ABU pleit voor soepele toegang tot WW voor uitzendkrachten
De coronacrisis heeft toegeslagen. In ons land en de rest van de wereld. Ondernemers in verschillende sectoren zijn keihard getroffen door de terechte maatregelen die door de regering zijn genomen om de gezondheid van ons allen te beschermen. De crisis is niet voorbij gegaan aan uitzendwerkgevers. Ook zij werken met man en macht om hun bedrijven staande en hun werknemers aan het werk te houden. Ook voor hen geldt dat dit soms lukt, maar soms ook niet. Feit is dat hoe langer een crisis duurt, hoe groter de kans is dat bedrijven zullen omvallen en werknemers werkloos zullen raken. Hoewel alle werknemers vanwege dezelfde coronacrisis werkloos zullen raken, zal de inkomensterugval niet gelijk zijn. Waar sommige werknemers aanspraak kunnen maken op 70 procent van hun laatstverdiende loon, zullen anderen het moeten doen met het sociaal minimum. Dit is onwenselijk, oneerlijk en onverstandig.
We kunnen met z’n allen oprecht willen dat alle bedrijven intact blijven en niemand werkloos raakt. Helaas is dit echter verre van realistisch. De crisis zal zijn tol vragen. Van ondernemers. Van werknemers. Van de samenleving. De regering probeert met noodmaatregelen zoals de NOW de arbeidsmarkt en werkgelegenheid te beschermen. Tegelijkertijd wordt volop erkend dat dit niet voldoende zal zijn om banenverlies te voorkomen. De vraag is dan ook vooral of het wenselijk en eerlijk is dat werknemers zoals uitzendkrachten die om uiteenlopende redenen niet lang genoeg werkzaam zijn geweest om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering, in de huidige uitzonderlijke situatie meer inkomen moeten inleveren dan werknemers die wel dit geluk hebben gehad.
In de Tweede Kamer wordt gesproken over een soepele aanspraak voor onder anderen uitzendkrachten op de bijstand. De ABU is hier helder over. Uitzendkrachten moeten niet de tol van de coronacrisis betalen. Althans niet meer dan andere werknemers. Daarom pleiten wij voor een tijdelijk versoepelde toegang tot de WW. Ook willen wij dat de hoogte van de WW-uitkering gedurende een periode van drie maanden wordt verhoogd. Deze uitkering wordt bekostigd uit de premies die werkgevers afdragen. Dus niet belastingbetalende burgers maar werkgevers zullen deze extra kosten voor hun rekening nemen. Dit is niet alleen wenselijk en eerlijk, maar ook verstandig. Zoals iedere crisis is immers ook de coronacrisis gedoemd om een keer te eindigen. Wanneer het zover is, zullen we iedereen hard nodig hebben. Vooral uitzendkrachten die een belangrijke bijdrage leveren aan onze economie. Juist in de tussentijd is het belangrijk om een goede werkgever te zijn.
Gisteren stuurden wij een brief naar de Tweede Kamer. Deze leest u hier.