ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

“We moeten leren vanuit mensen naar banen te kijken”

Uitzendbarometer

Hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer (UvA)

De krappe arbeidsmarkt is niet zo problematisch als veel wordt voorgesteld. Er zijn veel oplossingen voorhanden om de schaarste het hoofd te bieden. De belangrijkste verandering daarbij is om niet meer vanuit banen naar mensen te kijken, maar andersom. Met focus op duurzame arbeidsrelaties waarin werkgevers en werkenden weer kunnen investeren. Dit stelt bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer van de Universiteit van Amsterdam.

De ‘structurele krapte op de arbeidsmarkt’ bekijkt De Beer met enige scepsis. “We weten al decennia dat de schaarste door vergrijzing eraan kwam en daar is nauwelijks structurele aandacht voor geweest. Tegelijkertijd zien we in de geschiedenis dat banen altijd zijn aangepast aan de beroepsbevolking. Dat gaat niet altijd even soepel, maar bij iedere economische crisis nam de krapte weer af en verslapte de aandacht hiervoor.”

Is dit nu niet veranderd door de grotere uitstroom door de vergrijzing? “Het is nog maar de vraag of dat echt zorgt voor structurele krapte in steeds meer sectoren. Er zullen ongetwijfeld verschuivingen plaatsvinden, maar er zijn verschillende oplossingen om banen weer af te stemmen op de beschikbare beroepsbevolking en om met minder mensen te zorgen voor dezelfde of hogere productie. Denk aan automatisering en innovaties die werken efficiënter maken. Daarbij is het vooral interessant om minder aantrekkelijk werk te automatiseren. Mensen die dat werk deden, kunnen dan ander werk doen in kraptesectoren.”

Over Paul de Beer

Prof. dr. P.T. (Paul) de Beer is directeur van het Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging (De Burcht) en bijzonder hoogleraar op de Henri Polak leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam. In beide rollen houdt hij zich veel bezig met arbeidsverhoudingen.

Meer oplossingsrichtingen
Ook kunnen we ervoor kiezen bepaalde activiteiten die het moeilijk hebben in Nederland te laten verplaatsen. “Neem bijvoorbeeld de glastuinbouw. Door het energieverbruik en personeelsschaarste voor dit werk kun je je afvragen of we dit willen handhaven. Zulke veranderingen speelden de afgelopen eeuw ook bij de omslag van de landbouw en industrie naar onze huidige dienstensamenleving.”

Daarnaast is het beschikbare arbeidspotentieel beter te benutten. Bijvoorbeeld doordat parttimers wat meer gaan werken en doordat mensen die nog niet werken wel aan de slag gaan en kunnen. “Maar in alle gevallen moeten we niet meer vanuit banen naar mensen kijken, maar vanuit mensen naar banen en duurzame arbeidsrelaties. Dit helpt ook om honderdduizenden mensen die nu nog langs de kant staan wel aan werk te helpen. Uitzendorganisaties kunnen hier ook bij helpen door het gesprek met inleners aan te gaan en het perspectief te verschuiven vanuit banen naar beschikbare mensen en talenten.”

Nieuw boek
De Beer beschrijft de geschetste omslag in zijn boek De mythe van de arbeidsmarkt dat 12 december verschijnt. “We moeten niet meer naar werk kijken door de bril van de markt, maar met mensen als uitgangspunt en aan hen stabiliteit, zekerheid en ontwikkelkansen bieden. Ook werkgevers hebben daar belang bij, want productiegoederen slijten als je ze gebruikt, maar arbeid groeit juist door de toename van kennis en ervaring. Daar moeten we wel voor de langere termijn in investeren en niet alleen naar de korte termijn blijven kijken. De focus van werkgevers lag te lang op loonkostenbeperking en flexibilisering. Maar uiteindelijk zorgt dat voor minder productiviteit, loyaliteit en minder investeren in elkaar. En dat werkt nu niet meer. In sectoren waar dit het meest gebeurde, zie je nu ook vaak grotere personeelstekorten.

“Ik ben voor het recht op taakverandering, ook als prikkel om te blijven ontwikkelen.”

Recht op taakveranderingen
Vanuit zijn visie is De Beer blij met de plannen van minister Van Gennip (SZW) voor de arbeidsmarkt. “Ik zie op hoofdlijnen een streven naar meer duurzame arbeidsrelaties, bijvoorbeeld door de stop op nulurencontracten en het aanpakken van schijnzelfstandigheid onder zzp’ers. De vraag is nog wel hoe de hoofdlijnen concreet worden uitgewerkt. Wettelijke aanpassingen zijn belangrijk, maar de sociale partners kunnen zelf ook afspraken maken over het investeren in mensen en hun ontwikkeling, bijvoorbeeld met scholing en informele scholing op de werkvloer. Ik ben ook voorstander om werknemers het recht te geven op verandering van taken, ook als prikkel om te blijven ontwikkelen. Dat kun je in de cao vastleggen. De aandacht voor leren en ontwikkelen blijft cruciaal, ook om de mismatch op de arbeidsmarkt tegen te gaan en veranderingen in functies met het zittende personeel te kunnen realiseren.”

Uitzendbranche
Ook de plannen voor verdere regulering van de uitzendbranche vindt De Beer verstandig. “Uitzendwerk zorgt voor flexibiliteit van een klein deel van de arbeidsmarkt en die is ook nodig. Wat mij betreft vooral voor piek- en ziek. Het loslaten van het vergunningensysteem heeft geleid tot wildgroei, waar ook de bonafide, nette uitzendorganisaties last van hebben. Dat zet de hele sector onder druk.”

Mogelijk gaat nieuwe wetgeving voor de flexbranche in 2025 in en voor zzp’ers pas in 2027. “Dat is niet wenselijk. Een potentieel gevaar is dat hierdoor de regels tijdelijk omzeild worden en er bijvoorbeeld meer schijnzelfstandigheid ontstaat. Idealiter voer je die wetgeving gelijktijdig in, maar als dat niet kan, moet je het verschil kort houden en zorgen dat werkgevers vroegtijdig weten hoe de regels voor zzp’ers worden. Dan is een jaar tijdverschil wel te overbruggen.

Gerelateerde artikelen