Belastingdienst handhaaft vanaf 1 januari 2025 volledig op schijnzelfstandigheid
Afgelopen vrijdag heeft het kabinet besloten dat vanaf 1 januari 2025 de volledige handhaving op schijnzelfstandigheid doorgaat. In de praktijk betekent dat dat de Belastingdienst tijdens controles naheffingen kan opleggen als er binnen bedrijven en organisaties sprake is van schijnzelfstandigheid.
Wel heeft het kabinet besloten om een overgangsjaar in te stellen. Er zal dan geen vergrijpboete worden opgelegd als werkgevers en werkenden kunnen bewijzen dat zij stappen zetten om schijnzelfstandigheid te voorkomen. In ieder geval kunnen naheffingen en boetes alleen worden opgelegd tot 1 januari 2025 en niet verder terug dan die datum.
Ook worden er geen modelovereenkomsten meer goedgekeurd. De lopende modelovereenkomsten worden nog wel geëerbiedigd tot de einddatum van de overeenkomst. Het gebruik van de modelovereenkomsten is in de ogen van het kabinet niet langer houdbaar, omdat modelovereenkomsten geen zekerheid vooraf kunnen geven over het werken buiten dienstverband. Dit hangt namelijk af van hoe er in de praktijk wordt gewerkt, niet van wat er in een contract staat.
Tijdens het rondetafelgesprek van 5 september heeft de ABU aangegeven dat er duidelijkheid moet komen over het toetsingskader, aangezien dit nog steeds onvoldoende is. Daarnaast heeft de ABU bepleit om de prioriteit van de handhaving eerst te richten daar waar lage tarieven worden gehanteerd en waar vaker sprake is van gedwongen zzp-constructies. Ook heeft de ABU aangegeven dat het vooral erg belangrijk is om zuinig te zijn op alle mensen op de arbeidsmarkt, vooral nu we te maken hebben met een bouw-, een energie- en een zorgtransitie.