ABU: Algemene Bond Uitzendondernemingen

ABU komt met voorstellen voor een stevige kwaliteitsimpuls uitzendbranche

“We moeten toe naar een sluitende aanpak”

Te veel uitzendbureaus en te veel malafiditeit. Dat zijn volgens ABU-directeur Jurriën Koops de grote problemen waar de uitzendbranche mee kampt. Hoe kunnen die problemen op een effectieve manier worden aangepakt? “De handhaving moet gewoon beter.”

“Binnen de uitzendbranche hebben we een aantal urgente problemen die om een oplossing vragen,” stelt Koops aan het begin van het gesprek. “Allereerst moeten we vaststellen dat er te veel uitzendbureaus bij zijn gekomen. Toen in 1998 de uitzendvergunning werd afgeschaft, was het doel om de marktwerking te verbeteren en de administratieve lasten te verlagen. Maar het doel was niet om ruim veertienduizend uitzendbureaus te laten ontstaan. Die groei is doorgeschoten.” Een tweede probleem is volgens Koops dat ook het aantal malafide uitzendbureaus – als gevolg van de groei van de branche – sterk is toegenomen. “Tot slot moet je concluderen dat de handhaving volstrekt tekortschiet en opdrachtgevers onvoldoende geprikkeld worden om zaken te doen met bonafide uitzenders. We moeten dus toe naar een sluitende aanpak en een stevige kwaliteitsimpuls voor de branche.”

Maatregelen

Maar wat is nu het antwoord op deze problemen? “Wij sluiten op voorhand geen enkele maatregel uit. Het probleem is groot en wij willen over de aanpak graag met de minister en anderen in gesprek. Wij zien ook dat het probleem vooral zit in het gebrek aan handhaving, meer dan in de regels ,” maakt Koops duidelijk. “Daar willen wij als ABU vol op inzetten.” Want door het gebrek aan handhaving kun je bijna straffeloos malafide zijn, stelt Koops. “De pakkans is laag, er is te weinig controle en de sancties zijn onvoldoende. Daardoor kan er een groep van veelplegers bestaan die we maar niet uit de markt krijgen.”

Voor Koops is de publiek-private samenwerking de basis om op door te bouwen. “Een gedeelde verantwoordelijkheid van branche en overheid. Daarbij moeten wij kijken naar hoe we SNA nog beter en meer onderscheidend kunnen maken. Samenwerking tussen SNCU en SNA enerzijds en de Inspectie SZW en de Belastingdienst aan de andere kant blijft voor de ABU cruciaal. Want de markt kan het niet alleen, maar de overheid kan het ook niet alleen.”

Jurriën Koops, ABU

“De markt kan het niet alleen, maar de overheid kan het ook niet alleen. Samenwerking blijft cruciaal.”

Waarborgsom

Niettemin is er actie geboden om ‘een sluitende aanpak te realiseren’, meent Koops. “Wij denken aan een aantal concrete maatregelen. Een daarvan is de introductie van een waarborgsom van ten minste 100.000 euro bij de start een uitzendonderneming. Dat past binnen de publiek-private ordening die we kennen. Zo’n waarborgsom kan dienen voor de betaling van belastingen en premies, maar ook voor verschuldigd loon. Bij een bewezen ‘track record’ kan zo’n som weer vrijvallen.” Daarnaast pleit de ABU ervoor om alle uitzendondernemingen ten minste één keer in de drie jaar te controleren. Koops: “Voor het deel van de branche dat bij de SNA is aangesloten, moet de SNA dat doen. Voor uitzendbureaus die niet onder SNA vallen, en dat zijn er ruim 10.000, ligt die taak bij de Inspectie SZW.” Voor die controletaak moet de Inspectie echter wel meer menskracht krijgen, benadrukt Koops. “Die capaciteit is nu, zelfs na de recente uitbreiding, ontoereikend. Jaarlijks verliezen ruim vijfhonderd uitzenders het SNA-certificaat. Die worden niet standaard gecontroleerd. Die bedrijven moeten eigenlijk allemaal binnen drie maanden controle krijgen van de Inspectie. Een lik-op-stukbeleid dus. Maar dat betekent wel dat er inspecteurs bij moeten.”

Hitlist

Daarnaast zou er volgens Koops een ‘hitlist’ moeten komen van de top-100 van malafide veelplegers, naar analogie van de top-600 criminele veelplegers in Amsterdam. “Voor deze veelplegers moet er een persoonsgerichte aanpak komen, inclusief een bestuursrechtelijk verbod, zodat deze malafide ondernemers niet meer in de markt actief kunnen zijn. SNCU, SNA en de Inspectie moeten daar gezamenlijk in optrekken en de mogelijkheden voor onderlinge informatie-uitwisseling moeten worden verruimd.” Ook voor de huisvestingslocaties voor arbeidsmigranten moet er een ‘100-procentscontrole’ komen, vindt Koops. “Het SNF-keurmerk is nu een ondernemerskeurmerk. Wij willen dat omvormen tot een huisvestingskeurmerk, zodat alle huisvestingslocaties in Nederland onder de controle van SNF vallen. Deze stap helpt ook om uitzenden en huisvesting te scheiden en de huisvestingsmarkt te professionaliseren.” Bovendien moet voor niet-SNA-gecertificeerden het verplichte gebruik van een G-rekening nu eindelijk eens worden ingevoerd. Koops: “De Tweede Kamer heeft dat eerder besloten, maar er is nog geen uitvoering aan gegeven. Ondernemingen vinden zakendoen via zo’n rekening niet aantrekkelijk vanwege de administratieve lasten. Het is daardoor een prikkel om zich aan te sluiten bij SNA.”

Als laatste moet tevens de keuze voor een bonafide uitzender worden gestimuleerd, zo bepleit hij. “De ABU is voorstander van een meldingsplicht voor opdrachtgevers die werken met niet-gecertificeerde uitzendondernemingen. Je kunt daarbij denken aan een melding in het accountantsverslag en bij het medezeggenschapsorgaan, waardoor het transparant wordt met wat voor partij er zaken gedaan wordt.”

Kwaliteitsimpuls

Dit pakket aan maatregelen moet er volgens Koops toe leiden dat de branche een flinke kwaliteitsimpuls krijgt. Het zorgt ervoor dat de groei van het aantal uitzendondernemingen wordt afgeremd, de aanpak van malafide uitzendbureaus effectiever wordt, de handhavingscapaciteit wordt uitgebreid en de keuze voor bonafide uitzenders wordt gestimuleerd. Koops: “Ik ben ervan overtuigd dat dit een sluitende aanpak is waarmee je de branche weer gezond kunt maken en malafiditeit een serieuze slag kunt toebrengen.”

Voorgestelde ABU-maatregelen in het kort

  • Een hogere toetredingsdrempel: een waarborgsom van tenminste 100 duizend euro voor huidige en startende uitzendondernemingen
  • Niet-gecertificeerde uitzendondernemingen moeten verplicht gebruikmaken van een G-rekening.
  • Meer mogelijkheden van de Kamer van Koophandel om inschrijvingen te weigeren en toetsing op de kans op malafide praktijken (bijvoorbeeld door VOG verplicht te stellen en controle of bestuurder op lijst van veelplegers staat).
  • Opdrachtgevers moeten de samenwerking met niet-gecertificeerde uitzendonderneming vastleggen in het jaarverslag en bij de Inspectie SZW en de Belastingdienst.
  • Opdrachtgevers moeten hun medezeggenschapsorgaan informeren over de uitzendondernemingen waar zij zaken mee doen en aangeven of die aangesloten zijn bij SNA.
  • Alle niet-gecertificeerde uitzendondernemingen moeten periodiek – minimaal één keer per drie jaar – worden gecontroleerd door de Inspectie SZW en/of de Belastingdienst op de afdracht van premies en de naleving van de WML (Wet Minimumloon en vakantiebijslag), de Wav (Wet arbeid vreemdelingen) en andere relevante wetgeving.
  • Er moet een lik-op-stukbeleid komen voor uitzendondernemingen die hun certificering verliezen als gevolg van het niet naleven van wet- en regelgeving.
  • Er moet een lijst worden opgesteld met de Top 100 malafide uitzendondernemingen c.q. veelplegers: de Inspectie SZW moet op grond van deze lijst controles uitvoeren bij niet-gecertificeerde uitzendondernemingen.
  • In het kader van een effectieve persoonsgerichte aanpak van malafide bestuurders moet er een effectiever civielrechtelijk bestuursverbod komen. Ook moet er een bestuursrechtelijk bestuursverbod worden ingevoerd om het verbod sneller in werking te laten treden.
  • Het kwaliteitskeurmerk moet meer onderscheidend worden: de ABU zal de drempel voor het verkrijgen van het ABU-kwaliteitskeurmerk verhogen door de eisen aan te scherpen. Verder wil de ABU een breder draagvlak voor SNA realiseren en investeren in de kwaliteit van SNA.

Dit artikel verscheen in het blad Uitzendwerk, nummer 4, december 2019.

Gerelateerde artikelen