met de ABU. Ik ben aangenaam verrast over de dienstverlening en vind de ABU erg laagdrempelig. Het imago dat men er vooral is voor de grote bedrijven is volledig onterecht. Wij hebben veel aan hun know how. Als klein bedrijf voelt het daarom toch alsof je een groot bedrijf achter je hebt staan.”

Over welke arbeidsmarktontwikkeling maakt u zich het meeste zorgen?

“De krapte op de arbeidsmarkt. In de techniek zorgt dit voor een te snelle en sterke opwaartse trend in de lonen en tarieven. Dat zal uiteindelijk een remmende werking hebben. Als schaarste van personeel langdurig je belangrijkst USP is, dan doen we het als branche niet goed. We zullen dus meer dan ooit extra moeten inzetten op goed werkgeverschap, bruggen slaan tussen de arbeidsmarkt, het bedrijfsleven en het onderwijs en het langdurig inzetbaar houden van werknemers.”

Welke ontwikkeling vindt u juist positief?

“Het feit dat de uitzendbranche steeds beter wordt in het slaan van die bruggen. Uitzenders hebben een belangrijke toegevoegde waarde. In het opleiden van mensen, maar ook in het ontzorgen van bedrijven op het gebied van complexe regelgeving.”

Waar zou u over vijf jaar à tien jaar willen staan met uw bureau?

“We willen het bedrijf naar een hoger niveau tillen. We zetten momenteel een tweede label op, dat zich richt op hoger opgeleide technici. Zo kunnen we de hele markt bestrijken en kunnen uitzendkrachten bij ons het hele carrièrepad doorlopen. Van krantenjongen tot miljonair bij wijze van spreken. Daarnaast zou ik graag een actieve rol spelen in het verbeteren van het imago van de techniek.” Lachend: “Blijft jammer dat mijn eigen dochters er niet voor te porren zijn.”

En wat is uw persoonlijke ambitie?

“We hebben nu een heel bevlogen club mensen, die voelen alsof Vesten Vaklui hun eigen bedrijf is. Dat gevoel wil ik vasthouden. Ik moet misbaar zijn. Pas als ik echt misbaar ben, heb ik het goed gedaan.”

Dit artikel verscheen in Reflex 1 – 2019

Gerelateerde artikelen